Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10140, 17/00696

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10140, 17/00696

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
21 november 2017
Datum publicatie
24 november 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:10140
Formele relaties
Zaaknummer
17/00696

Inhoudsindicatie

Kaak-chirurge in opleiding is geen ondernemer voor de inkomstenbelasting.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 17/00696

uitspraakdatum: 21 november 2017

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 mei 2017, nummer LEE 16/2991, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst MKB/kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende, geboren [in] 1986, is in het BIG-register opgenomen als arts en tandarts. In 2012 was zij in dienstbetrekking werkzaam bij [A] ( [A] ). Haar bruto loon bedroeg in dat jaar € 40.049. Belanghebbende was in 2012 in opleiding tot kaakchirurge.

2.2.

In de periode van januari 2012 tot en met juli 2012 verrichtte belanghebbende, naast haar dienstbetrekking bij [A] , werkzaamheden in het ziekenhuis [B] te [C] ( [B] ). Deze werkzaamheden bestonden uit diverse medisch specialistische handelingen voor de maatschap mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie (de maatschap), waartoe belanghebbende met de maatschap had gecontracteerd. De bruto opbrengsten uit deze werkzaamheden beliepen in 2012 een bedrag van € 14.897.

2.3.

Belanghebbende diende voor de door haar in [B] uitgevoerde werkzaamheden op naam van de maatschap declaraties in bij de ziekenhuisadministratie. De ziekenhuisadministratie controleerde de declaratie, ondertekende die en stuurde die vervolgens door naar de zorgverzekeraar. Declaratie bij en betaling door de zorgverzekeraar geschiedde op basis van de verrichte medisch specialistische handelingen. Belanghebbende kreeg via voorschotnota’s van [B] 50 percent van het bij de zorgverzekeraar gedeclareerde bedrag uitbetaald.

2.4.

Belanghebbende heeft in haar aangifte in de IB/PVV voor het jaar 2012 de door haar bij [B] verrichte werkzaamheden aangemerkt als onderneming. Zij heeft een bedrag van € 9.862 aangegeven als belastbare winst uit onderneming.

2.5.

Bij het opleggen van de definitieve aanslag is de Inspecteur afgeweken van de aangifte van belanghebbende. De Inspecteur heeft de opbrengsten uit de werkzaamheden in [B] tot een bedrag van € 11.207 aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de voordelen die belanghebbende in 2012 heeft genoten uit haar werkzaamheden in [B] dienen te worden aangemerkt als winst uit onderneming en belanghebbende uit dien hoofde recht heeft op toepassing van de MKB-vrijstelling, welke vraag door belanghebbende bevestigend en door de Inspecteur ontkennend wordt beantwoord.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat zij een zelfstandig beroep uitoefent en reeds om die reden op grond van artikel 3.5 van de Wet IB 2001 ondernemer is. Voorts stelt zij dat zij ook overigens voldoet aan de criteria voor het ondernemerschap. Zij had een winstverwachting, sloot behandelovereenkomsten met de patiënten of met de maatschap, deed investeringen en liep debiteurenrisico.

3.3.

De Inspecteur heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing