Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10143, 16/01186

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10143, 16/01186

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
21 november 2017
Datum publicatie
24 november 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:10143
Formele relaties
Zaaknummer
16/01186

Inhoudsindicatie

Vakantiepark is voor de gebruikersbelasting OZB geen woning, omdat de WOZ-waarde niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan de recreatiewoningen van het park. Op de recreatiewoningen is wel de woondelenvrijstelling van toepassing.

Uitspraak

Locatie Leeuwarden

nummer 16/01186

uitspraakdatum: 21 november 2017

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de vennootschap onder firma Vakantiepark “ [X] ” te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 16 augustus 2016, nummer LEE 15/2112, ECLI:NL:RBNNE:2016:3744, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Westerveld (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 2 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2013 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2014 vastgesteld op € 3.261.000. Tegelijk met deze beschikking is voorts onder meer de aanslag in de onroerendezaakbelasting voor 2014 (hierna: OZB) voor zover deze de gebruikersheffing betreft, vastgesteld.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot € 2.484.000 en de opgelegde aanslag dienovereenkomstig verminderd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 16 augustus 2016 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd voor zover de uitspraak de vastgestelde waarde van de onroerende zaak betreft, de waardebeschikking vernietigd, de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2013 verminderd tot een bedrag van € 2.050.000, de aanslag in de OZB dienovereenkomstig verminderd, bepaald dat de rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak op bezwaar in stand blijven voor zover deze de daarin opgenomen proceskostenvergoeding in bezwaar betreft, bepaald dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar, de heffingsambtenaar opgedragen het betaalde griffierecht van € 45 te vergoeden en de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 september 2017 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [B] , alsmede [C] , de heffingsambtenaar, bijgestaan door [D] en mr. [E] . De zaak is met toestemming van partijen gezamenlijk behandeld met de zaak met het nummer 16/01185.

1.7

De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De onroerende zaak is een op ruim 14 hectare grond gelegen vakantiepark, met de bedrijfsnaam vakantiepark " [X] " (hierna: het vakantiepark of de onroerende zaak). Het vakantiepark omvatte per 1 januari 2013 een camping met ongeveer 107 kampeerplaatsen en twee sanitairgebouwen, een bungalowpark met 57 bungalows, een vrijstaande bedrijfswoning, een groepsaccommodatie, een centrumgebouw (met receptie, kantoorruimten, diverse opslag- en archiefruimten, een restaurant met bar en bedrijfskeuken) een winkelruimte (met werkplaats, fietsenverhuur, kantine en recreatieruimte), een wasserette (met sanitaire ruimten en technische ruimte ten behoeve van het zwembad), een centrale speeltuin met diverse speeltoestellen, een jeu-de-boulesbaan, een midgetgolfbaan, een zwembad met kleuterbad, een volley-/voetbalveld en een kinderboerderij. Daarnaast beschikte het over diverse infrastructurele voorzieningen, zoals geasfalteerde en semiverharde wegen, oriëntatieverlichting, internet, een milieustraat, camperserviceplaatsen, diverse centrale parkeerplaatsen en nutsvoorzieningen.

2.2

Het vakantiepark is gezamenlijk eigendom van [F] en [G] , ieder voor de helft. Het vakantiepark wordt geëxploiteerd door belanghebbende (hierna ook: de v.o.f.). De vennoten van de v.o.f. zijn [F] en zijn echtgenote, [G] .

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de waarde van het vakantiepark op waardepeildatum. Tevens is in geschil of de onroerende zaak als woning dan wel als niet-woning moet worden gekwalificeerd.

3.2

Belanghebbende bepleit een waarde van € 1.800.000 per waardepeildatum en meent dat de onroerende zaak een woning is, althans dat de woondelenvrijstelling van artikel 220e van de Gemeentewet van toepassing is. Zij concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van waarde vervat in de bestreden beschikking tot € 1.800.000.

3.3

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing