Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1466, 13/00744 tm 13/00746

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1466, 13/00744 tm 13/00746

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 februari 2016
Datum publicatie
4 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:1466
Formele relaties
Zaaknummer
13/00744 tm 13/00746

Inhoudsindicatie

Verpakkingenbelasting. Vormt liner belaste verpakking?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 13/00744, 13/00745 en 13/00746

uitspraakdatum: 23 februari 2016

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X1] b.v., [X2] b.v. c.s. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 juni 2013, nummers AWB 12/2210, AWB 12/2211 en AWB 12/2212, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is over het kalenderjaar 2008 een naheffingsaanslag in de verpakkingenbelasting opgelegd van € 13.299. Bij beschikking is een bedrag aan heffingsrente berekend van € 897.

1.2

Aan belanghebbende is over het kalenderjaar 2009 een naheffingsaanslag in de verpakkingenbelasting opgelegd van € 13.224. Bij beschikking is een bedrag aan heffingsrente berekend van € 520.

1.3

Aan belanghebbende is over het kalenderjaar 2010 een naheffingsaanslag in de verpakkingenbelasting opgelegd van € 16.577. Bij beschikking is een bedrag aan heffingsrente berekend van € 238.

1.4

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in een geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen en beschikkingen gehandhaafd.

1.5

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 20 juni 2013 ongegrond verklaard.

1.6

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

1.7

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.8

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 januari 2016 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] en [B] namens belanghebbende en mr. ing. [C] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede mr. [D] namens de Inspecteur, bijgestaan door [E] .

1.9

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.10

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is specialist in onder meer het bedrukken van zelfklevende etiketten. De zelfklevende etiketten heeft belanghebbende aangeschaft in het buitenland. De buitenlandse leveranciers hebben daartoe aan belanghebbende rollen materiaal (hierna: het materiaal) geleverd. Het materiaal bestaat uit vier lagen. De bovenste laag wordt gevormd door blanco etiketten (de facestock), de daaronder gelegen laag bestaat uit kleefemulsie, de daaronder gelegen laag bestaat uit een siliconencoating en de onderste laag is een ‘release liner’, die de drager is van de drie andere lagen. De release liner tezamen met de siliconencoating wordt hierna aangeduid als de liner. De release liner voorkomt dat de siliconencoating zou uitdrogen. De liner voorkomt dat de kleefemulsie zou uitdrogen alvorens het zelfklevende etiket (de facestock met de kleefemulsie) wordt aangebracht op het object waarvoor het uiteindelijk is bestemd.

2.2

De zelfklevende etiketten op de liner heeft belanghebbende bedrukt en gestanst. De liner draagt de onbedrukte zelfklevende etiketten door de druk- en snijmachines. Nadat belanghebbende de rollen op maat en lengte heeft gesneden, heeft zij deze geleverd aan afnemers in Nederland. De afgesneden delen blijven over als afval. Onmiddellijk voorafgaand aan het moment waarop het zelfklevende etiket door de eindgebruiker wordt aangebracht op het object waarvoor het is bestemd, wordt de liner verwijderd. De liner blijft daarna over als afval.

2.3

Belanghebbende heeft over de jaren 2008, 2009 en 2010 op aangifte bedragen aan verpakkingenbelasting voldaan, zonder daarbij de liner als verpakking aan te merken.

2.4

Na een bedrijfsbezoek van de Belastingdienst heeft belanghebbende een verzoek tot naheffing gedaan, waarna de Inspecteur de naheffingsaanslagen over de jaren 2008, 2009 en 2010 heeft opgelegd. In het verzoek tot naheffing is een bedrag aan verpakkingenbelasting opgenomen van de liner.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur terecht de liner heeft aangemerkt als verpakking en de liner niet als logistiek hulpmiddel of exoot heeft aangemerkt. Voorts is in geschil of de Inspecteur de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden en of de heffing van verpakkingenbelasting in strijd is met het vrij verkeer van goederen.

3.2

Belanghebbende is van mening dat de liner niet een verpakking is als bedoeld in artikel 80, letter a, van de Wet belastingen op milieugrondslag (tekst tot 1 januari 2013; hierna: Wbm). Mocht al sprake zijn van een verpakking dan moet de liner als logistiek hulpmiddel of exoot worden aangemerkt. Voorts heeft de Inspecteur volgens belanghebbende de algemene beginselen van behoorlijk bestuur geschonden en is de heffing van verpakkingenbelasting in strijd met het vrij verkeer van goederen.

3.3

De Inspecteur is de tegenovergestelde mening toegedaan.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur en tot vernietiging van de naheffingsaanslagen en heffingsrentebeschikkingen.

3.6

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing