Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-10-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7737, 13/01031

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-10-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7737, 13/01031

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 oktober 2014
Datum publicatie
17 oktober 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:7737
Formele relaties
Zaaknummer
13/01031

Inhoudsindicatie

Leges. Opbrengstlimiet legesverordening gemeente Baarn niet overschreden. Tariefstelling niet strijdig met evenredigheidsbeginsel.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 13/01031

uitspraakdatum: 7 oktober 2014

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Baarn (hierna: de heffingsambtenaar)

en het incidentele hoger beroep van

[X] bv te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 27 augustus 2013, nummer UTR 12/691, in het geding tussen de heffingsambtenaar en belanghebbende

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij schriftelijke kennisgeving aan belanghebbende een bedrag aan leges in rekening gebracht van € 123.703,65 welk bedrag – onder meer – is berekend naar een bouwsom van € 4.202.604 (hierna: de aanslag leges).

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag leges gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 27 augustus 2013 gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd en de aanslag leges vernietigd.

1.4

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en in haar verweerschrift incidenteel hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft het incidentele hoger beroep van belanghebbende beantwoord. In zowel het hoger beroep als het incidentele hoger beroep hebben partijen conclusies van repliek en dupliek ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 september 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. [A] namens belanghebbende en mr. [B], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [C] namens de heffingsambtenaar en zijn gemachtigde mr. [D], bijgestaan door [E], [F] en [G].

1.7

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft op 22 juli 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor de nieuwbouw van twaalf kantoorunits aan de [a-straat] 6 te [L].

2.2

De bouwkosten zijn vastgesteld op € 4.202.604 inclusief omzetbelasting. De omgevingsvergunning is in de loop van het jaar 2011 verleend.

2.3

Bij schriftelijke kennisgeving van 15 november 2011 heeft de heffingsambtenaar aan belanghebbende de aanslag leges opgelegd van € 123.703,65, in welk bedrag behalve leges over de bouwkosten van € 121.875,52 zijn begrepen een bedrag van € 1.227,48 ter zake van een adviesaanvraag welstand, een verhoging van de leges van € 304,50 ter zake van een binnenplanse, tijdelijke of buitenplanse ontheffing en een bedrag van € 296,15 voor de beoordelingskosten van een bodemonderzoek.

2.4

In de Legesverordening 2011 van de gemeente Baarn (hierna: de Verordening) is bepaald dat de leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven in de bijbehorende tarieventabel (hierna: de Tarieventabel). De Tarieventabel vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende:

“TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE FYSIEKE LEEFOMGEVING/OMGEVINGSVERGUNNING

(…)

2.3.1.

Bouwactiviteiten

2.3.1.1. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,9% met een minimum van € 119,25

2.3.1.2. (…)

2.3.1.3. De op grond van de onderdelen 2.3.1.1. en 2.3.1.2. geheven leges worden verhoogd met de kosten van de welstandscommissie, zoals die zijn weergegeven in bijlage I van deze tarieventabel.

(…)

2.3.3.

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.:

2.3.3.1. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder I, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) € 304,50

2.3.3.2. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) € 304,50

(…)

2.3.3.4. indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) € 304,50

(…)

2.3.9.

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens een wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld € 296,15”

2.5

In oktober 2010 heeft de gemeenteraad van de gemeente Baarn de programmabegroting 2011 vastgesteld. In de programmabegroting heeft de gemeenteraad kaders gesteld en budgetten bepaald op basis van aan de gemeenteraad gepresenteerde lasten en baten op programmaniveau. De lasten en baten op programmaniveau zijn een optelsom van ramingen op grootboekniveau. De gemeente Baarn stelt de ramingen op grootboekniveau op aan de hand van de gegevens uit voorgaande jaren en past deze aan naar aanleiding van wijzigingen. Bij de toerekening van kosten maakt de heffingsambtenaar onder andere gebruik van een op ervaring gebaseerde tijdsverdeling van de kosten van de frontoffice en van door de loonadministratie verstrekte loongegevens.

2.6

Bij het opstellen van de begroting houdt de gemeente Baarn dezelfde grootboeknummers aan als in haar administratie. Jaarlijks controleert de gemeente Baarn de begrote bedragen aan de hand van de gerealiseerde bedragen zoals die uit de gevoerde administratie voortvloeien. De jaarrekeningen van de gemeente Baarn worden door een accountant op rechtmatigheid en getrouwheid getoetst.

2.7

De heffingsambtenaar heeft in zijn hogerberoepschrift een “Begroting behorende bij de tarieventabel” (hierna: het begrotingsoverzicht) overgelegd. Het begrotingsoverzicht bevat per titel en per hoofdstuk van de Tarieventabel een raming van de baten en lasten aan de hand van gegevens van de grootboeknummers uit de gemeentelijke begroting. Bij de lasten heeft de heffingsambtenaar een toelichting gegeven en de gehanteerde kostentoedelingen toegelicht. Nadat belanghebbende in haar verweerschrift kanttekeningen bij het begrotingsoverzicht en de toelichting heeft gezet, heeft de heffingsambtenaar onderkend dat hij twee fouten heeft gemaakt. Hij heeft daarop een nieuw begrotingsoverzicht opgesteld en de door belanghebbende gemaakte opmerkingen per post besproken. In het begrotingsoverzicht bedragen de geraamde lasten € 2.182.489 (Titel 2: € 1.065.825) en de geraamde opbrengsten € 1.073.347 (Titel 2: € 715.282)

2.8

De Rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar en de aanslag leges vernietigd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de hoogte van de in rekening gebrachte leges. Het geschil spitst zich toe op de vragen:

  1. of het bepaalde in artikel 229b, lid 1, van de Gemeentewet (hierna: de opbrengstlimiet) is geschonden, zodat aan de Verordening en de Tarieventabel geheel dan wel partieel verbindende kracht moet worden ontzegd;

  2. of de heffingsambtenaar het vertrouwen bij belanghebbende heeft gewekt, dat de toetsing van de opbrengstlimiet enkel op het niveau van Titel 2 “Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning” dient te geschieden;

  3. of de gemeente Baarn bij de vaststelling van het tarief onredelijk en willekeurig heeft gehandeld en

  4. of de gemeente Baarn in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld bij de vaststelling van het tarief.

3.2

Belanghebbende beantwoordt voornoemde vragen bevestigend, de heffingsambtenaar beantwoordt deze ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.4

De heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en ongegrondverklaring van het beroep.

3.5

Belanghebbende concludeert primair tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank en, naar het Hof begrijpt, subsidiair tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de heffingsambtenaar en vermindering van de aanslag leges uitgaande van een correctie van het saldo van baten en lasten met € 600.000.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing