Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:398, 14/00439
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:398, 14/00439
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 20 januari 2015
- Datum publicatie
- 30 januari 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:398
- Zaaknummer
- 14/00439
Inhoudsindicatie
Onroerendezaakbelasting. Heffingsmaatstaf voor gebruikersbelasting. Melkveebedrijf. Waardetoekenning aan tuin.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00439
uitspraakdatum: 20 januari 2015
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende),
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 26 maart 2014, nummer UTR 13/1522, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente De Ronde Venen (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een aanslag in de onroerendezaakbelastingen (hierna: gebruikersbelasting) voor het jaar 2012 opgelegd ten bedrage van € 215 ter zake van het gebruik van de onroerende zaak gelegen aan de [a-straat] 4 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), welke aanslag is berekend naar een waarde van € 234.000.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 1 februari 2013 het door belanghebbende gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 26 maart 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft bij faxbericht van 2 mei 2014 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2014 te Arnhem. Belanghebbende is vertegenwoordigd door mr. [A], werkzaam bij [B] te [L]. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [C].
Ter zitting heeft de heffingsambtenaar, met instemming van belanghebbendes gemachtigde, een afschrift van de uitspraken van Hof Den Bosch 6 november 2014, nr. 13/00580, ECLI:NL:GHSHE:2014:4612, en Rechtbank Overijssel 7 juli 2014, nr. Awb 14/229, ingebracht.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Feiten
De onroerende zaak betreft een agrarisch object (melkveebedrijf), bestaande uit een bedrijfswoning, stallen, bedrijfsgebouw, schuur, werktuigberging/wagenloods, hooi-/stroschuur, gelegen op een perceel van 3.250 m². De oppervlakte van de grond onder en bij de bedrijfswoning (hierna: de tuin) bedraagt 650 m², de oppervlakte van het bij het bedrijf behorende erf bedraagt 2.600 m².
3 Geschil
In geschil is naar welke heffingsmaatstaf de aanslag gebruikersbelasting moet worden opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag welke waarde kan worden toegekend aan de tuin. Deze waarde dient bij het vaststellen van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking te worden gelaten.
Belanghebbende betoogt dat van de totale grondwaarde van € 110.500 niet een bedrag van € 22.100, maar een bedrag van € 60.250 aan de tuin moet worden toegerekend, zodat deze waarde buiten aanmerking moet blijven voor de heffingsmaatstaf. Dit betekent dat de heffingsmaatstaf € 38.150 lager moet zijn, aldus belanghebbende. De heffingsambtenaar verdedigt de stelling dat een bedrag van € 22.100 aan de tuin moet worden toegerekend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de aanslag gebruikersbelasting tot een berekend naar een waarde van € 234.000 minus € 38.150, oftewel € 195.000 (afgerond). De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.