Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-08-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6727, 15/01498

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-08-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6727, 15/01498

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 augustus 2016
Datum publicatie
2 september 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:6727
Formele relaties
Zaaknummer
15/01498

Inhoudsindicatie

Wet woz. Waardevaststelling twee-onder-een-kap-woning. Gemeente slaagt in bewijslast.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 15/01498

uitspraakdatum: 23 augustus 2016

Uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen (hierna: de heffingsambtenaar)

en het incidentele hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 oktober 2015, nummer AWB 15/498, in het geding tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 1 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2013 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2014 vastgesteld op € 329.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2014 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 695,83.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 22 oktober 2015 gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd, de WOZ-waarde verminderd tot € 320.800 en de aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd. Voorts heeft de Rechtbank de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.592,50 en de heffingsambtenaar gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 45 te vergoeden.

1.4

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft in een separaat geschrift incidenteel hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft het incidentele hoger beroep van belanghebbende beantwoord.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 augustus 2016 te Arnhem. Daarbij is verschenen en gehoord [A] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar.

1.7

De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. De onroerende zaak betreft een twee-onder-één-kapwoning, bouwjaar 2000, met een inhoud van ongeveer 402 m³ en een kaveloppervlakte van ongeveer 280 m². Bij de onroerende zaak horen een garage, een aanbouw, een dakkapel en een terrasoverkapping.

2.2

Belanghebbende en zijn echtgenote hebben op 30 augustus 2013 als kopende partij een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de onroerende zaak. Op 11 oktober 2013 heeft het transport plaatsgevonden. In de akte van levering staat onder andere het volgende:

“De koopprijs van het verkochte is (…) (€ 320.800,00).”

3 Het geschil en de standpunten van partijen

3.1

In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak alsmede of belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand en het taxatierapport.

3.2

De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat de Rechtbank de WOZ-waarde ten onrechte heeft verminderd. Gecorrigeerd naar de waardepeildatum leidt de transactieprijs van 30 augustus 2013 in een nog steeds dalende markt tot een WOZ-waarde van tenminste € 329.000 per 1 januari 2013. Verder heeft de Rechtbank aan belanghebbende ten onrechte een proceskostenvergoeding toegekend. De gemachtigde is de schoonvader van belanghebbende en hij treedt slechts op namens familie. Er is geen sprake van professionele rechtsbijstand, omdat er geen echt inkomen mee wordt verdiend. Het gaat om tientjes per maand. Ook heeft de Rechtbank ten onrechte een vergoeding toegekend voor het taxatierapport. Ingeval een eigen verkoopcijfer bekend is, is het maken van taxatiekosten niet redelijk.

3.3

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de transactieprijs niet de waarde in het economische verkeer weerspiegelt. Belanghebbende heeft als gevolg van persoonlijke omstandigheden (o.a. zwangerschap van zijn echtgenote en de verkoop van de vorige woning die onverhoopt toch doorging) te veel voor de onroerende zaak betaald. Dat blijkt ook uit het taxatierapport van [C] van 27 januari 2015, waarin de onroerende zaak op basis van de vergelijkingsmethode is getaxeerd op € 307.000. Ook is ten onrechte geen rekening gehouden met de roerende zaken die in de koopprijs zijn begrepen. Belanghebbende verwijst naar de Lijst van Zaken die bij de koopovereenkomst hoort. Belanghebbende beroept zich voorts op het gelijkheidsbeginsel. Ook dit leidt tot een WOZ-waarde van € 307.000. De gemachtigde stelt zich op het standpunt dat hij beroepsmatig rechtsbijstand verleent. Hij verwijst naar diverse stukken die hij ter onderbouwing van zijn standpunt heeft ingebracht. Hij heeft nu zestig zaken lopen, waarvan vijf van familie. De taxatiekosten zijn redelijk, aangezien het taxatierapport het standpunt van belanghebbende over de waarde ondersteunt. Hieruit blijkt ook dat belanghebbende teveel voor de onroerende zaak heeft betaald.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing