Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2589, 15/00759
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2589, 15/00759
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 28 maart 2017
- Datum publicatie
- 7 april 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:2589
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:2988, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 15/00759
Inhoudsindicatie
BPM. Invoer schade-auto. Bewijslast. Leeftijdskorting.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 15/00759
uitspraakdatum: 28 maart 2017
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. gevestigd te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 mei 2015, nummer AWB 14/5945, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: Bpm) opgelegd ten bedrage van € 1.904. Voorts is bij beschikking belastingrente ten bedrage van € 14 in rekening gebracht.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.866 en de beschikking inzake de belastingrente dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en daarbij voorts incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft dit incidentele hoger beroep beantwoord.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 9 februari 2017 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: mr. [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede mr. [B] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [C] , [D] , [E] en mr. [F] .
Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende, een autohandelaar, heeft ter zake van een uit Duitsland overgebrachte personenauto van het merk Saab, type 9-3 Sport Estate 2.0 T Aero XWD (VIN: [00000] , hierna: de auto) op 29 oktober 2013 aangifte voor de Bpm gedaan. Er is een bedrag van € 357 aan Bpm voldaan. De auto is op 14 oktober 2013 gekocht voor € 12.900 inclusief Duitse omzetbelasting.
De datum van de eerste toelating van de auto is 6 augustus 2008. De auto is op 15 november 2013 geregistreerd.
Bij de aangifte is een taxatierapport van 28 oktober 2013, opgemaakt door [G] , werkzaam voor [H] (hierna: de taxateur; het taxatierapport), overgelegd. In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde vermeld van € 1.478, gebaseerd op de koerslijstwaarde van XRAY van € 9.244, verminderd met een schadebedrag van € 7.766. De auto had ten tijde van de aangifte een leeftijd van ongeveer vijf jaar en drie maanden, een kilometerstand van 109.805 en verkeerde volgens het taxatierapport, behoudens de schade, in redelijke staat.
In opdracht van de Inspecteur heeft [I] , werkzaam voor [J] BV (hierna: de hertaxateur), de auto getaxeerd. In een daartoe opgemaakt rapport van 26 november 2013 (hierna: het hertaxatierapport) is vermeld dat de herstelkosten van de aan de auto geconstateerde schade € 3.750 bedragen, inclusief omzetbelasting. De hertaxateur heeft de handelsverkoopwaarde van de auto, zonder schade, vastgesteld op € 15.000. Vervolgens heeft de hertaxateur daarop een bedrag wegens de handelsmarge in mindering gebracht van € 3.150 en een bedrag van € 2.500 wegens schade, zodat de handelsinkoopwaarde door hem is vastgesteld op € 9.350.
De historische nieuwprijs van de referentieauto bedraagt € 61.695 en de historische bruto-Bpm € 14.920.
Bij het vaststellen van de naheffingsaanslag ten bedrage van € 1.904, is de Inspecteur uitgegaan van een handelsinkoopwaarde van de auto van € 9.350, gebaseerd op het hertaxatierapport en een afschrijvingspercentage van 84,84.
In bezwaar is de naheffingsaanslag gehandhaafd.
De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.866.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In hoger beroep is tussen partijen in geschil of de naheffingsaanslag, zoals verminderd door de Rechtbank, terecht aan belanghebbende is opgelegd. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend. Voor de specifieke geschilpunten wordt verwezen naar onderdeel 4 van deze uitspraak.
Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting. Het incidenteel ingestelde hoger beroep is door de Inspecteur ter zitting ingetrokken.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar en tot vernietiging danwel vermindering van de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.