Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3787, 13/00957, 13/00958 en 13/00959
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3787, 13/00957, 13/00958 en 13/00959
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 27 mei 2015
- Datum publicatie
- 5 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:3787
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:2125, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 13/00957, 13/00958 en 13/00959
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Ondernemer met ondeugdelijke kasadministratie. Aanbod indiening nieuwe stukken en getuigenbewijs geweigerd. Schending administratieplicht. Omkering en verzwaring bewijslast en redelijke schatting. Vergrijpboete. Opzet?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummers 13/00957, 13/00958 en 13/00959
uitspraakdatum: 27 mei 2015
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 6 augustus 2013, nummers AWB 12/342, 12/3794 en 12/3795 in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn over de jaren 2005, 2006 en 2008 belastingaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Daarbij zijn aan belanghebbende voorts over de jaren 2005 en 2006 vergrijpboeten opgelegd en is hem heffingsrente in rekening gebracht.
Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de belastingaanslag over het jaar 2005 en de daarbij behorende beschikkingen inzake de boete en heffingsrente gehandhaafd. De belastingaanslagen over de jaren 2006 en 2008, de beschikking inzake de boete over het jaar 2006 en de beschikkingen heffingsrente zijn door de Inspecteur verminderd.
Het door belanghebbende tegen deze uitspraken op bezwaar ingestelde beroep is door de Rechtbank ongegrond verklaard voor zover het de belastingaanslagen en de beschikkingen inzake de heffingsrente betreft en gegrond voor zover het de boetebeschikkingen betreft. De op de boetebeschikkingen betrekking hebbende uitspraken op bezwaar zijn door de Rechtbank vernietigd en de boeten zijn door haar verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Partijen hebben vervolgens nadere stukken ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast vorenbedoelde stukken, voorts de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgehad op 9 april 2015 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord: belanghebbende, bijgestaan door [A], [B], [C], [D] en [E]. Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [F], mr. [G] en [H].
De zaken zijn gelijktijdig behandeld met de zaak met rolnummer 13/00960 die betrekking heeft op een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008.
Belanghebbende en de Inspecteur hebben een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.
2 Feiten
Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De onderneming heeft twee vestigingen, één in [Z] (uitgeoefend onder de naam “[I]”) en één in [J] (uitgeoefend onder de naam “[K]”). In de vestiging te [Z] bestaan de ondernemingsactiviteiten uit de verkoop van Surinaamse levensmiddelen (zoals onder meer rijst, roti, vis, vlees en bananen) alsmede uit de verkoop van drogisterijartikelen, snoep en tabak. In de vestiging te [J] houdt belanghebbende zich bezig met de bemiddeling bij de verkoop van vliegtickets met – vooral – bestemming Suriname.
De winkel in [Z] beschikte in de jaren 2005 tot en met 2008 niet over een kassa en evenmin over een pinautomaat. De betalingen door de klanten geschiedden contant. Het filiaal te [J] beschikte in genoemde jaren over een pinautomaat. De door de klanten in het filiaal te [J] gekochte vliegtickets werden niet alleen per pin betaald maar ook contant. In het filiaal te [J] heeft belanghebbende geen kasboek bijgehouden. In de kasboeken die voor het filiaal te [Z] werden bijgehouden werden alleen de dagontvangsten genoteerd. Belanghebbende heeft zijn administratie in Excel gevoerd.
Naar aanleiding van de bevindingen van een in 2006 bij belanghebbende ingesteld boekenonderzoek is door de controlerend ambtenaren de conclusie getrokken dat de kasadministratie van belanghebbende voor de jaren 2003 en 2004 niet voldeed aan de wettelijke eisen. Bij het vaststellen van de aanslagen IB/PVV voor die jaren zijn winstcorrecties toegepast door de inspecteur. Van het opleggen van boeten is toen afgezien omdat geen sprake zou zijn van ‘opzet’ bij belanghebbende. Er was volgens de controlerend ambtenaren sprake van, kort gezegd, een gebrekkige begeleiding door de toenmalige adviseur.
Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV 2005 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.544. Overeenkomstig deze aangifte is de primitieve aanslag IB/PVV 2005 door de Inspecteur vastgesteld. Voor het jaar 2006 heeft belanghebbende een aangifte IB/PVV ingediend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.219. De primitieve aanslag IB/PVV 2006 is overeenkomstig deze aangifte opgelegd aan belanghebbende.
In december 2009 is wederom een boekenonderzoek bij belanghebbende ingesteld. De bevindingen van dit onderzoek zijn verwoord in een rapport van 7 juni 2010. Dit rapport behelst – voor zover van belang – het volgende.
“(…)
1 Reikwijdte van het onderzoek
Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangiften:
- inkomstenbelasting en Premie volksverzekeringen 2005 tot en met 2008.
- omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008.
(…)
2.3.2. Niet voldoen aan de administratieplicht
De administratie van belastingplichtige voldoet niet aan de wettelijke eisen, omdat gezien de aard van de onderneming voor een goede bedrijfsvoering een kasadministratie van essentieel belang is.
Een aan de eisen van het bedrijf te stellen kasadministratie ontbreekt volledig.
Van de activiteiten van de winkel aan de [a-straat] worden alleen de dagontvangsten bijgehouden.
Elke vorm van een kasadministratie ontbreekt hier.
Van het filiaal te [J] wordt ook geen kasadministratie bijgehouden ondanks het feit dat een aanzienlijk deel van de ticketverkopen contant geschied. Voor het jaar 2008 was dit 59% van de verkopen vliegtickets. Bovendien wordt de administratie zodanig gevoerd dat niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van belastingplichtige duidelijk blijken. (…)