Rechtbank Gelderland, 06-08-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2125, AWB-12_342
Rechtbank Gelderland, 06-08-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2125, AWB-12_342
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 6 augustus 2013
- Datum publicatie
- 16 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2013:2125
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:3787, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB-12_342
Inhoudsindicatie
Geen samenvatting, publicatie op verzoek.
Uitspraak
Team belastingrecht
Zittingsplaats Arnhem
registratienummers: AWB 12/342, AWB 12/3794, AWB 12/3795 en AWB 12/3796
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 6 augustus 2013
inzake
[X] , wonende te [Z] , eiser,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiser de volgende aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd:
voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000] .H.57)
IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.129, alsmede bij beschikking een boete van € 3.319. Tevens is bij beschikking € 1.625 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000] .H.67)
IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 55.106, alsmede bij beschikking een boete van € 8.063. Tevens is bij beschikking € 2.854 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Voor het jaar 2008 een aanslag (aanslagnummer [000] .H.86)
IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 49.008 Tevens is bij beschikking € 1.126 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft tevens aan eiser, met dagtekening 31 augustus 2010, over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 een naheffingsaanslag omzetbelasting (aanslagnummer [000] .F.01.8501) opgelegd van € 14.135. Tevens is bij beschikking een boete opgelegd van € 3.533 en een bedrag van € 1.895 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 oktober 2011 de naheffingsaanslag omzetbelasting, de betreffende beschikking heffingsrente en de boetebeschikking gehandhaafd.
Eiser heeft bij brief van 9 november 2011, ontvangen door verweerder op 11 november 2011, beroep ingesteld betreffende de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2005, 2006 en 2008 en de naheffingsaanslag omzetbelasting. Verweerder heeft het beroepschrift met toepassing van artikel 6:15 van de Awb doorgestuurd aan de rechtbank Utrecht (thans: rechtbank Midden-Nederland), alwaar het op 10 januari 2012 is binnengekomen. Deze rechtbank heeft het beroepschrift vervolgens, eveneens met toepassing van artikel 6:15 van de Awb, doorgestuurd aan de rechtbank Arnhem (thans: rechtbank Gelderland) alwaar het op 23 januari 2012 is binnengekomen.
Verweerder heeft met dagtekening 31 december 2011 de boetebeschikking voor de omzetbelasting verminderd tot € 1.750.
Eiser heeft bij brief van 8 januari 2012 nogmaals beroep ingesteld tegen de betreffende aanslagen.
Verweerder heeft per brief van 12 januari 2012 aan eiser laten weten dat zijn beroep ten aanzien van de (navorderings)aanslagen IB/PVV prematuur is. Dit omdat nog geen uitspraak op bezwaar is gedaan.
De rechtbank heeft de beroepschriften van eiser, aangaande de aanslagen IB/PVV, bij brief van 24 februari 2012 aangemerkt als bezwaarschrift en doorgestuurd aan verweerder. Van deze doorzending is eiser op de hoogte gesteld.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 9 mei 2012 de navorderingsaanslag IB/PVV 2005, de betreffende beschikking heffingsrente en de boetebeschikking over het jaar 2005 gehandhaafd.
Eiser heeft op 11 april 2012 bij verweerder bezwaar gemaakt tegen het voornemen tot de uitspraak op bezwaar voor de aanslagen IB/PVV van verweerder van 28 maart 2012. Eiser heeft deze bezwaren op 28 april 2012 nader gemotiveerd.
Verweerder heeft tevens bij uitspraak op bezwaar van respectievelijk 14 juni 2012 (voor het jaar 2006) en 30 mei 2012 (voor het jaar 2008) de (navorderings)aanslagen IB/PVV, de betreffende beschikkingen heffingsrente en de boetebeschikkingen voor de jaren 2006 en 2008 verminderd. Deze zijn als volgt vastgesteld:
Voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000] .H.67)
IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 49.493, alsmede bij beschikking een boete van € 6.741. Tevens is bij beschikking € 2.386 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Voor het jaar 2008 een aanslag (aanslagnummer [000] .H.86)
IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.964 Tevens is bij beschikking € 404 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 27 juni 2012 de bijlage “toelichting tot het indienen van een beroepschrift” behorende bij de uitspraak op bezwaar IB/PVV over het jaar 2005 toegezonden.
Gemachtigde van eiser heeft bij brief van 26 juli 2012, ontvangen door de rechtbank op 27 juli 2012, een nadere motivering van het beroep ingediend.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft vóór de zitting op 1 maart 2013 een nader stuk ingediend. Dit stuk is in afschrift verstrekt aan verweerder. Eiser heeft voorts op 14 maart 2013 een pleitnota toegezonden aan de rechtbank.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2013 te Arnhem.
Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn vader en zijn gemachtigde [gemachtigde] . Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigde] , [A] en [B] .
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst ten einde verweerder in de gelegenheid te stellen om een reactie te geven op de pleitnota van eiser van 14 maart 2013.
Bij brief van 1 mei 2013 heeft verweerder een reactie op de pleitnota van eiser gegeven. Deze reactie is doorgestuurd aan eiser.
Vervolgens hebben partijen de rechtbank toestemming verleend om zonder nadere zitting uitspraak te doen, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
2 Feiten
Eiser is eigenaar van een eenmanszaak met vestigingen in [Z] en [Q] . De activiteiten van de eenmanszaak bestaan uit de verkoop van levensmiddelen, drogisterijartikelen, tabak en vliegtickets. Het filiaal in [Q] verkoopt enkel vliegtickets.
De winkel in [Z] beschikte in de jaren 2005 tot en met 2010 niet over een kassa en ook niet over een pinautomaat. In de kasboeken werden de dagomzetten bijgehouden. De winkel in [Q] beschikte in de jaren 2005 tot en met 2010 enkel over een pinautomaat. Voor dit filiaal werd geen afzonderlijk kasboek bijgehouden.
Eiser heeft over de betreffende jaren zijn administratie bijgehouden in excelsheets.
Eiser heeft geen aangifte omzetbelasting gedaan over de jaren 2005 tot en met 2008. Voor deze jaren is door verweerder een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd.
Aan eiser is over het jaar 2005 een definitieve aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.544.
Aan eiser is voorts over het jaar 2006 een definitieve aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.219.
Eiser heeft op 20 maart 2009 over het jaar 2008 zijn aangifte IB/PVV ingediend.
Bij eiser is op 3 december 2009 door verweerder een boekenonderzoek aangekondigd. Dit onderzoek is op 15 december 2009 aangevangen en hiervan is op 7 juni 2010 en rapport opgesteld. In het boekenonderzoek is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“(…)
1 Reikwijdte van het onderzoek
Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangiften:
- inkomstenbelasting en Premie volksverzekeringen 2005 tot en met 2008.
- omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008.
(…)
Niet voldoen aan de administratieplicht
De administratie van belastingplichtige voldoet niet aan de wettelijke eisen, omdat gezien de aard van de onderneming voor een goede bedrijfsvoering een kasadministratie van essentieel belang is.
Een aan de eisen van het bedrijf te stellen kasadministratie ontbreekt volledig.
Van de activiteiten van de winkel aan de [A-straat 1] worden alleen de dagontvangsten bijgehouden.
Elke vorm van een kasadministratie ontbreekt hier.
Van het filiaal te [Q] wordt ook geen kasadministratie bijgehouden ondanks het feit dat een aanzienlijk deel van de ticketverkopen contant geschied. Voor het jaar 2008 was dit 59% van de verkopen vliegtickets. Bovendien wordt de administratie zodanig gevoerd dat niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van belastingplichtige duidelijk blijken. (…)
3 Fiscale balans
Van de balansposten van de jaren 2005 t/m 2008 konden door belastingplichtige geen specificaties worden verstrekt. Een deel heb ik proberen te achterhalen aan de hand van de overgelegde basisbescheiden (bankafschriften ed).
(…)