Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:431, 13/03438
Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:431, 13/03438
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 februari 2014
- Datum publicatie
- 28 februari 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:431
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:4377
- Zaaknummer
- 13/03438
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 februari 2014
Nr. 13/03438
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 juni 2013, nrs. 12/00197, 12/00198, 12/00199 en 12/00200, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Leeuwarden (nrs. AWB 11/500, AWB 11/1167, AWB 11/1168 en AWB 11/1169) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2004 tot en met 2008 opgelegde naheffingsaanslagen in de loonbelasting/ premie volksverzekeringen, alsmede boeten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
Na het verstrijken van de voor de motivering van het beroep in cassatie gestelde termijn heeft belanghebbende nog een geschrift ingediend. Op dit stuk slaat de Hoge Raad geen acht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.