Gerechtshof Amsterdam, 19-12-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3602, 23/477
Gerechtshof Amsterdam, 19-12-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3602, 23/477
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 19 december 2024
- Datum publicatie
- 30 januari 2025
- Annotator
- Zaaknummer
- 23/477
- Relevante informatie
- Art. 9 BPM, Art. 10 BPM, Art. 110 VWEU
Inhoudsindicatie
BPM. Geen beroep mogelijk op artikel 110 van het VwEU. De auto is als gebruikte auto niet een product van een andere lidstaat. Bovendien kan niet worden uitgesloten dat de CO2 uitstoot van de auto verschilt van die van de andere voertuigen in het kentekenregister. Partijen zijn het in hoger beroep erover eens dat het oordeel van de rechtbank onjuist is en dat de historische nieuwprijs moet worden vastgesteld uitgaande van de bruto bpm voor de auto zelf en niet moet worden aangesloten bij de historische nieuwprijs van de referentieauto.
Uitspraak
kenmerk 23/477
19 december 2024
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. S.M. Bothof)
tegen de uitspraak van 9 mei 2023 in de zaak met kenmerk HAA 22/3181 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
In de bestreden uitspraak heeft de rechtbank het beroep van belanghebbende betreffende een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) ongegrond verklaard.
In het daartegen ingestelde hoger beroep heeft belanghebbende een beroepschrift ingediend, de inspecteur een verweerschrift en belanghebbende op 23 november 2024 nog een nader stuk (een uitdraai van een rekenblad).
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2024. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Op 27 augustus 2021 heeft belanghebbende een aangifte voor de bpm gedaan voor een Porsche [type] met meldcode [#] (hierna: de auto). De auto is buiten de EU nieuw verkocht en is vanuit de Verenigde Arabische Emiraten gekomen met een kilometerstand van ruim 135.000. In het kentekenregister heeft de RDW als datum van eerste toelating 28 februari 2012 vermeld en een CO2uitstoot van 358 gram per kilometer. Die laatste waarde heeft de RDW bepaald aan de hand van de zogeheten Scandinavische rekenmethode. Het Nederlandse kenteken van de auto is voor het eerst te naam gesteld op 15 september 2021.
In de aangifte bpm is een handelsinkoopwaarde van de auto van € 4.430 vermeld. Die waarde is ontleend aan een taxatierapport van [Persoon] van [BV] B.V. van 26 augustus 2021, waarin is vermeld dat het is opgesteld naar aanleiding van een opname van de auto op 10 augustus 2021. In bedoeld rapport is een waarde van de auto in onbeschadigde staat vermeld van € 23.196, ontleend aan een koerslijst van AutotelexPRO. Op dat bedrag is (ongeveer) 72 % van een schadebedrag van € 26.060 in mindering gebracht. Het ingevolge de aangifte te betalen bedrag aan bpm van € 1.602 is op aangifte voldaan.
Na daartoe te zijn opgeroepen heeft belanghebbende de auto op 1 september 2021 getoond bij Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ). DRZ heeft een rapport ‘Onderzoek waardebepaling’ uitgebracht, waarin een handelsinkoopwaarde is vermeld van € 22.775 en een waardevermindering wegens schade van € 2.210, zijnde 72 % van de “Bruto Schadecalculatie DRZ” van € 3.069.
Bij brief van 10 november 2021 heeft de inspecteur zijn voornemen aan belanghebbende kenbaar gemaakt om een naheffingsaanslag op te leggen, uitgaande van een verschuldigd bedrag aan bpm van € 7.088, dat mede is gebaseerd op een handelsinkoopwaarde van de auto van € 20.565. Met dagtekening 31 december 2021 heeft inspecteur vervolgens de litigieuze naheffingsaanslag opgelegd met een te betalen bedrag van € 5.486 (€ 7.088 ‑/- € 1.602).
Het bezwaar van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag heeft de inspecteur ongegrond verklaard.
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is in geschil of de naheffingsaanslag bpm terecht en tot het juiste bedrag is vastgesteld.