Home

Gerechtshof Amsterdam, 19-12-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3601, 23/423

Gerechtshof Amsterdam, 19-12-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3601, 23/423

cassatie ingesteld (rolnr HR: 25/00284)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
19 december 2024
Datum publicatie
30 januari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:3601
Zaaknummer
23/423
Relevante informatie
Art. 9 BPM, Art. 10 BPM, Art. 6a Uitv.reg. BPM

Inhoudsindicatie

BPM. De opvatting dat de inspecteur steeds zou moeten uitgaan van de in een taxatierapport bij een aangifte bpm gestelde schade aan een voertuig wanneer hij niet een eigen (her)taxatie heeft laten uitvoeren, vindt in al haar algemeenheid geen steun in het recht. Niet meer dan normale gebruiksschade aan de auto. Partijen zijn het in hoger beroep terecht erover eens dat het oordeel van de rechtbank onjuist is en dat de historische nieuwprijs moet worden vastgesteld uitgaande van de bruto bpm voor de auto zelf.

Uitspraak

kenmerk 23/423

19 december 2024

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. S.M. Bothof)

tegen de uitspraak van 21 maart 2023 in de zaak met kenmerk HAA 21/6605 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

In de bestreden uitspraak heeft de rechtbank het beroep van belanghebbende betreffende een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) ongegrond verklaard.

1.2.

In hoger beroep heeft belanghebbende een beroepschrift ingediend, de inspecteur een verweerschrift en belanghebbende op 16 november 2024 nog een nader stuk (een uitdraai van een rekenblad).

1.3.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2024. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Op 31 augustus 2020 heeft belanghebbende een aangifte voor de bpm gedaan voor een Audi Q5 [type] met meldcode [#] (hierna: de auto). De auto is in Mexico geproduceerd voor de Amerikaanse markt. De RDW heeft de auto op 28 augustus 2020 gekeurd en heeft daarvoor een CO2uitstoot van 273 gram per kilometer geregistreerd in het kentekenregister, conform een vermelding in het Duitse kentekenbewijs, dat al eerder voor de auto was afgegeven. Het Nederlandse kenteken van de auto is voor het eerst te naam gesteld op 21 september 2020.

2.2.

In de aangifte bpm is voor de auto een kilometerstand opgegeven van 8.531, een datum van eerste toelating van 10 januari 2019 en een CO2-uitstoot van 157 gram per kilometer. De in de aangifte vermelde handelsinkoopwaarde van de auto van € 24.500 is ontleend aan een taxatierapport van M.A. Beaufort van MAB-tax , dat als dagtekening 22 augustus 2020 heeft. In bedoeld rapport is de waarde van de auto in onbeschadigde staat op basis van een koerslijst van Xray bepaald op € 38.111. Op dat bedrag is 100% van een schadebedrag van € 13.853 in mindering is gebracht, om tot de waarde van de auto van (afgerond) € 24.500 te komen. De koerslijst en de bij het taxatierapport gevoegde schadecalculatie hebben 24 augustus 2020 als dagtekening. Bij de aangifte is geen inkoopfactuur gevoegd, en evenmin reparatienota’s. Het ingevolge de aangifte te betalen bedrag aan bpm van € 3.406 is op aangifte voldaan.

2.3.

In een kennisgeving naheffingsaanslag bpm van 16 maart 2021 heeft de inspecteur aan belanghebbende geschreven dat hij op de foto’s behorende bij het taxatierapport niet meer dan normale gebruiksschade ziet. En ook dat voor de auto een CO2-uitstoot van 273 gram per kilometer in aanmerking moet worden genomen, zoals voor de auto in het kentekenregister is vermeld. Na een mededeling naheffingsaanslag bpm van 8 april 2021, heeft de inspecteur op 7 mei 2021 de litigieuze naheffingsaanslag opgelegd met een te betalen belastingbedrag van € 20.226, zijnde het verschil tussen de (destijds) volgens de inspecteur verschuldigde bpm van € 23.632 en de reeds betaalde bpm ad € 3.406.

2.4.

In zijn uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur geschreven dat bij het vaststellen van de naheffingsaanslag een te hoge aftrek vanwege extra leeftijdskorting verleend is, namelijk € 1.194 in plaats van € 399, en dat de naheffingsaanslag daarom € 795 te laag is vastgesteld.

2.5.

Belanghebbende heeft een brief van Audi AG van 19 juni 2020 overgelegd, gericht aan Pon Automobielhandel B.V. en met in de onderwerpregel het voertuigidentificatie nummer van de auto, waarin onder meer is vermeld: “CO2 Emissions combined: 157 g/km”.

2.6.

Daarnaar gevraagd door de inspecteur, heeft de RDW laten weten dat de CO2-uitstoot van de auto is overgenomen uit het Duitse kentekenbewijs. Verder heeft de RDW geschreven dat de in 2.5 bedoelde brief haar onvoldoende reden geeft om de in het kentekenregister vermelde CO2-uitstoot van de auto te wijzigen.

3 Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is in geschil of de naheffingsaanslag bpm terecht en tot het juiste bedrag is vastgesteld.

4 Beoordeling

5 Kosten

6 Beslissing