Gerechtshof Amsterdam, 05-12-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3563, 23/256
Gerechtshof Amsterdam, 05-12-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3563, 23/256
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 5 december 2024
- Datum publicatie
- 19 februari 2025
- Annotator
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2023:783, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 23/256
- Relevante informatie
- Art. 2 EVRM, Art. 8 EVRM
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Belanghebbende bepleit een vermindering van zijn aanslag met het percentage dat overeenkomt met het deel van de belastingopbrengst dat de rijksoverheid volgens belanghebbende aanwendt voor de subsidiëring van fossiele brandstoffen en hij beroept zich hiervoor op mensenrechtenverdragen. Hoger beroep ongegrond.
Uitspraak
kenmerk 23/256
5 december 2024
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,
tegen de uitspraak van 31 januari 2023 in de zaak met kenmerk HAA 21/6995 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.In de bestreden uitspraak heeft de rechtbank het beroep van belanghebbende betreffende een aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv) 2020 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft op 15 maart 2023 hoger beroep ingesteld en de gronden van het hoger beroep ingediend bij brief van 20 april 2023. De inspecteur heeft daarop gereageerd met een verweerschrift.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2024. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Het Hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“Feiten
1. Eiser heeft aangifte IB/PVV voor het jaar 2020 gedaan naar een verzamelinkomen van € 63.218. Met dagtekening 27 augustus 2021 is overeenkomstig de ingediende aangifte de onderhavige aanslag IB/PVV opgelegd. Het te betalen bedrag op de aanslag bedraagt € 1.990. Eiser heeft dit bedrag betaald.
2. Tegen de opgelegde aanslag is door eiser bezwaar gemaakt. In de bezwaarfase heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Van het gesprek is een verslag opgemaakt.
3. Met dagtekening 11 november 2021 heeft verweerder uitspraak op bezwaar gedaan waarin het bezwaar van eiser ongegrond is verklaard.”
3 Geschil in hoger beroep
Tussen partijen is in geschil of het te betalen bedrag op de aanslag met 5% moet worden verminderd omdat de overheid jaarlijks ongeveer 5% van de rijksbegroting zou besteden aan subsidiëring van fossiele brandstoffen.