Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4377, 12/00197, 12/00198, 12/00199 en 12/00200

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4377, 12/00197, 12/00198, 12/00199 en 12/00200

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 juni 2013
Datum publicatie
25 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:4377
Formele relaties
Zaaknummer
12/00197, 12/00198, 12/00199 en 12/00200

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de onder 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 genoemde naheffingsaanslagen terecht en (na vermindering door de Rechtbank) tot de juiste bedragen zijn opgelegd. Tevens zijn de bij de naheffingsaanslagen gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente in geschil.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummers 12/00197, 12/00198, 12/00199 en 12/00200

uitspraakdatum: 25 juni 2013

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X B.V.] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 19 juni 2012, nummers AWB 11/500, AWB 11/1167, AWB 11/1168 en AWB 11/1169, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord, kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De Inspecteur heeft belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2004 tot en met 31 december 2005 een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: LB/PVV) ten bedrage van € 4.219 (aanslagnummer [0000.00.000].A.01.550.0) opgelegd. Tegelijkertijd heeft de Inspecteur een beschikking heffingsrente ten bedrage van € 113 en een boetebeschikking ten bedrage van € 1.055 gegeven.

1.2

De Inspecteur heeft belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 een naheffingsaanslag LB/PVV ten bedrage van € 3.665 (aanslagnummer [0000.00.000].A.01.651.0) opgelegd. Tegelijkertijd heeft de Inspecteur een beschikking heffingsrente ten bedrage van € 516 en een boetebeschikking ten bedrage van € 916 gegeven.

1.3

De Inspecteur heeft belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 een naheffingsaanslag LB/PVV ten bedrage van € 7.428 (aanslagnummer [0000.00.000].A.01.750.0) opgelegd. Tegelijkertijd heeft de Inspecteur een beschikking heffingsrente ten bedrage van € 668 en een boetebeschikking ten bedrage van € 952 gegeven.

1.4

De Inspecteur heeft belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 een naheffingsaanslag LB/PVV ten bedrage van € 7.351 (aanslagnummer [0000.00.000].A.01.850.0) opgelegd. Tegelijkertijd heeft de Inspecteur een beschikking heffingsrente ten bedrage van € 282 en een boetebeschikking ten bedrage van € 903 gegeven.

1.5

Belanghebbende heeft tegen de onder 1.1 tot en met 1.4 genoemde naheffingsaanslagen en beschikkingen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 31 januari 2011 de bezwaren ongegrond verklaard.

1.6

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak van 19 juni 2012 heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank) de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslagen verminderd tot € 3.164 (2004/2005), € 2.231 (2006), € 2.308 (2007) en € 2.391 (2008), de beschikkingen heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en de boetebeschikkingen verminderd tot € 633 (2004/2005), € 446 (2006), € 462 (2007) en € 478 (2008).

1.7

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweerschriften ingediend.

1.8

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.9

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 mei 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord [X], directeur van belanghebbende, alsmede [.] namens de Inspecteur.

1.10

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Directeur en enig aandeelhouder van belanghebbende is [X]. Belanghebbende had gedurende de tijdvakken waarop de naheffingsaanslagen betrekking hebben, tot 1 december 2008, nog één andere werknemer, [A], in dienst.

2.2

Op 1 oktober 2008 heeft de Inspecteur aangekondigd een boekenonderzoek naar de aanvaardbaarheid van de aangifte loonheffingen voor het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 te zullen instellen bij belanghebbende. Het onderzoek is aangevangen op 16 oktober 2008. Het onderzoeksrapport is uitgebracht op 17 juni 2009. In het onderzoeksrapport heeft de controlerend ambtenaar, [C], op grond van de bevindingen voor het tijdvak 2006, niet alleen correcties voor dat tijdvak voorgesteld, maar ook voor de tijdvakken 2004/2005, 2007 en 2008. Van deze uitbreiding van de reikwijdte van het onderzoek tot de tijdvakken 2004/2005, 2007 en 2008, is belanghebbende bij brief van 13 november 2008 op de hoogte gebracht.

2.3

In het onderzoeksrapport is onder meer het volgende vermeld:

5.2 Zorgverzekeringswet

Over het loon van direkteur/aandeelhouder [X] werden geen premies zorgverzekeringswet berekend/ingehouden en afgedragen.

De motivering van inhoudingsplichtige was dat de premies al werden ingehouden over de ontvangen pensioenen van de diverse pensioenmaatschappijen.

(…)

Ook de directeur-grootaandeelhouder is AWBZ-verzekerd en dus verzekeringsplichtig.

In de Zvw geldt dat de B.V. waar de directeur-grootaandeelhouder voor werkt, een inkomensafhankelijke bijdrage moet inhouden op het loon. Nu de aangifte inkomstenbelasting over het kalenderjaar 2006 is vastgesteld wordt van verder afwikkeling in de loonheffingssfeer afgezien.

(…)

Te corrigeren:

premie zorgverzekeringswet 2007 6,5% en 2008 7,2% is respectievelijk € 1990 en € 2060

Hierdoor tevens meer netto-loon door het niet inhouden van de premie zorgverzekeringswet t.w. 2007 € 1.990 en 2008 € 2.060.

M.b.t. kalenderjaar 2008 is loon betaald t/m november.

6 Spaarregeling

Er werd aan werknemer [A] een bedrag van € 43,66 per vier weken betaald voor een spaarregeling. (= € 567,88 op jaarbasis)

Ingaande 1994 is er een spaarloonregeling.

Per kalenderjaar mag per werknemer een bepaald bedrag onbelast op een geblokkeerde rekening worden gestort. Daar er in het onderhavige geval maandelijks bedragen aan de werknemer worden betaald is hier geen sprake van een spaarloonregeling en dient het gehele bedrag als netto loon te worden aangemerkt.

(…)

7 Kostenvergoedingen werknemer [A]

9 Looncorrecties

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing