Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-08-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6884, 12/00178
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-08-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6884, 12/00178
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 augustus 2014
- Datum publicatie
- 12 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6884
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2012:BW9471, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3075, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 12/00178
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Handelaar in caravans. Toepassing margeregeling? Schending verdedigingsbeginsel?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 12/00178
uitspraakdatum: 26 augustus 2014
Uitspraak van derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
Fiscale eenheid [X] BV, [X-1] BV cs, te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 7 juni 2012, nummer AWB 10/2631, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd ten bedrage van € 268.035. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 28.127.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 7 juni 2012 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A], namens belanghebbende, en belanghebbendes gemachtigde mr. [B], bijgestaan door mr. drs. [C]. Namens de Inspecteur zijn verschenen [D], [E] en [F]. Ter zitting is de onderhavige zaak gezamenlijk behandeld met de zaken met registratienummers 13/01176 en 13/01177.
Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. Deze pleitnota’s worden door het Hof tot de stukken van het geding gerekend.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Deze fiscale eenheid bestaat uit [X] BV, [X-1] BV en [A] (hierna: [A]).
Alle aandelen van [X-1] BV worden gehouden door [X] BV. Enig aandeelhouder van [X] BV is [A]. [A] en [X] BV voeren de directie over [X-1] BV.
De ondernemingsactiviteiten van belanghebbende bestaan uit de in- en verkoop, verhuur, onderhoud en reparatie van gebruikte en nieuwe caravans. Belanghebbende is gespecialiseerd in een drietal merken: Caravelair, LMC en Hobby.
In de jaren 2005 tot en met 2008 heeft belanghebbende ten minste 165 caravans van het merk Hobby ingekocht. Daarvan heeft zij 161 ingekocht bij [G] (hierna: [G]).
Op de onder 2.4 vermelde (161) leveringen heeft [G] de margeregeling toegepast als wederverkoper. Op de door [G] aan belanghebbende uitgereikte facturen stond de term “margewagen” vermeld. Belanghebbende heeft de door [G] gefactureerde bedragen contant voldaan.
[G] heeft deze caravans gekocht bij [H] KG (hierna: [H]), een caravandealer in [L], Duitsland. [H] heeft de caravans intracommunautair aan [G] geleverd met toepassing van het nultarief.
[H] heeft deze caravans gekocht van de fabrikant, [I] te [M], Duitsland.
Belanghebbende heeft bij iedere inkoop van een caravan de zogenoemde Zulassungsbescheinigung (tot 1 oktober 2005: Fahrzeugbrief) gekregen. Op Teil II van de Zulassungsbescheinigung is vermeld op wiens naam de caravan heeft gestaan. Op de Zulassungsbescheiniging is tevens de datum vermeld waarop de caravan door de fabrikant is geregistreerd, wanneer de caravan is tenaamgesteld en of er andere Duitse personen zijn geweest die de caravan op naam hebben gehad.
De Zulassungsbescheinigungen van de onder 2.5 vermelde caravans vermelden in geen van de gevallen dat deze op naam hebben gestaan van anderen dan [H].
In nagenoeg alle gevallen is het tijdsbestek tussen de eerste registratie van de onder 2.5 vermelde caravans door de fabrikant en de tenaamstelling van [H] KG slechts enkele dagen tot weken geweest. In de Zulassungsbescheinigung van de onder 2.5 vermelde caravans hebben de caravans in nagenoeg alle gevallen slechts enkele dagen op naam van [H] gestaan.
Belanghebbende heeft de onder 2.5 vermelde caravans in de jaren 2005 tot en met 2008 doorverkocht met gebruikmaking van de zogenoemde margeregeling.
Op 3 februari 2009 is de Inspecteur bij belanghebbende een boekenonderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008. Volgens de aankondiging en de rapportage is het onderzoek beperkt tot (i) het vaststellen of de aankopen in de lidstaten van de Europese Unie juist en volledig als verwerving in de onderhavige aangiften omzetbelasting zijn aangegeven en (ii) de toepassing van de margeregeling.
Op 10 maart 2009 en 1 april 2009 hebben op verzoek van belanghebbende gesprekken plaatsgevonden tussen de Inspecteur en belanghebbende over enkele fiscale kwesties met betrekking tot de margeregeling. Deze besprekingen zijn in een tweetal verslagen vastgelegd.
Op 10 maart 2010 heeft de Belastingdienst/FIOD-ECD (hierna: FIOD) bij belanghebbende een inval gedaan. Daarbij is aan belanghebbende de onderhavige naheffingsaanslag omzetbelasting, met dagtekening 10 maart 2010, uitgereikt, die direct en ineens invorderbaar is gesteld. Op de gehele voorraad caravans van belanghebbende is beslag gelegd.
De uitkomsten van het onder 2.12 vermelde boekenonderzoek, heeft de Inspecteur vastgelegd in een rapport van 21 september 2010. Daarin zijn – onder meer – de volgende citaten opgenomen uit de processen-verbaal die zijn opgemaakt door de FIOD:
“Verklaringen verdachte [J]
Uit stukken van het strafrechtelijk onderzoek blijkt voorts dat verdachte [J] (inmiddels ex-werknemer van [X] c.s.) o.a. het navolgende heeft verklaard:
- Ik weet dat de caravans van de heer [G] zijn betrokken. Over de verdere inkoop weet ik niets, dat regelde [A]. Het gehele inkooptraject lag bij [A]. Als [A] er niet was dan nam ik dat tijdelijk op mij. De eindverantwoording bleef bij [A];
(…)
- Op de vraag: Klopt het dat u bij de verkoop van caravans een lijst met prijzen had waarop vermeld stond welke prijs [X] bij [G] moest betalen? Die lijst was aanwezig, maar die gebruikte ik eigenlijk niet omdat ik de prijzen uit mijn hoofd wist die wij moesten rekenen naar de klant. De prijs die [X] hanteerde werd door [A] vastgesteld en moest door de verkopers worden gebruikt. Daar zat dan ook geen ruimte meer tussen;
- Op de vraag: Verkocht u, namens [X] nieuwe of gebruikte Hobby caravans aan de klanten? In principe nieuw, ondanks dat ze in feite gebruikt waren. U vraagt wat ik bedoel met gebruikt, Daarmee bedoel ik dat ze in Duitsland op kenteken hadden gestaan dus eigenlijk op papier waren gebruikt. U vraagt mij of ze ook daadwerkelijk waren gebruikt. Nee daar zag het niet naar uit. Het waren gewoon nieuwe caravans. Ik heb hierover met [A] wel eens gesproken omdat ik ook verantwoordelijk was voor de tenaamstelling van de kentekens door de RDW in Nederland. Ik zag dan op de kentekens staan dat er wel een datum eerste afgifte op stond en daardoor eigenlijk niet nieuw was maar door ons wel als nieuw aan de klanten werd verkocht. Wij hadden in 2009 bijvoorbeeld het allernieuwste model van Hobby als eerste caravanhandelaar in Nederland. Die caravan hadden wij via [G] gekocht en dat kan dan moeilijk een gebruikte zijn;
- Op de vraag: Leverde [G] nieuwe of gebruikte caravans aan [X-1]? Het waren nieuwe caravans. Zoals ik eerder vertelde alleen op papier gebruikt. Deze caravans hadden geen vorige eigenaar of gebruiker gehad dat was wel duidelijk. U vraagt mij of het voorkwam dat het plastic nog op de matrassen en de wc-bril zat en de folie op de ramen. Ja dat was zo. U vraagt mij of het klopt dat bij de aflevering van een nieuwe Hobby caravan nog een doosje met spullen zat die door [X] aan de caravan moest worden gemonteerd. Ja dat klopt, een dergelijk doosje zat bij de nieuwe caravans die door [G] werden geleverd;
- Ja dat klopt, ik heb wel eens meegemaakt dat [G] mij vertelde dat de door mij op dat moment aan de klant verkochte Hobby caravan pas later kon worden geleverd omdat de caravan nog uit de fabriek moest komen. Ik heb daar met [A] wel eens over gesproken;
- Op de vraag: Hoe controleerde u dat u ook de juiste caravan kreeg aangeleverd die u van [G] had aangekocht. Waaraan kon u dat zien? Wij wisten welke caravan door [G] wanneer werd gebracht. We keken dan of er geen schade aan de caravan was. We keken wanneer er extra fabriekopties op moesten zitten of die er ook daadwerkelijk op zaten. U vraagt mij naar die fabriekopties? Dat was bijvoorbeeld een afwijkende bekleding verzwaarde steunen, verhoogde aslast en bijvoorbeeld een serviceluik en dat soort zaken;
- Op de vraag: Kunt u ons aangeven welke officiële documenten bij de caravans die op deze wijze via [G] werden aangekocht aanwezig moeten zijn? Hoe komt u aan deze wetenschap? Dat waren de het Duitse deel 1 en deel 2 de zogenaamde Fahrzeugbrief. Die werden door [G] bij de caravan meegeleverd. Op een bepaald moment weet je dat soort zaken. Doorgaans nam [A] de caravans in ontvangst, nam de papieren en de facturen in ontvangst en betaalde [G]. Ik deed dat enkel en alleen als [A] er niet was of van [A] daartoe de opdracht kreeg;
(…)
- Op de vraag: Is het u opgevallen dat er telkens maar een paar dagen tussen de aanvraag van een Duits kenteken en het vervolgens weer afmelden van het kenteken zit? Kunt u ons uitleggen waarom dat gebeurt? Dat was mij bekend. Dat was puur om er een kenteken in Duitsland op te krijgen zodat je ermee op de weg kon. U vraagt mij hoe het dan gaat als je de caravans op een vrachtwagen plaatst? Dan heb je die papieren evengoed nodig omdat je anders in Nederland de caravan niet door de RDW keuring krijgt;
- Op de vraag: [X] koopt vanaf 2009 zelf de caravan bij [H] te [L]. Dat doet [X] nadat de samenwerking met [G] begin 2009 stopt. Kunt u aangeven wat de verschillen zijn in de caravans die [G] leverde en de caravans die [X] zelf ophaalt bij [H]. Daarmee bedoelen we zowel de staat van de caravan maar ook de documenten die bij de caravan horen? Het enige verschil is dat we toen geen factuur van [G] meer kregen maar een van [H] uit [L] die op [X-1] werd uitgeschcreven. Zo konden we tegen nul % BTW de caravan in Duitsland kopen. Daardoor werd het in Nederland automatisch een BTW caravan en zo kwamen ze ook in de boeken. U vraagt mij naar de verschillen in staat van de caravans. Daar was geen verschil in. In beide gevallen hebben we het over identieke wagens die voor mij gewoon nieuw waren.
Verklaringen verdachte [G]
Verdachte [G] is meerdere keren gehoord. Hij heeft uitgebreid verklaard over zijn aandeel in de fraude. Hij heeft meerdere keren verklaard dat hij nieuwe caravans heeft gekocht van [H] in Duitsland en dat hij deze caravans als marge caravans heeft doorverkocht aan de caravanhandelaren. Hij verklaarde onder meer:
“Meestal kocht ik caravans op bestelling van mijn Nederlandse afnemers.
De afnemers van mijn caravans konden weten dat het om nieuwe caravans ging die ik verkocht aan hen omdat bijvoorbeeld de gaspitten waren afgeplakt met plastic en de toiletpot was met plastic afgeplakt en de koelkast ook. Bij alles wat ik heb wel verteld teken ik aan dat ik de caravans “gebruikt” maakte omdat er een Duits kenteken bijzat op alle caravans waarop de naam van caravanhandel [H] op het kenteken stond.
Ik heb mijn klanten nooit voorgelogen ze wisten allemaal dat het nieuwe caravans waren, ze wisten heel goed hoe het zat, ze wisten alleen niet hoe ik het deed.
“Ik kan aan deze caravan zien dat het een caravan is geweest die op bestelling door mij aan [X] is geleverd. Dat weet ik omdat het een hele dure caravan betreft: type Excelsior dat is een caravan met onder andere leren banken enzovoort. Zulke dure caravans kocht ik nooit als ik niet zeker wist dat ik hem al had doorverkocht.
Ook de vermelding “Margewagen” op deze factuur is onjuist. Maar ik vermeldde dat op de facturen omdat dat de manier was waarop ik de caravans in Nederland kon verkopen. Dat wilden mijn afnemers ook zo, die stonden er op dat de vermelding: “margewagen” op de factuur werd vermeld. Die vermelding maakte mijn handel eigenlijk interessant.
De factuur is door mij vals opgemaakt en ik heb de facturen aan mijn afnemers aangeleverd zodat zij ze in hun boekhouding konden gebruiken als bewijs dat het om een caravan ging die onder de margeregeling viel terwijl dit niet zo was, omdat het altijd om een nieuwe caravan ging.
“Ja dat klopt ik heb daaraan meegewerkt op verzoek van afnemers en daarom marge vermeld terwijl ik wist dat het een gewoon een nieuwe caravan was. Ik merk verder op dat ik in dit setje documenten een factuur D-B-26 zie. Daarover kan ik verklaren dat dit een caravan is met verzwaarde uitdraaisteunen en een speciale beugel voor het reservewiel. Dit zijn accessoires die speciaal moeten worden opgegeven zodat dit in de fabriek tijdens de productie van de caravan kan worden gemonteerd. Dit is dus een caravan die op bestelling van [X] geleverd is. Dan kun je als [A] toch niet echt ontkennen dat hier nog sprake is van een gebruikte caravan, die onder een margeregeling kan vallen. Dat geld overigens voor de meeste caravans van [X]. Meestal waren dat bestelde caravans en maar zelden kon dit direct uit de voorraad van [H] worden geleverd. U vraagt mij naar de gemiddelde levertijden, dat was afhankelijk van het model en type. De wat kleinere caravans dus de 400 en 440 serie waren bijna altijd voorradig en konden dus snel door mij worden geleverd.
De wat grotere modellen waren eigenlijk altijd op bestelling en de levertijd was dat tussen de twee en acht weken.
Een enkele keer zelfs 16 weken omdat de productie in de fabriek van bepaalde modellen twee keer per seizoen plaatsvindt, en we dan moesten wachten tot de volgende serie van de band liep.”
In de processen-verbaal van de FIOD is voorts het volgende vermeld:
Verklaringen particuliere kopers
Wij hebben 11 willekeurig gekozen particuliere kopers benaderd die bij [X] een caravan hebben gekocht die [X] bij [G] heeft ingekocht. Wij hebben hen aangeschreven met het verzoek om een vragenlijst in te vullen en getekend aan ons te retourneren. Wij hebben van 9 van de 11 caravan kopers de vragenlijst ingevuld en ondertekend geretourneerd gekregen.
Alle 9 particuliere kopers die gereageerd hebben verklaren schriftelijk dat de caravan nieuw was toen zij deze bij [X] hebben gekocht. Een zestal van hen geeft aan dat de caravan niet op voorraad was en besteld moest worden. De overige drie kopers gaven aan dat de caravan uit voorraad kon worden geleverd.
Voor de resultaten van de door ons gehanteerde werkwijze wordt verwezen naar ambtshandeling AH-010.
Overige getuigenverklaringen
Getuige [K] heeft bij [X] een caravan gekocht. Het betreft een caravan die [G] aan [X] heeft geleverd
[K] is als getuige gehoord en verklaarde onder meer:
Vraag verbalisanten:
Wanneer heeft u deze caravan gekocht?
Antwoord gehoorde:
“Wij hebben deze caravan op 15 september 2007 besteld. Ik overhandig u hiervoor de originele koopovereenkomst en de door ons ontvangen factuur van 19 februari 2008. Ik had met [J] van [X] afgesproken dat de caravan zo spoedig mogelijk geleverd zou gaan worden. Wij hadden namelijk de toezegging van [J] dat hij de caravan in december 2007 zou kunnen leveren (….)
en
In oktober 2007 kregen wij een mailtje dat de levering van onze nieuwe caravan niet eerder kon plaatsvinden dan in januari 2008. Ook dit mail-bericht geef ik u hierbij. Wij wilden van de koop af en hebben [X] op 13 januari 2008 een brief geschreven dat wij de koopovereenkomst wilden laten ontbinden. (…)
en
[X] wilde ons namelijk laten geloven dat onze caravan een 500 KMFe eerst in maart 2008 bij Hobby van de band zou lopen en wij wisten dat dit absoluut niet zo was. Wij wisten dat Hobby in januari 2008 met de productie van de 500 KMFe zou starten(…)
en
Alle door mij aan [X] gezonden brieven en E-mails overhandig ik u hierbij. U kunt deze gebruiken voor uw onderzoek. Uiteindelijk is de caravan op 19 februari 2008 geleverd.
Gezien het chassisnummer en het feit dat de matrassen nog in het plastic zaten en ook de toiletbril nog in het plastic zat, hebben wij geconcludeerd dat wij een nieuwe caravan hadden besteld en gekregen. Wij waren daar heel kritisch over gezien de moeilijkheden bij de aflevering van deze caravan en hebben er dus erg op gelet dat er ons geen gebruikte caravan geleverd werd of met het chassisnummer van een overjarig model.”
Getuige [N] heeft bij [X] een caravan gekocht. Het betreft een caravan die [G] aan [X] heeft geleverd
[N] is als getuige gehoord en verklaarde onder meer:
“Ik ben in maart 2008 begonnen met de oriëntatie op een nieuwe caravan. Wij wilden graag een Hobby 560 KMFe. In die tijd hebben wij ook gekeken naar een gebruikte caravan van dit merk en dit type. Uiteindelijk bleek het verschil tussen nieuw en gebruik qua geld niet zo groot te zijn.
Daarom hebben wij besloten een nieuwe caravan te kopen. Dat hebben we toen gedaan bij [X] in [Z]. Ik heb daar gesproken met de verkoper [J].
[J] vertelde ons dat [X] de caravans uit Duitsland haalde bij verschillende officiële dealers. Hij heeft niet gezegd bij welke dealers. lk vroeg of er dan sprake was van een overjarig model. [J] vertelde dat dit niet het geval was en dat ik het model 2008 van hem kreeg. Hij vertelde ook dat de dealers in Nederland voor de vakantie in augustus moeten aangeven hoeveel caravans en van welk type hij denk te kunnen verkopen in het lopende jaar. Zoveel caravans van het juiste type worden de officiële dealer dan toegewezen. Omdat [X] geen officiële dealer was en omdat hij contacten het met Duitse dealers kon hij misschien wel door mij gezochte caravan leveren.
Dit eerste bezoek was op 22 maart 2008. Enige dagen later kreeg ik op mijn verzoek een e-mail van [J] dat de caravan die ik graag wilde hebben, namelijk de 560 KMFe, door hem uit voorraad te leveren was, via zijn Duitse contacten. Hij vertelde dat zij zelf uit Duitsland importeerden.
We hebben toen de caravan daar besteld begin april. Volgens mijn agenda 2 april 2008. De caravan zou vervolgens half mei 2008 worden geleverd. Uiteindelijk is de caravan half juni 2008 geleverd. U vraagt mij waarom later werd geleverd? Daar heb ik nooit een helder antwoord op gekregen. [J] bleef daar wazig over.”
En
“U vraagt mij of wij een nieuwe of een gebruikte caravan hebben gekocht? Wij hebben een nieuwe caravan gekocht. U vraagt mij hoe ik dat weet? Toen de caravan werd afgeleverd zat het plastic nog op de matrassen op de Wc bril en in de badkamer zaten de beschermfolie nog op de deurtjes en het spatscherm. Nee wij hadden echt een nieuwe caravan.””
De gemachtigde van belanghebbende heeft tegen de onderhavige naheffingsaanslag bij brief van 23 maart 2010, ontvangen door de Inspecteur op 24 maart 2010, bezwaar gemaakt. In deze brief heeft de gemachtigde vermeld dat op die dag een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen hem en de Inspecteur, waarin laatstgenoemde heeft toegezegd nadere informatie toe te zullen sturen over de naheffingsaanslag.
Bij brief van 1 april 2010 aan de gemachtigde van belanghebbende heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag gemotiveerd en een overzicht verstrekt van de onder 2.4 vermelde caravans ter zake waarvan de naheffingsaanslag is berekend. In de brief is verder vermeld:
"De onderhavige BTW-correctie is bepaald aan de hand van de administratieve gegevens aangeleverd door uw cliënt (zie bijlage voor wat betreft overzicht marge-inkopen). De BTW-correctie is als volgt berekend: foutieve marge-inkopen x 19/119. Het belastingnadeel betreffende het tijdvak 01-01-2005 t/m 31-12-2008 bedraagt tenminste € 268.035.".
Van [G] is geen omzetbelasting (na)geheven met betrekking tot de onderhavige transacties.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende ten onrechte de margeregeling heeft toegepast en dat het verdedigingsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel niet zijn geschonden.
Ter zitting van het Hof heeft [A] verklaard dat een deel van de onderhavige caravans op bestelling is gekocht.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In hoger beroep is in geschil of de onderhavige naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vragen of:
- -
-
belanghebbende terecht de margeregeling heeft toegepast op de leveringen van de caravans;
- -
-
het Europeesrechtelijke beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging zijn geschonden en, zo ja, of dit moet leiden tot de vernietiging van de naheffingsaanslag;
- -
-
de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden door het opleggen van de onderhavige naheffingsaanslag;
- -
-
de naheffingsaanslag in strijd met het bepaalde in artikel 20, lid 2, tweede volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) aan belanghebbende is opgelegd.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.