Hoge Raad, 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1120, 14/04974
Hoge Raad, 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1120, 14/04974
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 april 2015
- Datum publicatie
- 24 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1120
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:6464
- Zaaknummer
- 14/04974
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
24 april 2015
Nr. 14/04974
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 augustus 2014, nr. 14/00182, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2015.