Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-04-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2677, 14/00581

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-04-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2677, 14/00581

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
5 april 2016
Datum publicatie
8 april 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:2677
Formele relaties
Zaaknummer
14/00581

Inhoudsindicatie

WOZ woning; geen waardedruk door de geplande komst van windmolenpark.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 14/00581

uitspraakdatum: 5 april 2016

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Borger-Odoorn (hierna: de heffingsambtenaar)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 27 mei 2014, nummer LEE 13/787 in het geding tussen de heffingsambtenaar en

en het incidentele hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 190 te [Z] (hierna: de onroerende zaak, ook wel de woning), per waardepeildatum 1 januari 2011 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2012 vastgesteld op € 423.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2012 (OZB) vastgesteld op € 687,38.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar het bezwaar deels gegrond verklaard en de waarde verminderd tot een bedrag van € 366.000.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 27 mei 2014 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de waarde verminderd tot een bedrag van € 346.000, bepaald dat deze uitspraak en in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar, de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 1.460, te betalen aan belanghebbende, de heffingsambtenaar opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden en de heffingsambtenaar veroordeeld tot het vergoeden van de door belanghebbende geleden immateriële schade tot een bedrag van € 500.

1.4

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft tevens incidenteel hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft het incidenteel hoger beroep van belanghebbende beantwoord.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [B] .

1.7

Partijen hebben een pleitnota overgelegd.

1.8

De zaak is gelijktijdig behandeld met de zaak van belanghebbende betreffende de WOZ waarde over het jaar 2012, bij het Hof bekend onder nummer BK14/00619. Hetgeen in de ene zaak is aangevoerd wordt tevens geacht te zijn aangevoerd in de andere zaak. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, een vrijstaande woonboerderij met bouwjaar 1911. De onroerende zaak heeft een inhoud van circa 971 m3 en een kaveloppervlakte van ongeveer 20.331 m2. De onroerende zaak heeft de status van Rijksmonument.

2.2

Er zijn plannen om binnen de gemeente Borger-Odoorn windmolens te plaatsen. De gemeente Borger-Odoorn kent een zand- en een veengedeelte. De plannen rondom het windmolenpark spelen zich af in het veengedeelte, de zogenoemde Veenkoloniën van de gemeente. De onroerende zaak is in dit gedeelte van de gemeente gelegen.

2.3

De op het zandgedeelte gelegen onroerende zaken hebben gezien de ligging en de bebouwing, geen hinder van het geplande windmolen park. Deze liggen daarvoor te ver verwijderd van het geplande windmolenpark

2.4

Op 12 en 13 februari 2010 is aan inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties binnen de gemeente Borger-Odoorn de structuurvisie gepresenteerd. Deze gemeente Borger-Odoorn is ook betrokken geweest bij de totstandkoming van de structuurvisie.

2.5

Op 20 maart 2010 heeft RTV Drenthe bericht dat de gedeputeerde mevrouw [C] een windmolenpark in de Veenkoloniën een logische gedachte vindt. Ook wordt in dat bericht gesproken over een park met 120 windmolens aldaar.

2.6

Op 6 april 2010 hebben Gedeputeerde Staten van Drenthe de “Omgevingsvisie Drenthe” vastgesteld en is het grondgebied van de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn toegevoegd aan het reeds bekende zoekgebied in de gemeenten Coevorden en Emmen.

2.7

Als direct gevolg daarvan en aansluitend daarop is op de voorpagina van het Dagblad van het Noorden van 8 april 2010 een artikel gepubliceerd over de voorgenomen wijziging van de Omgevingsvisie. De kop van het artikel luidde: “Keuze voor een megagroot windpark”. Ook in de regionale nieuwsmedia is daar aansluitend uitgebreid aandacht aan gegeven. Naar aanleiding van de publiciteit is een wethouder van Borger-Odoorn geïnterviewd op RTV Drenthe.

2.8

Op 7 april 2010 heeft RTV Drenthe bericht dat de provincie Drenthe flink wil inzetten op windenergie en dat deze ook in de Veenkoloniën moeten kunnen worden geplaatst. Hierbij wordt verwezen naar de Omgevingsvisie van Gedeputeerde Staten van Drenthe.

2.9

Op 20 april 2010 heeft RTV Drenthe eenzelfde bericht gepubliceerd.

2.10

Op 28 april 2010 heef RTV Drenthe bericht dat een wethouder van Borger-Odoorn, de heer [D] , zich verzet tegen de bouw van windmolens in de Veenkoloniën.

2.11

In juni 2010 maakt het Rijk bekend dat er een aanvraag is ingediend voor een grootschalig windmolenpark binnen de gemeentegrenzen van Borger-Odoorn.

2.12

Op 2 juni 2010 is de “Omgevingsvisie Drenthe” door Provinciale Staten van Drenthe vastgesteld.

2.13

Op 22 juni 2010 is op de website van RTV Drenthe een bericht geplaatst dat het ministerie van VROM speciale gebieden voor windmolens wil en dat volgens de provincie in Drenthe alleen de Veenkoloniën daarvoor geschikt zijn.

2.14

Op 25 augustus 2010 hebben Gedeputeerde Staten van Drenthe een publicatie in het Dagblad van het Noorden en de weekbladen “Kanaalstreek” en “Week in, week uit” laten plaatsen welke ook in de gemeente Borger-Odoorn verschijnen. Tevens is de Omgevingsvisie bekend gemaakt.

2.15

Op 21 september 2010 heeft RTV Drenthe bericht dat het Rijk plannen heeft voor een park met 70 windmolens in de Veenkoloniën.

2.16

Op 9 december 2010 heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn de Structuurvisie vastgesteld. Voorafgaande aan deze raadsvergadering zijn alle stukken ter inzage gelegd in het gemeentehuis en waren deze ook digitaal raadpleegbaar.

2.17

Op 29 januari 2011 is er een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd door de initiatiefnemers van het windmolenpark. Deze zijn “Duurzame Energieproductie Exloërmond” en “Raedthuys Windenergie”. Deze bijeenkomst is ruimschoots van tevoren aangekondigd.

2.18

De windmolens zijn – indien zij worden geplaatst overeenkomstig de plannen – vanuit de onroerende zaak niet dan wel nauwelijks zichtbaar. De afstand tussen de onroerende zaak en de geplande ligging van het windmolenpark genaamd “De Drentse Monden” bedraagt circa 1200 meter aan de voorzijde van de woning in de richting van [E] en circa 900 meter aan de achterzijde van de woning in de richting van [F] .

2.19

Voorts hebben zich in het kalenderjaar 2011 nog de volgende gebeurtenissen voorgedaan:

- op 10 juni 2011 heeft Pondera Consult een conceptnotitie Reikwijdte en Detail Windpark De Drentse Monden gepubliceerd;

- op 17 juni 2011 is er een vergadering geweest van de stuurgroep windenergie in Drenthe. Uit het verslag blijkt dat de gemeente Borger-Odoorn aanwezig was en dat is gesproken over onder meer het windpark De Drentse Monden;

- op 21 juni 2011 is een advertentie geplaatst inzake kennisgeving Inspraak voornemen windpark De Drentse Monden;

- op 24 juni 2011 tot en met 4 augustus 2011 is de Concept Notitie Reikwijdte en Detail Windpark De Drentse Monden (vermogen 300-450 MW) ter inzage gelegd;

- op 30 juni 2011 is er een inloopavond te Tweede Exloërmond inzake het windpark De Drentse Monden gehouden;

- op 12 juli 2011 heeft belanghebbende een brief aan het College van B&W van Borger-Odoorn gezonden inzake de invloed van de plannen voor het windpark De Drentse Monden op het vaststellen van de WOZ-waarde;

- op 15 juli 2011 verscheen op de website van de gemeente Borger-Odoorn de mededeling dat er plannen zijn voor een groot windmolenpark in het veenkoloniale deel van de gemeente. De gemeente publiceerde in de vorm van vraag en antwoord ”Wat is het standpunt van de gemeente?”;

- op 26 juli 2011 heeft belanghebbende antwoord gekregen op zijn brief van 12 juli 2011. Daarin is het volgende vermeld: “Bij het vaststellen van de WOZ-waarde voor het jaar 2012 zal rekening worden gehouden met deze plannen. De marktanalyse van gerealiseerde verkopen speelt hierbij een belangrijke rol”, en

- op 20 september 2011 is er een advies verschenen van de Commissie voor de Milieueffectrapportage nr. 2553 inzake het windpark De Drentse Monden.

2.20

Tot het tijdstip van de mondelinge behandeling van het hoger beroep is er nog geen uitvoering gegeven aan het realiseren van het windmolenpark. Ook over de technische uitvoering – indien de plaatsing doorgang vindt – zoals ashoogte, vermogen en rotordiameter is nog niets bekend.

2.21

Tot de gedingstukken behoort een afschrift van de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, zittingsplaats Assen, 30 april 2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:20167.

2.22

Partijen zijn eensluidend van mening dat in het taxatierapport van de heffingsambtenaar de vermelde inhoudsmaat, oppervlakte en objectkenmerken van de onroerende zaak juist zijn. Tevens zijn beide partijen gelijkluidend van mening dat de beschikte waarde na de uitspraak op bezwaar van € 366.000 – behoudens de in geschil zijnde invloed van de aangekondigde komst van het windmolenpark – niet te hoog is vastgesteld.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de vraag of de waarde van de onroerende zaak tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Daarbij houdt partijen uitsluitend de vraag verdeeld of de mogelijke komst van een windmolenpark per de waardepeildatum tot een waardedruk leidt, en zo ja, van welke omvang. Ook verschillen partijen erover van mening of aanspraak bestaat op een vergoeding van geleden immateriële schade. Voorts vordert belanghebbende vergoeding van de kosten van het taxatierapport van [G] .

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

De heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar.

3.4

Belanghebbende concludeert, naar het Hof begrijpt, in het incidenteel appel tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot vermindering van de vastgestelde waarde naar een bedrag van € 269.000, dan wel tot vaststelling in goede justitie van de waarde van de onroerende zaak en vergoeding van de door hem gemaakte proceskosten en subsidiair tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing