Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:4928, 16/00148 t/m 16/00155

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:4928, 16/00148 t/m 16/00155

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
13 juni 2017
Datum publicatie
23 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:4928
Formele relaties
Zaaknummer
16/00148 t/m 16/00155

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Verzwegen inkomsten. Compromis in hoger beroepsfase? Gebondenheid.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 16/00148 tot en met 16/00155

uitspraakdatum: 13 juni 2017

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 24 december 2015, nummers AWB 15/1337, 15/1338, en 15/1340 tot en met 15/1345, ECLI:NL:RBGEL:2015:8002, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Enschede (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn over de jaren 2009, 2010, 2011 en 2012 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente respectievelijk belastingrente berekend en zijn vergrijpboetes opgelegd.

1.2.

Aan belanghebbende zijn over de jaren 2009 en 2010 navorderingsaanslagen in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd, en voor de jaren 2011 en 2012 aanslagen in de Zvw. Bij beschikkingen is heffingsrente respectievelijk belastingrente berekend en zijn vergrijpboetes opgelegd.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de navorderingsaanslagen in de IB/PVV, de (navorderings)aanslagen in de Zvw, de beschikkingen heffingsrente respectievelijk belastingrente en de boetebeschikkingen inzake de IB/PVV ongegrond verklaard. De Inspecteur heeft de boetebeschikkingen inzake de Zvw verminderd tot nihil.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 mei 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren [in] 1984 en ongehuwd.

2.2.

Vanwege informatie verkregen uit een regionaal project bij de politie (Project Ongebruikelijk Bezit) is de Inspecteur een onderzoek naar belanghebbende gestart. De door de politie ingebrachte informatie betrof de constatering dat belanghebbende in twee dure auto’s van het merk Mercedes rondreed en niet duidelijk was hoe deze auto’s door belanghebbende waren gefinancierd.

2.3.

Tijdens het daarna door de Inspecteur ingestelde onderzoek is geconstateerd dat belanghebbende vanaf januari 2010 de volgende auto’s heeft aangeschaft:

Kenteken

Merk/type

Datum aanschaf

Contant bijbetaald (€)

[00-YY-YY]

Mercedes Benz CLS 350

09-01-2010

12.500

[00-YYY-0]

Mercedes Benz E 250 CGI

19-10-2011

23.750

[01-YY-YY]

Mercedes Benz CL 500

28-09-2012

10.500

[01-YYY-0]

Volkswagen Polo

14-12-2012

11.700

[02-YYY-0]

Mercedes Benz E 250 CGI

22-03-2013

7.000

[02-YY-YY]

Mercedes Benz C 180

23-10-2013

8.750

[0-YYY-01]

Mercedes Benz E 200 cabrio

05-03-2014

16.500

[0-YYY-02]

Mercedes Benz CLA 180

28-07-2014

14.260

2.4.

Voorts is tijdens het onderzoek geconstateerd dat in de jaren 2009 tot en met 2012 de volgende bedragen contant op de bank zijn gestort:

Jaar

Bedrag (€)

Aantal stortingen

2009

5.700

6

2010

355

1

2011

750

4

2012

355

2

2.5.

Naar aanleiding van het ingestelde onderzoek heeft de Inspecteur met dagtekening 23 oktober 2014 de onderhavige navorderingsaanslagen in de IB/PVV aangekondigd en opgelegd. Het in deze navorderingsaanslagen nader vastgestelde belastbare inkomen uit werk en woning is als volgt berekend (in €):

Inkomenscorrecties:

2009

2010

2011

2012

contante betalingen auto’s

-

12.500

23.750

22.200

contante stortingen op eigen rekening

5.700

-

750

-

ontvangsten mevrouw Beekman

7.021

2.355

4.312

-

= Totaal inkomenscorrecties

12.721

14.855

28.812

22.200

Aangegeven inkomen (loon en uitkering)

3.984

6.586

5.588

9.940

= Nader vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning

16.705

21.441

34.400

32.140

2.6.

De Inspecteur heeft de bijdrage-inkomens voor de Zvw voor de jaren 2009 tot en met 2012, overeenkomstig de hiervoor genoemde correcties, bij (navorderings)aanslagen met dagtekening 23 oktober 2014 (nader) vastgesteld op respectievelijk € 12.721, € 14.855, € 28.812 en € 22.200.

2.7.

Gelijktijdig met de hiervoor bedoelde (navorderings-)aanslagen in de IB/PVV en Zvw heeft de Inspecteur bij beschikkingen vergrijpboetes opgelegd ter hoogte van 50% van de respectievelijke boetegrondslagen.

2.8.

Tot de gedingstukken behoort een overzicht waaruit volgt dat belanghebbende in de onderhavige jaren veelvuldig bedragen van derden op zijn bankrekening heeft ontvangen met omschrijvingen als: ‘Koop via Marktplaats Black en Decker Simple Start 040’, ‘Originele Gardena C103 0 plus premium, nieuwste type marktplaats inclusief verzenden’, ‘Martingaal, marktplaats’, ‘Paardrijcap’ en ‘Playmobil manege 4190’. Het gaat in 2009 tot en met 2012 om respectievelijk 208, 152, 171 en 23 transacties. Voorts zijn in die jaren diverse bedragen afgeschreven met de omschrijving ‘Advertentiekosten Marktplaats.nl’. In beroep en hoger beroep heeft de Inspecteur zich onder verwijzing naar het voorgaande, met een beroep op interne compensatie, op het standpunt gesteld, en daartoe berekeningen overgelegd, dat belanghebbende voordelen heeft genoten uit deze internetverkopen.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de (navorderings)aanslagen en beschikkingen terecht en naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Daarbij is allereerst in geschil of tussen belanghebbende en de Inspecteur in de hogerberoepsfase een compromis tot stand is gekomen.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend en concludeert – naar het Hof begrijpt – tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar, tot vernietiging van de (navorderings)aanslagen in de IB/PVV en Zvw, alsmede tot vernietiging van de beschikkingen.

3.3.

De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – vermelde vragen bevestigend en concludeert – naar het Hof begrijpt – primair tot niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep en subsidiair tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4.

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing