Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:399, 14/00444

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:399, 14/00444

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 januari 2015
Datum publicatie
30 januari 2015
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:399
Zaaknummer
14/00444

Inhoudsindicatie

Algemeen. Ontvankelijkheid bezwaar. Mededeling uit 1972 van belastingdienst aan de SVB.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00444

uitspraakdatum: 20 januari 2015

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 10 april 2014, nummerAWB 13/5907, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Nijmegen (hierna: de Inspecteur).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De Inspecteur heeft in een rapport uit 1972 belanghebbende als niet verzekerd ingevolge de volksverzekeringen aangemerkt, welk rapport is toegestuurd aan de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB).

1.2.

Nadat belanghebbende van dit rapport heeft kennisgenomen op een zitting van de Centrale Raad van Beroep van 7 december 2012, heeft belanghebbende bij brief van 7 december 2012, ingekomen op 13 december 2012, bezwaar gemaakt bij de Inspecteur tegen de conclusie uit het rapport dat hij niet is verzekerd ingevolge de volksverzekeringen.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 19 september 2013 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 10 april 2014 ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft op 5 mei 2014 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2014 te Arnhem. Belanghebbende is verschenen en bijgestaan door mr. [A], advocaat te [L]. Namens de Inspecteur is verschenen [B].

1.8.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is [in] 1954 geboren te Suriname.

2.2.

De Inspecteur heeft in 1972 een rapport opgesteld waarin onder meer het volgende is vermeld:

“Rapport naar aanleiding van een door een gemeentebestuur aan de rijksbelastingdienst gezonden opgaaf van een in het bevolkingsregister opgenomen persoon wegens vestiging hier te lande

Naam : [X]

Voornamen : [a-straat]

Geboortedatum : [1954]

Nationaliteit : Nederlandse

Beroep : zonder

Ongehuwd

(…)

Feitelijke datum van vestiging : 130872

(…)

Uit welk land is betrokkene gekomen : Suriname, District Suriname

Reden van het verblijf hier te lande : Studie

Onderstaande vragen alleen in te vullen voor hier te lande werkzaam zijnde personen

-Is betrokkene in loondienst bij een buitenlandse werkgever : neen

-Is betrokkene voor een bepaalde periode hier te lande

werkzaam. Zo ja, voor welke periode : onbeperkt

-Is betrokkene in dienst bij een Nederlandse werkgever : neen

Conclusie (in te vullen door de inspecteur) : Wordt niet verzekerd

Gezonden aan de Sociale Verzekeringsbank te Amsterdam (alleen indien de betrokkene niet wordt verzekerd, behoudens de verlofgevallen)

De inspecteur der directe belastingen,

[handtekening]

Premieheffing nr. 9”

2.3.

In februari 2009 heeft belanghebbende aan de SVB een pensioenoverzicht ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) gevraagd. Daarbij heeft hij vermeld dat hij [in][in] 1972 Nederland is binnen gereisd vanuit Suriname teneinde in Nederland te gaan studeren en dat hij in mei 1974 in Nederland is gaan werken.

2.4.

De SVB heeft bij besluit van 15 april 2009 vastgesteld dat belanghebbende van 17 februari 1969 - zijn 15e verjaardag - tot en met 30 april 1974 niet verzekerd is geweest. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. Bij besluit van 15 juli 2009 heeft de SVB het bezwaar ongegrond verklaard.

2.5.

Belanghebbende heeft inzake deze uitspraak op bezwaar van 15 juli 2009 beroep en hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft bij uitspraak van 24 januari 2014, nr. 10/5564 AOW, ECLI:NL:CRVB:2014:228, geoordeeld dat belanghebbende in het tijdvak van 17 februari 1969 tot 13 augustus 1972 in Suriname woonde, dat belanghebbende in het tijdvak 13 augustus 1972 tot en met 30 april 1974 in Nederland een studie volgde en dat belanghebbende derhalve in dat tijdvak geen duurzame band van persoonlijke aard had met Nederland en mitsdien ook voor dat tijdvak niet op grond van artikel 6 van de AOW verzekerd is als ingezetene van Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft in dat verband overwogen dat voor de vraag of sprake is van verzekering ingevolge de AOW bepalend is of iemand ingezetene van Nederland is dan wel ter zake van hier te lande verrichte arbeid in dienstbetrekking onderworpen is aan loonbelasting, en dat het feit dat de Belastingdienst belanghebbende in een rapport uit de jaren ’70 als niet verzekerd ingevolge de volksverzekeringen heeft aangemerkt, niet doorslaggevend is voor de uitkomst.

2.6.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale van Beroep cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft bij arrest van 20 juni 2014, nr. 14/00948, ECLI:NL:HR:2014:1482, het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard onder verwijzing naar artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.

2.7.

Belanghebbende heeft ter zitting van de Centrale Raad van Beroep van 7 december 2012 kennis genomen van het rapport uit 1972. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt bij de Inspecteur tegen de conclusie uit het rapport dat hij niet is verzekerd ingevolge de volksverzekeringen. De Inspecteur heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

2.8.

De Rechtbank heeft geoordeeld dat de mededeling van de Inspecteur aan de SVB niet als een besluit in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan worden aangemerkt, zodat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

3 Geschil

In geschil is of de Inspecteur terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.

4 Overwegingen

5 Proceskosten

6 Beslissing