Hoge Raad, 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:859, 16/04410
Hoge Raad, 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:859, 16/04410
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 mei 2017
- Datum publicatie
- 12 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:859
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:6727
- Zaaknummer
- 16/04410
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
12 mei 2017
Nr. 16/04410
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 augustus 2016, nr. 15/01498, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 15/498) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Nijmegen voor het jaar 2014 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.