Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-04-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3200, 14/00775
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-04-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3200, 14/00775
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 29 april 2015
- Datum publicatie
- 22 mei 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:3200
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2014:3892, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3489, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 14/00775
Inhoudsindicatie
Informatiebeschikking. Stichting. Administratieplichtig? Schending administratieplicht?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00775
uitspraakdatum: 29 april 2015
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
Stichting [X], gevestigd te [Z] (hierna: belanghebbende),
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 juni 2014, nummer AWB 13/7369, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft op de voet van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) voor de jaren 2007 tot en met 2011 een informatie-beschikking vastgesteld.
Bij uitspraak op bezwaar van 9 oktober 2013 heeft de Inspecteur de informatie-beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 26 juni 2014 het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft bij brief van 5 augustus 2014, ingekomen bij het Hof op 7 augustus 2014, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 april 2015. Belanghebbende is vertegenwoordigd door haar bestuurders [A] en [B], bijgestaan door mr. [C] en [D], werkzaam bij [E] te [F]. Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [G] en [H].
Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en de wederpartij.
Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Feiten
Belanghebbende exploiteert een winkel waarin schaalmodellen van onder andere vrachtauto’s worden verkocht. Verder worden reparatiewerkzaamheden verricht en zijn losse onderdelen te koop. Ook via internet worden vrachtauto’s en onderdelen verkocht.
Belanghebbende is een stichting. De bestuurders van belanghebbende zijn [A] en zijn echtgenote.
Op 15 augustus 2012 is de Inspecteur met een boekenonderzoek aangevangen bij belanghebbende. In het hiervan opgemaakte concept-rapport van 31 oktober 2012 is onder meer het volgende vermeld:
“2.3. Administratie
[A] verzorgt de dagelijkse administratie. In een schriftje worden de ingekochte artikelen handmatig genoteerd. Bij verkoop wordt een kruisje achter het artikel geplaatst. Contante verkopen vormen het grootste gedeelte van de omzet. Op losse blaadjes worden de contant verkochte artikelen genoteerd. Regelmatig worden de verkopen getotaliseerd en het ontvangen bedrag wordt in zijn geheel op de bank gestort. Ook wordt een belangrijk deel van de inkopen contant betaald. Hiervan zijn wel facturen. Voor de betaling van deze facturen wordt eerst een bedrag opgenomen van de bank. Een kasadministratie waarin dagelijks c.q. wekelijks ontvangsten en uitgaven, bankopnamen en –stortingen staan genoteerd, wordt niet bijgehouden. Er is dan ook geen controle mogelijk op een eventueel aanwezig kassaldo. De vele contante mutaties ten spijt. De losse blaadjes met daarop de contante ontvangsten, kan niet worden gekwalificeerd als een kasadministratie. Gelet op het totaal aan contant geldverkeer, mag bij deze onderneming aan de kasadministratie deugdelijke eisen worden gesteld. De gevoerde administratie kan niet dienen als een betrouwbare basis voor de juistheid en volledigheid van de ontvangstenverantwoording. In hoofdstuk 4 kom ik hierop nog terug.
Daarnaast is tijdens het onderzoek gebleken dat via de privé bankrekening ook substantiële ontvangsten worden gegenereerd, die toe te schrijven zijn aan ontvangsten voor de Stichting. De privé rekening werd geheel buiten de administratie van de Stichting gehouden. Ook de boekhouder heeft geen inzage in de betreffende privé rekening gehad.
(…)
.1. Ontvangsten op privé [a-bank]-rekening
Zoals eerder aangegeven worden er ontvangsten gegenereerd via de privé bankrekening bij de [a-bank] ten name van [A] (rekeningnummer …). In totaal belopen de ontvangsten over de jaren 2007 tot en met 2011 € 191.426. Incidenteel vinden grote contante opnamen plaats ten name van de genoemde rekening. (…)
Ik ben van mening dat de ontvangsten op de privé [a-bank] rekening ten onrechte niet zijn verantwoord in de jaarrekening van [belanghebbende]. (…)
De heer [A] verklaart dat de ontvangsten deels betrekking hebben op [belanghebbende] en zijn verantwoord op de overzichten van de contante ontvangsten. Een ander deel heeft betrekking op verkopen van de privé verzameling. Door de jaren heeft hij, zo verklaart de heer [A], ook in privé een verzameling modeltrucks aangelegd.
Zoals gezegd worden op losse blaadjes de contant verkochte artikelen genoteerd. Regelmatig worden de verkopen getotaliseerd en het ontvangen bedrag wordt in zijn geheel op de bank gestort. Indien nu de ontvangsten op de privé [a-bank] deels ook zijn genoteerd op het overzicht van de contante ontvangsten, zou dit betekenen dat de een aantal afnemers tweemaal heeft betaald. Immers de contante ontvangsten worden in zijn geheel gestort op de zakelijke bankrekening. Hierover verklaart de heer [A] nu dat de storting op de zakelijke bank wordt aangevuld met opnamen van de privé [a-bank]-rekening voor het bedrag dat niet contant werd ontvangen. Hoeveel er per storting naar de bank wordt aangevuld vanuit de privé [a-bank]-rekening is nergens genoteerd. Deze handelswijze zoals de heer [A] deze omschrijft, is niet controleerbaar. Ik heb ook geen match kunnen ontdekken tussen de bijschrijvingen op de [a-bank] rekening en de bedragen met omschrijving op de losse blaadjes met de contante ontvangsten.
Met betrekking tot de privé verzameling kan niet worden aangegeven welke ontvangst er betrekking heeft op de privé verzameling en welke ontvangst er betrekking heeft op verkoop ten bate van [belanghebbende]. Ook is niet aan te geven waar nu de scheidslijn ligt tussen privé en zakelijk. De administratieve vastleggingen bieden geen ondersteuning aan de verklaringen van de heer [A]. Een “scheidslijn” tussen wat de heer [A] dan de noemt de privé verzameling en de voorraad [belanghebbende] is niet zichtbaar en/of niet aan te geven.
De heer [A] is er niet in geslaagd om aan te tonen dat de ontvangsten op zijn privé rekening zijn verantwoord in het resultaat van [belanghebbende]. (…)
Overige bevindingen
Dat de ontvangstverantwoording (vermoedelijk) niet juist en volledig is, wordt verder ondersteund door de wisselende brutowinstpercentages en door de uitkomst van de vermogensvergelijking.
Onderstaand geef ik een overzicht van de bruto marges over de jaren 2007-2011:
2007 2008 2009 2010 2011
Omzet volgens jaarrek. € 144.281 € 134.158 € 161.111 € 89.573 € 58.287
Inkoopwaarde - 115.360 - 143.576 - 150.527 - 87.066 - 44.935
Bruto marge € 28.921 -/- € 9.418 € 10.584 € 2.507 € 13.352
In % van de inkoopwaarde 24,5% -/- 6,6% 7% 2,9% 29,7%
Het overig privé zoals dit resteert uit de vermogensvergelijking bedraagt over:
2007 2008 2009 2010 2011
Bruto privé € 8.807 € 12.742 € 39.650 € 25.951 € 18.563
Benoemde uitgaven - 9.939 - 16.417 - 24.631 - 26.165 - 28.099
Overig privé -/- € 1.132 -/- € 3.675 € 15.019 -/- € 214 -/- € 9.536
Hierbij nog opgemerkt dat kosten levensonderhoud, kleding, privé autokosten, uitgaven tijdens vakantieverblijf niet zijn begrepen in de benoemde uitgaven.
(…)
6 Vennootschapsbelasting
De resultaten van [belanghebbende] zijn voor de vennootschapsbelasting verantwoord. Beoordeeld dient te worden of dit de juiste rechtstoepassing is. De bestuurders van [belanghebbende] zijn de heer en mevrouw [A]. Een eventueel batig saldo bij opheffing van [belanghebbende] komt ter beschikking van de bestuurders, die daarvoor een bestemming kunnen aanwijzen. Er is geen scheiding aan te brengen tussen de verkoopactiviteiten en de ontvangsten die binnenkomen via de privé bankrekening (…). In feite komen de lusten en lasten voor rekening en risico van de heer (en mevrouw) [A]. Voor de heffing van de winstbelasting wordt [belanghebbende] als een zogenoemd transparant lichaam aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat de resultaten uit [belanghebbende] worden toegerekend aan de heer [A]. (…)”
Omdat niet of niet geheel aan de administratieve verplichtingen van artikel 52 AWR is voldaan, heeft de Inspecteur op 11 april 2013 een informatiebeschikking vastgesteld. In de informatiebeschikking is onder meer het volgende vermeld:
“In het kader van het boekenonderzoek (…) betreffende de aangiften:
- (…)
- vennootschapsbelasting over 2007 tot en met 2011;
- omzetbelasting over de periode 01-01-2007 tot en met 31-12-2011,
is gebleken dat u zich op onderdelen niet gehouden hebt aan de administratieplicht. De bepalingen op dit gebied vindt u terug in artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR). (…) Ik ben van mening dat uw administratie op de volgende punten niet aan wettelijke normen voldoet:
Administratieplicht
Uw administratie voldoet (op onderdelen) niet aan het eerste lid van artikel 52 van de AWR. (…) En wel op de volgende onderdelen en/of om de volgende reden(en):
- De kas mutaties zijn niet of niet tijdig geadministreerd, waardoor geen saldi zijn vast te stellen. De rechten en plichten blijken niet uit de administratieve vastleggingen. De vastleggingen van de contante geldstromen zijn niet duidelijk weergegeven, waardoor controle op de totale contante ontvangsten en uitgaven binnen een redelijke termijn onmogelijk wordt gemaakt. De door u als contante ontvangsten geboekte omzet is volgens uw verklaringen (groten)deels niet contant ontvangen, maar op een privé bankrekening. Welk deel dan werkelijk contant werd ontvangen en welk deel dan via de privé bankrekening heeft u niet geadministreerd. Daarnaast is gebleken dat kasuitgaven (bijvoorbeeld de contante inkopen bij leverancier [I], [J]) niet op de juiste data worden geadministreerd.
- Een kasadministratie waaruit op willekeurige data een saldo kan worden getrokken en controleerbaar is op juistheid en volledigheid. Een kasadministratie zoals hiervoor bedoeld heeft u niet overlegd.
(…)
Ik stel thans dan ook vast dat u niet of niet geheel aan uw administratieve verplichtingen uit hoofde van artikel 52 van de AWR heeft voldaan. Ik geeft u hiervoor dan ook een informatiebeschikking.”
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de informatiebeschikking. In het bezwaarschrift heeft belanghebbende opgemerkt dat zij een deel van haar omzet – de omzet uit verkoop via internet – ontvangt op een privé bankrekening van de heer [A], dat deze rekening geen onderdeel vormt van de administratie van belanghebbende, dat op de privé bankrekening ook mutaties plaatsvinden die worden veroorzaakt door verkopen van auto’s uit de privé verzameling van de heer [A], dat de ontvangsten op de privébankrekening handmatig worden bijgehouden, dat de aldus geregistreerde omzet periodiek wordt afgestort op de bankrekening van belanghebbende en dat dit in de administratie van belanghebbende als “kasomzet” wordt aangemerkt. Verder is opgemerkt dat in 2011 door blikseminslag een computer waarin een deel van de administratie was opgeslagen, is vernietigd.
Bij uitspraak op bezwaar van 9 oktober 2013 heeft de Inspecteur de informatiebeschikking gehandhaafd.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat eerst na een reconstructie achteraf de rechten en verplichtingen van belanghebbende alsmede de voor de belastingheffing overigens van belang zijnde gegevens zijn gebleken, dat de kasadministratie geen vermelding van data bevat, en dat de privé bankrekening van [A] niet in de administratie van belanghebbende is opgenomen terwijl deze rekening voor een belangrijk deel voor zakelijke transacties wordt gebruikt. Gelet daarop voldoet de administratie van belanghebbende niet aan de eisen die artikel 52 AWR daaraan stelt en is volgens de Rechtbank de informatiebeschikking terecht afgegeven.