Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7193, 13/01165

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7193, 13/01165

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 september 2014
Datum publicatie
26 september 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:7193
Formele relaties
Zaaknummer
13/01165

Inhoudsindicatie

Premie volksverzekeringen. Opname onbetaald verlof voor het geven van ski-lessen in Oostenrijk. Vrijstelling premieplicht?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 13/01165

uitspraakdatum: 16 september 2014

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 31 oktober 2013, nummer AWB 13/2400, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.022. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 90.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 31 oktober 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 augustus 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [A], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de Inspecteur, bijgestaan door [C].

1.7

De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

In 2009 was belanghebbende woonachtig in [Z] en werkte zij sinds 1 maart 2006 in dienstbetrekking bij [D] BV ([D]) te [Z].

2.2

Vanaf 1 december 2008 tot en met 28 februari 2009 verbleef belanghebbende in [L] te Oostenrijk en was zij aldaar in loondienst werkzaam als skilerares bij [E]. De skilessen in groepsverband werden van zondag tot en met vrijdag gegeven. De zaterdagen werden in beslag genomen door het verzorgen van individuele lessen en het bijhouden van skivaardigheden door het volgen van trainingen. Gedurende de periode waarin de werkzaamheden werden verricht verbleef belanghebbende in [M], een dorp op tien kilometer afstand van [L].

2.3

Voor de bedoelde periode is belanghebbende met [D] overeengekomen dat zij onbetaald verlof opneemt. Gedurende de bedoelde periode van 1 december 2008 tot en met 28 februari 2009 was terugkeer in haar functie bij [D] niet mogelijk. Bij brief van 12 november 2008 schreef [D] daarover het volgende aan belanghebbende:

“(…)We hebben met elkaar de volgende afspraken gemaakt over je aanwezigheid bij – en inzet ten behoeve van [D]:

- Je neemt onbetaald verlof tussen 1 december 2008 en 28 februari 2009.

- Je draagt zorg voor een goede overdracht van werkzaamheden.

- Je controleert periodiek je zakelijke e-mail voor het geval collega’s enige hulp nodig hebben.

- Je arbeidscontract blijft gehandhaafd, dus je keert 1 maart 2009 terug in je reguliere functie.

- Over het onbetaalde verlof bouw je geen vakantiegeld of vakantiedagen op.

- De gebruikelijke verzuimregeling mbt. vakanties is niet van toepassing op dit onbetaald verlof.(…)”

2.4

In de gereleveerde periode heeft belanghebbende geen hulp aan collega’s hoeven geven en heeft zij evenmin feitelijk andere werkzaamheden verricht ten behoeve van [D].

2.5

Het hiervoor – onder 2.3 – bedoelde onbetaalde verlof is eenmalig geweest en is derhalve niet in eerdere of latere jaren aan de orde geweest.

2.6

Belanghebbende heeft haar aangifte IB/PVV 2009 bij de Inspecteur ingediend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.022. Belanghebbende heeft in haar aangifte voor de periode 1 januari 2009 tot en met 28 februari 2009 vrijstelling gevraagd voor de heffing van premie volksverzekeringen in verband met haar werkzaamheden in deze periode in Oostenrijk.

2.7

Met dagtekening 31 oktober 2012 heeft de Inspecteur de definitieve aanslag IB/PVV 2009 vastgesteld. De Inspecteur heeft de door belanghebbende gevraagde vrijstelling niet verleend en heeft bij de vaststelling van het premie-inkomen geen rekening gehouden met de inkomsten van belanghebbende uit Oostenrijk.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbende voor de maanden januari en februari 2009 is vrijgesteld van de premieplicht voor de volksverzekeringen in Nederland.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de bestreden aanslag tot een naar een premie-inkomen van € 26.772.

3.3

De Inspecteur beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing