Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1606, 16/00437
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1606, 16/00437
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 28 februari 2017
- Datum publicatie
- 3 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:1606
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2016:617, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 16/00437
Inhoudsindicatie
Rechtbank doet ten onrechte uitspraak ten aanzien van twee personen, terwijl de waardebeschikking voor de Wet WOZ tot één persoon was gericht. Hof vernietigt om die reden de uitspraak van de rechtbank.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
Nummer 16/00437
uitspraakdatum: 28 februari 2017
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] en [Y] te [Z] (hierna: belanghebbenden)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 23 februari 2016, nummer Awb 15/2510, in het geding tussen belanghebbenden en
de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 90 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2014, voor het jaar 2015 vastgesteld op € 185.000.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar [X] (hierna: [X] ) niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar en de waardebeschikking ambtshalve gehandhaafd.
Belanghebbenden zijn tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2017 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbenden, bijgestaan door hun gemachtigde mr. [A] . Namens de heffingsambtenaar is niemand verschenen. De heffingsambtenaar is uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het hoger beroep bij aangetekende brief van 12 december 2016 gericht aan postbus 1098 , 8001 BB te Zwolle en blijkens de handtekeningretourkaart is de uitnodiging op 13 december 2016 in ontvangst genomen.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbenden hebben de gezamenlijke eigendom en het gebruik van de onroerende zaak [a-straat] 90 te [Z] .
De onder het procesverloop vermelde waardebeschikking met dagtekening 28 februari 2015 is ten name gesteld van [X] .
Belanghebbenden hebben in één geschrift gezamenlijk bezwaar gemaakt tegen deze waardebeschikking.
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 15 oktober 2015 uitspraak op bezwaar gedaan, gericht tot [X] .
Belanghebbenden hebben in één geschrift gezamenlijk beroep in gesteld tegen de onder 2.4 vermelde uitspraak op bezwaar.
3 Het geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of [X] ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard in zijn bezwaar. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, is in geschil het antwoord op de vraag of de waarde op een te laag bedrag is vastgesteld.
Belanghebbenden zijn van mening dat beide vragen bevestigend moeten worden beantwoord. De heffingsambtenaar heeft zich beperkt tot een ontkennende beantwoording van de eerste vraag.
Belanghebbenden hebben daarnaast een verzoek gedaan om een schadevergoeding van € 5.500.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben belanghebbenden ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbenden concluderen tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak.