Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2107, 15/01408
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2107, 15/01408
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 14 maart 2017
- Datum publicatie
- 24 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:2107
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:5882, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/01408
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Informatiebeschikking. Schending informatieplicht? Op de zaak betrekking hebbende stukken. Herstelmogelijkheid.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 15/01408
uitspraakdatum: 14 maart 2017
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 september 2015, nummer AWB 14/1276, ECLI:NL:RBGEL:2015:5882, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft op de voet van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) voor de op te leggen aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) over het jaar 2009 een informatiebeschikking vastgesteld ten name van belanghebbende.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de informatiebeschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep ongegrond verklaard en belanghebbende een termijn van zes weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de uitspraak onherroepelijk is geworden, gesteld om alsnog de in de informatiebeschikking gestelde vragen te beantwoorden en de daarin verzochte informatie te verstrekken.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 november 2016 te Arnhem. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht. Tegelijk met de behandeling van deze zaak zijn ook de zaken met de nummers 16/00243, 16/00244 en 16/00245 ten name van [A] B.V. (hierna: [A] ) behandeld.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is directeur-grootaandeelhouder van [A] .
Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV voor het jaar 2009 gedaan, waarin hij de volgende buitenlandse bankrekeningen heeft opgegeven:
“Omschrijving Bankrekeningnummer Waarde 1-1 Waarde 31-12
(…)
BES BANCO [B] 809 0
[00000]
(…)
[C] 0 7.970
[00001] ”
De Inspecteur heeft belanghebbende bij brief van 28 november 2013 om informatie verzocht (het informatieverzoek), waarbij belanghebbende erop is gewezen dat hij op grond van artikel 47 AWR verplicht is de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken. In de brief, gericht aan de gemachtigde van belanghebbende, is voorts onder meer het volgende vermeld:
" De Belastingdienst heeft al in eerdere jaren verzocht om inlichtingen te verstrekken ten aanzien van genoten inkoopkortingen die [A] B.V. heeft bedongen van haar buitenlandse leveranciers. Deze inkoopkortingen zijn rechtstreeks ten goede gekomen aan haar directeur aandeelhouder, de heer [X] . Deze inkoopkortingen zijn rechtstreeks op buitenlandse bankrekeningen ten gunste van haar directeur aandeelhouder gestort.
Uw cliënt heeft tot op heden niet voldaan aan haar verplichting tot het verstrekken van die inlichtingen. Inmiddels is uw cliënt bij arrest van 13 augustus 2013 in hoger beroep door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (civiele kamer) veroordeeld tot het verstrekken van deze inlichtingen. Uw cliënt heeft tot op heden niet voldaan aan het vonnis. Daarmee zijn ook de gevraagde gegevens over het jaar 2009 niet verstrekt.
(…)
Mede in verband met de behandeling van dit bezwaarschrift verzoek ik u nogmaals om de volgende gegevens over de jaren 1997 tot en met heden per jaar te verstrekken.
- Een overzicht van alle bankrekeningen over de jaren 1997 tot en met heden inclusief die waarop deze bedragen door de buitenlandse leveranciers over de jaren 1997 tot en met heden zijn gestort.
- Een overzicht van alle saldi per jaar en het verloop van alle saldi van de bankrekeningen.
Ik verzoek u deze gegevens binnen 2 weken na dagtekening van deze brief aan mij toe te zenden."
Belanghebbende heeft bij brief van 5 december 2013 de Inspecteur medegedeeld dat reeds aan het informatieverzoek is voldaan en voorts dat hij pas de gevraagde bankafschriften zal overleggen als de Inspecteur een garantie afgeeft als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3640 (hierna: de gebruiksrestrictie). Hierbij verwijst de gemachtigde naar eerdere correspondentie met de Landsadvocaat.
De Inspecteur heeft vervolgens op 17 december 2013 een informatiebeschikking afgegeven. Hierin heeft hij onder verwijzing naar de brief van 28 november 2013 gesteld, dat belanghebbende niet of niet geheel aan het informatieverzoek heeft voldaan. De Inspecteur heeft het volgende verzocht:
“Sparen en beleggen/bezittingen
- Een overzicht van alle bankrekeningen over de jaren 1997 tot en met heden inclusief die waarop deze bedragen door de buitenlandse leveranciers over de jaren 1997 tot en met heden zijn gestort.
– Een overzicht van alle saldi per jaar en het verloop van alle saldi van de bankrekeningen.”
De Inspecteur heeft een brief van 24 april 2006 aan de toenmalige gemachtigde van belanghebbende overgelegd, waarin het volgende staat vermeld over een gesprek tussen de Inspecteur en belanghebbende:
“In het gesprek van vorig jaar vertelde ik u dat de Belastingdienst over informatie beschikt waaruit blijkt dat u bankrekeningen in het buitenland aanhoudt en/of heeft aangehouden die u niet in uw aangiften inkomstenbelasting c.q. vermogensbelasting heeft aangegeven.
In het gesprek dat wij donderdagochtend voerden, vertelde u mij dat u – tegen wil en dank – steekpenningen (hebt) moet(-en) betalen om opdrachtgevers te behouden dan om nieuwe opdrachten voor [A] c.s. te verwerven. Tijdens het gesprek is de naam van [D] gevallen, een bedrijf dat u in de gelegenheid stelde de steekpenningen aan bepaalde personen te betalen, zodat de geldstroom niet zichtbaar in de administratie van [A] zou komen. (…)
Sinds kort bent u de bedragen die u aan steekpenningen uit betaald in het kasboek van [A] gaan verwerken.”
In een factuur van 13 december 2000 van [A] aan [D] GmbH (hierna: [D] GmbH) is onder meer het volgende vermeld:
“Commercial Promotion activities for the different [A] as agreed with you. For the period until 01 januari 2000 until 01-08-2000 Dfl 19969,95
Transfer this money in favour of [X] bankaccount nr [00003]
of Banco [B]
(...)
Portugal”
In een samenwerkingsovereenkomst tussen belanghebbende en [E] S.p.A. van 20 juni 2001 is onder meer het volgende bepaald:
“Considering that:
□ [E] S.p.A. is a manufacturer of waterproofing membranes
□ [belanghebbende] is an expert, with many contacts in this sector
they state the following:
□ [belanghebbendes] or other delegated companies by him will promote the purchases of [E] products starting from 20th June 2001
□ He will arrange meetings and visits to support these purchases
□ He will technically assist the buyers of [A]
To cover the above [E] S.p.A. will grant a 5% (five) percentage on the net ex-works sales of waterproofing membranes invoiced to [A] and collected by [E] S.p.A.
This percentage will be settled at least twice in a year on presentation of [belanghebbende]’s or delegated companies’s invoices payable where he will indicate.
This agreement will be valid until [E] S.p.A. will supply the companies of [A] .”
Bij brief van 22 januari 2004 heeft belanghebbende het volgende aan [E] S.p.A. geschreven:
“Dear Sirs,
I wish to inform you about my wish to terminate our “collaboration agreement” dated 2001 20th June since 2004 31st May.
I size this occasion to confirm you I have received and fully settled all matured amount on last 2003 31st December, according to our agreement, and I haven’t anything to claim.”
Op de facturen die belanghebbende in de jaren 2002 tot en met 2004 aan [E] S.p.A. heeft gestuurd, is het volgende vermeld:
“Commercial and sales activities to the different [A] as agreed with Collaboration Agreement dated 20 june 2001
for the period (...) until (...) EURO (...)”
[E] S.p.A. heeft bedragen overgeboekt naar bankrekening [00004] bij [F] Bank Luxembourg en bankrekening [00005] bij Banque [G] SA.
De Inspecteur heeft een brief van 15 juli 2005 overgelegd tussen Oostenrijkse belastingautoriteiten waarin informatie over [D] GmbH wordt gedeeld. Verder heeft hij een mail van de Italiaanse belastingautoriteiten verstrekt, waarin informatie over [E] S.p.A. wordt gegeven.
3 Het geschil
In geschil is of de Inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur beantwoordt deze bevestigend.