Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10387, 16/01522

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10387, 16/01522

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
28 november 2017
Datum publicatie
8 december 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:10387
Formele relaties
Zaaknummer
16/01522

Inhoudsindicatie

OB. Bouw woning. Ondernemingsvermogen. Aftrek voorbelasting. Plaatsing zonnepanelen.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 16/01522

uitspraakdatum: 28 november 2017

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 november 2016, nummer AWB 16/2443, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2014 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 3.530.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft een woning met kantoorruimte laten bouwen gelegen aan de [a-straat] 73 te [Z] . Belanghebbende heeft de woning tot zijn ondernemingsvermogen gerekend. In verband met de bouw is aan belanghebbende in totaal € 73.922 aan omzetbelasting in rekening gebracht, welke omzetbelasting belanghebbende in de periode 1 oktober 2010 tot en met 30 juni 2013 als voorbelasting in aftrek heeft gebracht.

2.2.

De Inspecteur is op 3 april 2013 een onderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de periode l oktober 2010 tot en met 30 juni 2013. De bevindingen van dit onderzoek zijn vastgelegd in een rapport boekenonderzoek van 11 september 2013 (hierna: het rapport). In het rapport is ten aanzien van de correctie in verband met het privégebruik van de woning het volgende opgenomen:

3.1 Voorbelasting bouw woning en ondergrond

(…)

Zakelijk gebruik: volgens de belastingplichtige worden de volgende ruimten in de woning zakelijk gebruikt:

1. Kantoor/ontvangstruimte met een oppervlakte van 24,3m2, welke gelegen is in het souterrain: 100% zakelijk= 24,3 m2.

2. Archiefruimte met een oppervlakte van 5,0 m2 welke is gelegen is in het souterrain 100% zakelijk= 5,0 m2.

3. Gang en trapruimte van totaal 7,4 m2, welke gelegen is in het souterrain 50% zakelijk= 3,7 m2.

4. Hal en trapruimte van totaal 7,8 m2, welke gelegen is op de begane grond 50% zakelijk= 3,9 m2.

5. Garage van totaal 24,0 m2, welke gelegen is op de begane grond 2/3 zakelijk= 16,0 m2.

Totaal zakelijk in gebruik: 52,9 m2.

De totale woonoppervlakte van de woning bedraagt 237 m2.

De oppervlakte van de zakelijk in gebruik zijnde ruimten van de woning is bepaald

op 52,9 m2 = 22,32 %.

(…)

De totale bouwkosten excl. omzetbelasting zijn volgens de op 16 juli 2013 overgelegde opstelling € 379.044.

(…)

3.3

Privé-gebruik omzetbelasting (investeringsgoed)

(…)

In goed overleg is bij u het privé-gedeelte van de onroerende zaak bepaald op: 77,68% voor de woning.

Hieruit komt de volgende correctie naar voren:

De investering in het woonhuis waarover omzetbelasting is geclaimd (verschuldigd is) bedraagt € 379.044 excl. omzetbelasting.

€ 379.044 x l/10 x 77,68 % x 21% = € 6.183,26.

(…)"

2.5.

Belanghebbende heeft in 2014 niet-geïntegreerde zonnepanelen op het dak van zijn woning geplaatst. De zonnepanelen zijn aangesloten op het elektriciteitsnet van de woning. De opgewekte elektriciteit voor zover die door belanghebbende niet wordt gebruikt, wordt geleverd aan de energiemaatschappij. De omzetbelasting in verband met de aanschaf van de zonnepanelen is door belanghebbende als voorbelasting in aftrek gebracht en terugontvangen.

2.6.

Belanghebbende heeft in het vierde kwartaal van 2014 een bedrag van € 2.653 aangegeven in verband met het privégebruik van de woning. Belanghebbende is hierbij uitgegaan van een privégebruik van de woning van 33,33%.

2.7.

Naar aanleiding van deze aangifte heeft de Inspecteur op basis van de afspraken zoals neergelegd in het rapport een naheffingsaanslag omzetbelasting voor 2014 opgelegd van € 3.530 (€ 6.183 -/- € 2.653).

3 Geschil

3.1.

In geschil is het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend. Belanghebbende voert daartoe aan dat het zakelijk gebruik en het privégebruik van de woning zijn gewijzigd door de plaatsing van de zonnepanelen. Primair stelt belanghebbende dat het privégebruik van de woning moet worden vastgesteld op 33,33%. Belanghebbende verwijst voor dit percentage naar het vraag en antwoordbesluit over de btw-teruggave op zonnepanelen van de staatssecretaris van Financiën van 7 november 2013 (hierna: het Besluit). Subsidiair stelt belanghebbende dat het privégebruik van de woning aan de hand van het werkelijke gebruik van de woning moet worden vastgesteld op 50%. Belanghebbende heeft dit percentage als volgt berekend:

Ruimte Totale oppervlakte Aandeel zakelijk Oppervlakte zakelijk

(m2) (%) (m2)

Kantoorruimte 24,3 100 24,3

Archiefruimte 5 100 5

gang en trap 7,4 50 3,7

hal en trap 7,8 50 3,9

garage 24 67 16

schuindakvlak 65,6 100 65,6

Totaal zakelijk 118,5 50%

Aandeel privé 50%

Woonoppervlakte totaal 237 100%

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar, primair tot vernietiging van de naheffingsaanslag en subsidiair tot vermindering van de naheffingsaanslag.

3.3.

De Inspecteur beantwoordt de vraag - onder verwijzing naar de gemaakte afspraken en de daarbij behorende berekening - bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4.

Partijen zijn het ter zitting erover eens geworden dat voor de huidige procedure ervan kan worden uitgegaan dat de zonnepanelen op 1/6e van het dakvlak van 65,6 m2 zijn bevestigd, derhalve op 10,9 m2.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing