Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-09-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:7298, 15/01045

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-09-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:7298, 15/01045

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
13 september 2016
Datum publicatie
16 september 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:7298
Formele relaties
Zaaknummer
15/01045

Inhoudsindicatie

Geen laag tarief voor de omzetbelasting voor liggelden van jachthaven.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 15/01045

uitspraakdatum: 13 september 2016

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 7 juli 2015, nummer LEE 14/1314, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft over het tijdvak 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013 een bedrag van € 34.357 aan omzetbelasting op aangifte voldaan.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard en een teruggaaf verleend van € 36.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 7 juli 2015 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. drs. [A] , als de gemachtigde en tevens penningmeester van belanghebbende, alsmede [B] namens de Inspecteur, bijgestaan door [C] en mr. [D] .

1.7

De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende exploiteert een jachthaven in [Z] . Zowel leden van belanghebbende als ook passanten kunnen een ligplaats in de jachthaven huren. Belanghebbende heeft twee havenmeesters in dienst. In de jachthaven liggen zowel zeil- als motorboten.

2.2

In de jachthaven staan de volgende faciliteiten ter beschikking:

-

het gebruik kunnen maken van ligplaatsen;

-

het gebruik kunnen maken van de steigers;

-

het toezicht (bewaking en ordehandhaving door middel van camerabewaking en havenmeesters);

-

het gebruik maken van toiletten;

-

het gebruik maken van douches;

-

het kunnen tanken van water voor aan boord (watervoorziening);

-

het laden van elektra voor aan boord;

-

aanwezigheid van EHBO/BHV voor ongelukken en noodgevallen;

-

het gebruik maken van afvaldepots (diverse soorten in verband met milieuvereisten);

-

het gebruik maken van groenvoorziening voor diverse doeleinden (bijvoorbeeld het drogen en repareren van zeilen en andere onderdelen);

-

het gebruik maken van opslaglocaties;

-

het gebruik maken van diverse apparatuur ten behoeve van onderhoud en reparaties;

-

en diverse andere faciliteiten die in een jachthaven gebruikelijk zijn.

2.3

De inkomsten van belanghebbende bestaan onder andere uit liggelden ontvangen van haar leden en van passanten. Daarnaast ontvangt belanghebbende onder meer contributie van haar leden, hefgelden voor het gebruik van de hefinstallatie en geld voor de afgifte van elektriciteitsmuntjes. Belanghebbende organiseert ook zeillessen en -wedstrijden. Het deelnemen hieraan vindt plaats tegen een aparte – niet in de liggelden begrepen – vergoeding.

2.4

In maart 2013 bedroeg de netto omzet uit liggelden van leden en liggelden van passanten (exclusief omzetbelasting) € 165.003, waarvan 2/3e betrekking heeft op liggelden ter zake van zeilboten (met inbegrip van snelle motorboten die ook worden gebruikt voor waterskiën) en 1/3e op liggelden ter zake van motorboten. Belanghebbende heeft hierover in haar aangifte een bedrag van € 34.651 (21%) aan omzetbelasting aangegeven en per saldo – rekening houdend met overige omzet en vooraftrek – een bedrag van € 34.357 op aangifte voldaan.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is welk omzetbelastingtarief van toepassing is op de liggelden ontvangen van leden en passanten.

3.2

Belanghebbende stelt zich primair op het standpunt dat de terbeschikkingstelling van ligplaatsen voor vaartuigen kan worden beschouwd als het verlenen van het recht om gebruik te maken van een sportaccommodatie zoals bedoeld in Bijlage III, post 14, behorende bij de Btw-richtlijn (hierna: de Richtlijnpost). De jachthaven is een sportaccommodatie. De Rechtbank heeft zich ten onrechte beperkt tot toetsing aan Tabel I, post b.3, behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Tabelpost) en niet beoordeeld of de prestatie van belanghebbende onder de Richtlijnpost valt. De wetgever heeft met de Tabelpost geen beperkte uitleg van de Richtlijnpost bedoeld. Er dient te worden uitgegaan van de tekst van de Richtlijnpost. Anders dan de Rechtbank mogelijk overweegt, zien de liggelden niet alleen op de ligplaatsen, maar op de gehele accommodatie. Belanghebbende beroept zich subsidiair op het gelijkheidsbeginsel. Belanghebbende wijst in dit verband op het beleid van de Staatssecretaris van Financiën met betrekking tot sportaccommodaties die voornamelijk door gemeenten ter beschikking worden gesteld (Besluit van 4 september 2014, BLKB2014/123M). Ter zitting bij het Hof heeft de gemachtigde erkend dat een direct beroep op de Richtlijnpost niet mogelijk is, maar nu sprake is van het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie voor de beoefening van de watersport dient het verlaagde tarief toepassing te vinden.

3.3

De Inspecteur bestrijdt het standpunt van belanghebbende. Er is geen sprake van gelegenheid geven tot sportbeoefening. Er is een te ver verwijderd verband tussen de prestaties van belanghebbende en het daadwerkelijke zeilen. De zeilsport vindt niet plaats in de jachthaven. De Inspecteur verwijst voorts naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 3 maart 2005, C-428/02, Fonden Marselisborg (hierna: arrest Fonden Marselisborg). De prestaties van belanghebbende komen overeen met die in het voornoemde arrest, welke prestaties werden aangemerkt als verhuur van parkeerruimte voor boten. De bijkomende prestaties zijn geen doel op zich, maar maken de hoofddienst – de verhuur van de ligplaatsen – aantrekkelijker. De reikwijdte van de Tabelpost valt samen met die van de Richtlijnpost. Er moet sprake zijn van het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie en het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. De bijkomende diensten bij de ligplaats zien grotendeels op het beheer van de jachthaven en de boten en het verblijf van de opvarenden en zijn niet gericht op mogelijke sportbeoefening. Voor de zeillessen en -wedstrijden vraagt belanghebbende een aparte vergoeding. Er is dan ook sprake van een aparte prestatie. Subsidiair stelt de Inspecteur zich op het standpunt dat voor zover de liggelden zien op motorboten geen sprake is van een vergoeding voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Het varen met een motorboot is naar maatschappelijke opvattingen geen sport.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en vermindering van de over het tijdvak 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013 verschuldigde omzetbelasting met € 23.349 tot € 10.972.

3.6

De Inspecteur concludeert primair tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. Subsidiair concludeert de Inspecteur tot vermindering van de verschuldigde omzetbelasting met € 16.501.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing