Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-09-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7884, 16/00590 t/m 16/00592
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-09-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7884, 16/00590 t/m 16/00592
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 12 september 2017
- Datum publicatie
- 29 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:7884
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:960
- Zaaknummer
- 16/00590 t/m 16/00592
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Toekenning certificaten aandelen. Belaste inkomsten? Verrekening van loonheffing? Gebruikelijk loon.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers 16/00590 tot en met 16/00592
uitspraakdatum: 12 september 2017
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
en het incidentele hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 14 april 2016, nummers AWB 11/4021 en 11/4022, ECLI:NL:RBGEL:2016:2079 en AWB 13/6942, ECLI:NL:RBGEL:2016:2080, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur
1 Ontstaan en loop van het geding
Uitspraak met de nummers AWB 11/4021 en 11/4022
Aan belanghebbende is over het jaar 2006 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een verzuimboete opgelegd.
Aan belanghebbende is over het jaar 2007 een aanslag IB/PVV opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een verzuimboete opgelegd.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag en de beschikking heffingsrente over het jaar 2006 verminderd en de aanslag en de beschikking heffingsrente over het jaar 2007 gehandhaafd. Daarnaast heeft hij de verzuimboetes gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de aanslag en de beschikking heffingsrente over het jaar 2006 verminderd, de aanslag en de beschikking heffingsrente over het jaar 2007 gehandhaafd en de verzuimboetes vernietigd.
Uitspraak met het nummer AWB 13/6942
Aan belanghebbende is over het jaar 2009 een aanslag IB/PVV opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een verzuimboete opgelegd.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de bezwaren ontvankelijk verklaard en de zaak teruggewezen naar de Inspecteur. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld.
De Inspecteur heeft vervolgens bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar - naar het Hof begrijpt - het bezwaar ongegrond verklaard en de aanslag, de beschikking heffingsrente en de verzuimboete gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de aanslag en de beschikking heffingsrente verminderd en de verzuimboete vernietigd.
Beide uitspraken
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld voor de jaren 2006 en 2009.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 juni 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is in de onderhavige jaren aanmerkelijkbelanghouder en bestuurder van [A] bv (hierna: [A] ), [B] bv, [C] bv en bv [D] V.A.V. In de jaren 2006 en 2007 is hij tevens aanmerkelijkbelanghouder en president-directeur van [E] (hierna: [E] ).
[E] heeft een in aandelen verdeeld kapitaal. De aandelen in [E] (hierna: de aandelen) zijn verhandelbaar op de OTC National Market New York (ook wel genoemd de “Pink Sheets”-beurs). Dagelijks worden de bied- en laatprijzen gepubliceerd van niet-beursgenoteerde aandelen evenals de prijzen van marketmakers die in deze aandelen handelen. De ondernemingen waarvan de aandelenkoersen worden gepubliceerd, zijn niet verplicht op gelijke wijze inzage in hun financiële toestand te geven als beursgenoteerde ondernemingen die onder toezicht van de U.S. Securities and Exchange Commission (hierna: SEC) vallen.
In een brief van 17 september 2010 aan de Inspecteur heeft belanghebbende de bezwaarschriften tegen onder meer de aanslagen IB/PVV 2006 en 2007 gemotiveerd. Hij heeft in de brief het volgende opgemerkt:
“Aandelen in [E1] Inc. ( [E] )
Inbreng [F]
Het belang in het kapitaal van [E] is ontstaan door de inbreng van [F] B.V. in [G] Inc. In een reverse take-over heeft [A] B.V. vervolgens in eerste aanleg 8.355.960 aandelen [E] verworven, waarvan in totaal 1.263.710 aandelen ten onrechte op naam zijn gesteld van ondergetekende in privé.
Er heeft terzake namelijk nooit een overdracht van deze laatstgenoemde aandelen plaatsgevonden en [A] B.V. is derhalve nog steeds eigenaar van 8.355.960 aandelen [E] . Op basis van nadere afspraken tussen de aandeelhouders is daarna besloten om de waardering van de inbreng cq. de onderlinge ruilverhoudingen aan te passen, als gevolg waarvan 8.310.786 aandelen [E] additioneel aan [A] B.V. zijn uitgereikt. De waardering van de inbreng werd gewaardeerd op $0.33 per aandeel. Het pakket van 16.666.746 aandelen [E] vertegenwoordigde een belang van circa 33% van alle uitstaande aandelen (en rechten daarop) per 30 juni 2006, fiscaal gezien dus een aanmerkelijk belang.
Inbreng [H] merk
In aanvulling op de inbreng van [F] B.V. heeft ondergetekende ook zorggedragen voor de verwerving van de merkrechten [H] . [A] B.V. is daarvoor door [E] beloond in de vorm van 1.500.000 aandelen [E] . De waardering daarvan hebben wij gelijkgesteld aan de prijs per aandeel, welke van toepassing was op de waarde van de inbreng van de overige activa van de nieuwe onderneming ten tijde van de reverse take-over, derhalve ook op $0.33 per aandeel. Terzake is een totale opbrengst van € 400.000,-- (wisselkoers: $1.25) door [A] B.V. verantwoord in 2006.
Vergoeding garanties
Ten bate van [E] heeft ondergetekende garanties verstrekt aan de Belastingdienst ten bedrage van € 3.420.000,-- terzake van een BTW-verplichting van [E] B.V., alsmede een borgstelling ad € 1.500.000-- ten bate van het door [I] verstrekte krediet.
[E] heeft daartoe een vergoeding aan [A] B.V. verstrekt in de vorm van 1.950.000 aandelen [E] . Deze vergoeding is gewaardeerd op circa 6% à 7% van het totale bedrag van de garanties, oftewel $0.20 per aandeel. Terzake is een totale opbrengst van € 300.000,-- (wisselkoers: $1.30) door [A] B.V. verantwoord in 2007.
Balanswaarderingen / verantwoording opbrengsten
Gezien de zeer penibele financiële situatie van [E] zijn de door [A] B.V. gehouden aandelen [E] per ultimo 2005, 2006, 2007 en 2008 afgewaardeerd op nihil. De in enig boekjaar daadwerkelijk gerealiseerde opbrengsten uit de verkoop van aandelen [E] zijn opgenomen in het commerciële jaarresultaat. Fiscaal is de deelnemingsvrijstelling van toepassing op de desbetreffende verkoopopbrengsten.
Per ultimo 2005, 2006, 2007 en 2008 houdt [A] BV. in totaal respectievelijk 8.355.960 aandelen, 18.166.746 aandelen, 19.116.746 aandelen en 9.116.746 aandelen in het kapitaal van [E] .
(…)
Aandelen in [E1] Inc. ( [E] )
Gedurende het kalenderjaar heeft [E] aan ondergetekende (privé) het voorwaardelijke recht verstrekt om in totaal 650.000 + 250.000 + 600.000 = 1.500.000 aandelen [E] te verwerven tegen betaling van een prijs per aandeel van $0,01. In het kalenderjaar 2007 is nogmaals door [E] aan ondergetekende het voorwaardelijke recht verstrekt om 500.000 aandelen [E] te verwerven teggen betaling van een prijs per aandeel van $0,01.”
In de bijlage bij de brief van 17 september 2010 zijn de financiële resultaten van [A] opgenomen voor de jaren 2005 tot en met 2008. Hieruit blijkt dat [A] een resultaat uit de verkoop van aandelen in [E] (onder de naam: [E1] ) heeft behaald van € 407.805 in 2006, € 457.500 in 2007 en € 100.000 in 2008. In dit overzicht staat tevens dat de aandelen zijn geherwaardeerd op nihil. Daarnaast heeft belanghebbende in de brief de belastbare inkomens uit werk en woning van € 213.456 (2006) en € 246.801 (2007) en de ingehouden loonbelasting van € 121.880 (2006) en € 121.691 (2007) vermeld.
Op 6 maart 2005 heeft belanghebbende een arbeidsovereenkomst gesloten met [E] . In de op 26 augustus 2005 ondertekende overeenkomst, waarin belanghebbende als Executive en [E] als Company wordt aangeduid, is onder meer het volgende opgenomen:
“WHEREAS:
a. (…)
b. Executive will be employed by the Company as President and Chief Executive Officer and Member of the Board, effective August 23, 2005;
c. An earlier employment agreement applicable as from July 1, 2004 was signed between the Company and the Executive on December 12, 2004 This contract replaces the above employment agreement of Executive effective March 6, 2005.
d. The Parties desire to set forth in writing the terms and conditions of employment in this agreement (hereinafter: Agreement);
HAVE AGREED AS FOLLOWS:
(…)
Article 4. Salary
1. The Company shall pay to the Executive for his services a base gross salary of US$ 250,000 per year including 8% holiday pay and effective July 1, 2005 of € 250,000 per year including 8% holiday pay.
(…)
Article 6. Stock Options
1. On July 1, 2004, the Executive has received the right for 650,000 shares of the Company's common stock at no par value.
2. In addition, the Executive shall be entitled to equally participate with other directors in any stock (option/appreciation rights) plan as may be applicable to the Company’s senior management from time to time.
3. Executive shall be entitled to receive 1,500,000 shares of the Company’s common stock at no par value as a compensation for an executed and final Agreement between the Company and [J] NV for acquisition of [E] BV including its IP rights and registrations.
(…)”
Eind 2004 heeft [J] NV bekend gemaakt, dat zij het merk [H] heeft verkocht aan [G] Inc. (later handelend onder de naam [E] ). De verkoopovereenkomst is in maart 2005 definitief geworden. Hiermee is aan de in artikel 6, onderdeel 3, van de onder 2.5. bedoelde arbeidsovereenkomst genoemde voorwaarde voldaan.
De uitgifte van aandelen door [E] is vastgelegd in zogenaamde Stock Subscription Agreements (SSA’s), zijnde overeenkomsten tussen deze vennootschap en de betreffende verkrijger van de aandelen. De toekenning van aandelen werd vervolgens vastgelegd in de administratie van [E] , ten bewijze waarvan een certificaat werd uitgereikt. [E] heeft in een brief van 20 januari 2009 een overzicht aan de Inspecteur gestuurd van alle certificaten die zij heeft uitgegeven. In de kolom “gereserveerd” zijn de certificaten vermeld die nog moeten worden volgestort. In de kolom “commentaar” is door [E] een toelichting opgenomen. De genoemde datum betreft de datum van het sluiten van de SSA. In het verstrekte overzicht zijn onder meer de volgende gegevens opgenomen:
Naam Certificaathouder |
Datum |
Gereserveerd |
Volgestort |
Prijs |
Commentaar |
Belanghebbende |
13-01-2006 |
650.000 |
USD 0,01 |
Over 2004/2005 |
|
[A] |
13-01-2006 |
1.500.000 |
USD 0,01 |
Bemiddelingsfee voor inbreng [H] merk |
|
Belanghebbende |
01-06-2006 |
250.000 |
USD 0,01 |
||
Belanghebbende |
01-12-2006 |
600.000 |
USD 0,01 |
||
Belanghebbende |
20-08-2007 |
500.000 |
USD 0,01 |
||
[A] |
05-10-2007 |
1.950.000 |
USD 0,01 |
Garantiestellingen; 1.000k uitgeschreven op [K] |
De tot de gedingstukken behorende SSA’s zijn afgezien van tenaamstelling, dagtekening en aantallen toegekende aandelen aan elkaar gelijk. In de door belanghebbende (“the Subscriber”) op 13 januari 2006 met [E] (“the Company”) gesloten SSA is onder meer het volgende opgenomen:
“1) Subscription for Stock. Subject to the terms and conditions of this Agreement, on the date hereof the Company will issue to Subscriber, and Subscriber agrees to purchase from the Company, 650,000 shares of the Company's Common Stock (the "Shares") at US $ 0,01 per share. (…)
2) Subscription. The Subscription of Shares under this Agreement shall occur at the principal office of the Company simultaneously with the execution of this Agreement by the parties or on such other date as the Company and Subscriber shall agree (the "Subscription date"). On the Subscription Date, the Company will deliver to Subscriber a certificate representing the Shares Subscribed for by Subscriber (which shall be issued in Subscriber's name) in exchange for the Consideration.
3) (…)
4) (…)
( a) (…) Subscriber is subscribing for Shares for investment for his or her own account only and not with a view to, or for resale in connection with, any "distribution" thereof within the meaning of the Securities Act.
( b) Subscriber understands that the Shares have not been registered under the Securities Act by reason of a specific exemption there from the bona fide nature of Subscriber's investment intent as expressed herein.
( c) Subscriber understands that the Shares are "restricted securities" under applicable U.S. federal and state securities laws and that, pursuant to these laws, Subscriber must hold the Shares indefinitely unless they are registered with the Securities and Exchange Commission and qualified by the state authorities, or an exemption from such registration and qualification requirements is available. Subscriber acknowledges that the Company has no obligation to register or qualify the Shares for resale. Subscriber further acknowledges that if an exemption from registration or qualification is available, it may be conditioned on various requirements including, but not limited to, the time and manner of sale, the holding period for the Shares, and requirements relating to the Company which are outside of the Subscriber's control, and which the Company is under no obligation and may not be able to satisfy.
(…)
5) Restrictive Legends and Stop-Transfer Orders.
( a) Legends. The certificate or certificates representing the Shares shall bear the following legends (as well as any legends required by applicable state and federal corporate and securities laws):
i. THE SHARES REPRESENTED BY THIS CERTIFICATE HAVE NOT BEEN REGISTERED UNDER THE SECURITIES ACT OF 1933, AND HAVE BEEN ACQUIRED FOR INVESTMENT AND NOT WITH A VIEW TO, OR IN CONNECTION WITH, THE SALE OR DISTRIBUTION THEREOF. NO SUCH SALE OR DISTRIBUTION MAY BE EFFECTED WITHOU EFFECTIVE REGISTRATION STATEMENT RELATED THERETO OR AN OPINION OF COUNSEL IN A FORM SATISFACTORY TO THE COMPANY THAT SUCH REGISTRATION IS NOT REQUIRED UNDER THE SECURITIES ACT OF 1933.
(…)”
Op basis van de SSA’s zijn certificaten uitgereikt. De certificaten zijn namens [E] en de “Transfer Agent and Registrar Authorized Officer” ondertekend. De certificaten staan op naam van belanghebbende of [A] . In de certificaten is het aantal aandelen vermeld. Op de certificaten staat vermeld dat het gaat om “fully paid and non-assessable common shares, no par value” en dat op de achterzijde een “restrictive legend” staat. De inhoud van de restrictive legend is opgenomen in onderdeel 5, onder i, van de SSA (zie onder 2.8.).
In Rule 144 van de SEC, waarnaar op de achterkant van de certificaten wordt verwezen, is neergelegd onder welke voorwaarden de aandelen, zijnde restricted securities, kunnen worden verkocht. De voorwaarden die gelden voor aandelen die toebehoren aan een “affiliate of the issuer” luiden, kort weergegeven, als volgt:
- de aandelen mogen, nadat deze volledig zijn betaald, gedurende minimaal 1 jaar niet worden verkocht;
- het aantal aandelen dat per kwartaal kan worden verkocht mag niet groter zijn dan 1% van het totaal van de uitstaande aandelen van dezelfde soort of, indien dit tot een hoger bedrag leidt, het gemiddelde wekelijkse omzetbedrag van deze aandelen op de aandelenbeurs in de maand daaraan voorafgaand (de zogenoemde volumebeperking);
- indien het aantal aandelen dat per kwartaal is verkocht een bepaald aantal en/of bedrag overschrijdt, moet een kennisgeving van deze verkopen bij de SEC worden gedeponeerd;
- de aandelen mogen slechts worden verkocht door tussenkomst van een ‘broker’ of direct aan een “market maker”, en
- [E] moet voldoen aan bepaalde informatieverplichtingen.
Deze beperkingen, met uitzondering van de volumebeperking, gelden niet meer na afloop van een wachtperiode van 2 jaar, welke periode begint te lopen op het moment dat de aandelen zijn betaald. Belanghebbende is op grond van zijn functie bij [E] een “affiliate of the issuer”.
Uit het door [E] aan de Inspecteur verstrekte overzicht volgt dat de uitgifteprijzen van de certificaten in de jaren 2006 en 2007 hebben gevarieerd tussen $ 0,01 en $ 1,75.
De koers van het aandeel [E] op de OTC National Market bedroeg op:
13 januari 2006 $ 1,60
28 maart 2006 $ 1,75
1 juni 2006 $ 0,60
26 september 2006 $ 1,50
1 december 2006 $ 0,35
20 augustus 2007 $ 0,21
5 oktober 2007 $ 0,26
De Inspecteur heeft de bestreden aanslagen ambtshalve opgelegd naar de volgende geschatte belastbare inkomens:
IB/PVV 2006 IB/PVV 2007 IB/PVV 2009
(Fictief) loon 232.835 240.000 250.000
Loon in de vorm van aandelen(opties) 2.642.165 65.734
Saldo eigenwoningforfait en rentekosten 0 0 -20.000
Belastbaar inkomen uit werk en woning 2.875.000 305.734 230.000
Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 30.000 40.000
Verrekende loonbelasting 121.880 0 0
Verzamelinkomen partner 6.305
De Inspecteur heeft loon in de vorm van aandelen(opties) in aanmerking genomen, omdat hij van mening is dat [E] aan belanghebbende 3.000.000 (2006) en 500.000 (2007) (certificaten van) aandelen in [E] heeft toegekend.
Het loon in de vorm van aandelen voor 2007 heeft de Inspecteur als volgt berekend:
naam tijdstip aantal koers in $ WEV $ WEV € korting voordeel
Belanghebbende 20-8-2007 500.000 0,21 105.000 77.922 15% € 66.234
Af: korting om doelmatigheidsredenen € 500
€ 65.734
Belanghebbende heeft fiscale rapporten voor de IB/PVV 2006 en 2007 overgelegd en heeft bij zijn bezwaarschrift tegen de aanslag IB/PVV 2009 een aangifte gevoegd (hierna tezamen: de aangiften), waarin hij de belastbare inkomens uit werk en woning als volgt heeft berekend:
IB/PVV 2006 IB/PVV 2007 IB/PVV 2009
Loon [H] 265.685 253.774 -
Eigenwoningforfait 3.477 3.272 3.712
Rente en kosten eigen woning 41.488 38.790 38.790
-38.011 -35.518 -35.078
Inkomen uit werk en woning 227.674 218.256 -35.078
Giften 12.461 13.114 1.413
drempel 2.276 2.195 60
Persoonsgebonden aftrek 10.185 10.919 -
Belastbaar inkomen uit werk en woning 217.489 207.337 -35.078
Loon partner 6.305
Ingehouden loonheffing 121.880 121.691 -
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het belastbare inkomen uit werk en woning voor het jaar 2006 verminderd tot het hierna genoemde bedrag van € 2.328.834. De Inspecteur is hierbij niet uitgegaan van het inkomen uit werk en woning volgens voornoemd fiscaal rapport van € 217.489, maar van het in de brief van belanghebbende van 17 september 2010 (zie onderdelen 2.3 en 2.4 hiervoor) genoemde (lagere) bedrag van € 213.456. Met de aanslag is een bedrag van € 121.880 aan loonbelasting verrekend.
Inkomen uit werk en woning genoemd in de onder 2.3. genoemde brief € 213.456
Voordeel wegens toekenning aandelen - 2.115.378
Belastbaar inkomen uit werk en woning € 2.328.834
De Inspecteur heeft het in het jaar 2006 te belasten voordeel wegens toekenning van de aandelen in [E] als volgt berekend:
naam tijdstip aantal koers in $ WEV $ WEV € korting voordeel
Belanghebbende 13-01-2006 650.000 1,25 812.500 669.166 15% € 568.790
[A] /Belangh. 13-01-2006 1.500.000 1,25 1.875.000 1.544.227 15% € 1.312.593
Belanghebbende 01-06-2006 250.000 0,60 150.000 116.655 15% € 99.156
Belanghebbende 01-12-2006 600.000 0,35 210.000 159.222 15% € 135.339
3.000.000 € 2.115.878
Af: korting om doelmatigheidsredenen € 500
€ 2.115.378
Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen heeft de Inspecteur vastgesteld op € 43.056, rekening houdend met 50% van de waarde van de aandelen per 31 december 2006, zijnde € 650.000 (koers $ 0,35).
Bij uitspraak op de bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV 2007 en 2009 heeft de Inspecteur de bezwaren ongegrond verklaard en de aanslagen gehandhaafd.
In de jaarrekening 2008 van [A] die belanghebbende als bijlage bij zijn brief van 17 september 2010 heeft opgenomen, is vermeld dat haar vermogen op 31 december 2008 onder meer bestond uit aandelen in [E] en bv [D] V.A.V., vorderingen op [E] , een vordering op belanghebbende van € 824.064 en enige overige vorderingen. [A] heeft in de jaren 2006 tot en met 2008 managementfees ontvangen, waaronder managementfees voor belanghebbende van € 400.000 (2006) en € 300.000 (2007). [A] heeft blijkens haar winst- en verliesrekening een resultaat op de aandelen [E] behaald van € 407.805 in 2006, € 457.500 in 2007 en € 100.000 in 2008.
Bij de KvK zijn jaarrekeningen gedeponeerd over het jaar 2009 van [B] bv, bv [D] V.A.V. en [C] bv. In de jaarrekening van [B] bv is vermeld dat de vaste en vlottende activa ongeveer een miljoen euro waard zijn en dat er elf werknemers in dienst waren. In de jaarrekening van bv [D] V.A.V. is vermeld dat het enige activum een vordering op de aandeelhouder is en dat geen personeel in dienst is. Het enige activum van [C] bv is een bedrag van € 17.104 “vorderingen en overlopende activa”.
[L] RA, die namens belanghebbende de aangifte IB/PVV 2009 heeft ingediend, heeft over de gedeponeerde jaarrekening 2009 van [B] bv verklaard, dat belanghebbende als laatste de jaarrekening 2005 heeft gedeponeerd. De koper van de aandelen [B] bv heeft volgens [L] onder meer de jaarrekening 2009 gedeponeerd. De cijfers uit de gepubliceerde jaarrekening 2009 zijn volgens [L] niet afkomstig uit de administratie van [B] bv.
[A] is op 21 februari 2012 failliet verklaard.
In het faillissementsverslag van [A] van 21 maart 2012 heeft de curator het volgende vermeld:
“1.1 Directie en organisatie
(…)
Op 15.3.2012 sprak ik de heer [X] op mijn kantoor.
Hij heeft mij op 15.3.2012 overhandigd een alleen door hem getekende Vaststellingsovereenkomst tussen hem en [M] , (…).
De verkoop van [A] Vision zou volgens [X] zijn begeleid door [N] te Londen, met vestigingen in Amsterdam en Hong Kong. Zij zouden ook andere BV’s van de heer [X] hebben verkocht, eind 2011. (…)
Hem [ [M] ] was [A] via Marktplaats.nl, “BV te koop”, gratis aangeboden. Zo was hij met [X] in contact gekomen. (…)
(…)
Oorzaak faillissement
[A] BV lijkt voor van allerlei projecten gebruikt te zijn.
(…)
Het had aandelen in BV [D] VAV, maar dat was een lege BV en de BV/aandelen zouden volgens [X] eind 2011 via [N] tegen waarde € 1,- zijn verkocht in het kader van opschoning. Stukken ontbreken. Dat bedrijf moest te maken krijgen met een boot.
Het had aandelen in [B] BV, maar dat was een lege BV en de BV/aandelen zouden volgens [X] eind 2011 via [N] tegen waarde € 1,- zijn verkocht. Stukken ontbreken. Stukken ontbreken.
Het had aandelen in [C] BV, een 33% belang, maar niet meer meegenomen sinds 2008/09 vanwege geen waarde, aldus [X] . Het zou naar zijn zeggen inmiddels failliet zijn. Stukken ontbreken. Dat bedrijf zou zich bezig houden met wereldwijd kunnen 3D printen.”
In het faillissementsverslag van [A] van 19 november 2015 heeft de curator het volgende vermeld:
“7.6 Paulianeus handelen
Er is geen nieuws meer te melden over de verkoop van [B] BV en [D] BV zeer kort voor faillissement voor € 1,-, terwijl er volgens latere jaarrekeningen een vrij vermogen in zat van € tonnen. Dat zou paulianeus handelen zijn.
Het is voor de curator niet mogelijk om meer duidelijkheid te krijgen dan reeds in de eerdere faillissementsverslagen gemeld.”
3 Geschil
In geschil is of de aanslagen en de beschikkingen heffingsrente op de juiste bedragen zijn vastgesteld. Voor de jaren 2006 en 2007 is meer in het bijzonder in geschil of de Inspecteur terecht en naar het juiste bedrag inkomsten heeft aangenomen als gevolg van de toekenning van (certificaten van) aandelen in [E] aan belanghebbende. Daarnaast is voor het jaar 2007 in geschil of belanghebbende aanspraak kan maken op verrekening van loonheffing. Voor het jaar 2009 is in geschil of en voor welk bedrag aan belanghebbende gebruikelijk loon moet worden toegerekend. Voorts verzoekt belanghebbende om vergoeding van immateriële schade.
Tussen partijen is niet in geschil dat de Inspecteur ten onrechte een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in aanmerking heeft genomen bij de aanslagen IB/PVV 2006 en 2007, dat de Rechtbank terecht de verzuimboeten heeft vernietigd en dat de Rechtbank terecht geen vergoeding van de werkelijke proceskosten heeft toegekend.
Bij de uitspraak op bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2007 is de Inspecteur, zoals hij ter zitting van het Hof heeft bevestigd, uitgegaan van een fictief loon van € 240.000, en een correctie vanwege de aan belanghebbende toegekomen certificaten van € 65.734. Ter zitting van het Hof heeft de Inspecteur ermee ingestemd dat moet worden uitgegaan van het door belanghebbende in bezwaar aangegeven bedrag van € 207.337 (zie onder 2.17.).