Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1154, 12/00124

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1154, 12/00124

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 februari 2016
Datum publicatie
26 februari 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:1154
Formele relaties
Zaaknummer
12/00124

Inhoudsindicatie

Rioolheffingen. Is art. 228a Gemeentewet in strijd met Europese Kaderrichtlijn? Overschrijding opbrengstlimiet?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 12/00124

uitspraakdatum: 16 februari 2016

nummer /

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 26 januari 2012, nummer AWB 11/3806, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in een gecombineerd aanslagbiljet voor het belastingjaar 2010 krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken de waarde van de woning [a-straat] 12 te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2009 vastgesteld, alsmede aanslagen onroerendezaakbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing, watersysteemheffing gebouwd, watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing opgelegd.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft de bezwaren tegen de beschikking en de aanslagen afgewezen.

1.3.

Belanghebbende is tegen voormelde uitspraken van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft bij uitspraak van 26 januari 2012 de aanslag afvalstoffenheffing 2010 vernietigd en de beroepen voor het overige ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank, voor zover deze betrekking heeft op de rioolheffing, hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2015 te Arnhem. Belanghebbende is daar verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. [A] , alsmede namens de heffingsambtenaar mr. [B] en mr. [C] .

1.7.

Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt waarvan op 7 oktober 2015 een afschrift aan partijen is gezonden.

1.8.

Bij brief van 7 oktober 2015 heeft het Hof het onderzoek heropend en de heffingsambtenaar verzocht nadere informatie te verstrekken, hetgeen de heffingsambtenaar heeft gedaan bij brief van 19 oktober 2015. Belanghebbende heeft op deze nadere inlichtingen gereageerd bij brief van 16 november 2015. Het Hof heeft het onderzoek met instemming van beide partijen hierna gesloten zonder nadere mondelinge behandeling ter zitting.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende was in 2010 eigenaar en gebruiker van de woning aan het [a-straat] 12 te [Z] . De woning is aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

In hoger beroep is tussen partijen nog slechts in geschil (i) of artikel 228a van de Gemeentewet (hierna: Gw) in strijd is met Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (hierna de Krw of Kaderrichtlijn Water), zodat de op dit wetsartikel gebaseerde gemeentelijke verordening rioolheffingen en daarop gebaseerde aanslagen een juridische basis ontberen, (ii) of de opbrengstlimiet inzake de rioolheffing is overschreden en (iii) of de Rechtbank de veroordeling in de proceskosten tot een te laag bedrag heeft vastgesteld.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt bovenstaande vragen bevestigend, de heffingsambtenaar ontkennend.

3.3.

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan op de zitting is toegevoegd, is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de aanslag rioolheffing, de heffingsambtenaar tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing