Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-08-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6464, 14/00182
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-08-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6464, 14/00182
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 19 augustus 2014
- Datum publicatie
- 29 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6464
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:1120
- Zaaknummer
- 14/00182
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Termijnoverschrijding in bezwaar. Verschoonbaarheid. Burn-out.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00182
uitspraakdatum: 19 augustus 2014
Uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 23 januari 2014, nummer AWB 13/2353, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende is tegen voormelde uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Het beroepschrift tegen de uitspraak van de Rechtbank is op 6 maart 2014 ter griffie ingekomen.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2014 te Arnhem. Belanghebbende is daar verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Aan belanghebbende is met dagtekening 8 juli 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2008 opgelegd.
De Inspecteur heeft op 30 september 2011 een bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aanslag ontvangen.
Met dagtekening 9 december 2011 heeft de Inspecteur uitspraak gedaan op het bezwaarschrift.
Het beroepschrift tegen de uitspraak op bezwaar is op 25 april 2013 ter griffie van de Rechtbank ontvangen.
Belanghebbende is op 19 augustus 2013 uitgenodigd om de mondelinge behandeling van zijn zaak ter zitting van 24 oktober 2013 bij de Rechtbank bij te wonen. Belanghebbende heeft op 1 oktober 2013 de Rechtbank verzocht de mondelinge behandeling van zijn zaak uit te stellen. De Rechtbank heeft dit verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling bij faxbericht van 7 oktober 2013 afgewezen. Het onderzoek ter zitting bij de Rechtbank heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2013, alwaar belanghebbende, zonder voorafgaande kennisgeving, niet is verschenen.
De Rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat was ingediend en geen omstandigheden gesteld of gebleken waren die grond zouden kunnen zijn voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
Tussen partijen is in geschil of het beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Bij ontkennende beantwoording is in geschil of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Als ook die vraag ontkennend wordt beantwoord is in geschil of belanghebbende in 2008 voldeed aan het urencriterium.
Belanghebbende beantwoordt de eerste twee vragen ontkennend en de laatste vraag bevestigend. De Inspecteur is de tegenovergestelde mening toegedaan.
Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, ontvankelijkverklaring van het beroep en het bezwaar en vermindering van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.