Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9613, 16/01146
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9613, 16/01146
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 7 november 2017
- Datum publicatie
- 10 november 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:9613
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3671, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 16/01146
Inhoudsindicatie
De WOZ waarde van woning met aardbevingsschade is te hoog vastgesteld. Gemeente heeft beleid dat met dergelijke schade rekening wordt gehouden als deze door belanghebbenden na ontvangst van de WOZ beschikking wordt gemeld.
Met deze werkwijze aanvaardt de heffingsambtenaar de niet denkbeeldige kans dat de waarde tot een te hoog bedrag zou worden vastgesteld. Belanghebbende heeft recht op vergoeding van de proceskosten in de bezwaarfase.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer 16/01146
uitspraakdatum: 7 november 2017
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de heffingsambtenaar van de gemeente Slochteren (hierna: de heffingsambtenaar)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 4 augustus 2016, nummer LEE 15/3841, ECLI:NL:RBNNE:2016:3671, in het geding tussen de heffingsambtenaar en
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 24 te [Z] (de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2014 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2015 vastgesteld op € 390.000.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot € 375.000. De heffingsambtenaar heeft daarbij besloten geen vergoeding toe te kennen voor de kosten van het bezwaar.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de beslissing van de heffingsambtenaar inzake de vergoeding van de kosten van het bezwaar vernietigd en de proceskostenvergoeding in bezwaar vastgesteld op € 764,25, onder veroordeling van de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende in beroep ten bedrage van € 1.022,25; tevens gelastte de Rechtbank dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 45 aan hem vergoedt.
De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft uitsluitend ter zitting verweer gevoerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 september 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
De onroerende zaak is een vrijstaande woning uit circa 1996, met een garage. De woning heeft een inhoud van ongeveer 692 m³. De onroerende zaak heeft een kaveloppervlakte van ongeveer 1545 m².
De onroerende zaak is gelegen in het gaswinningsbied van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM). Als gevolg van de gaswinning doen zich in dit gebied aardbevingen voor. De onroerende zaak bevindt zich in het aardbevingsgebied zoals aangewezen door de Commissie Meijer in het Eindadvies van 1 november 2013, alsmede in het "risicogebied" zoals aangemerkt door de NAM in haar 'Regeling waardedaling'.
Belanghebbende heeft een aardbevingsschade van € 15.000 bij de NAM gemeld.
De heffingsambtenaar heeft beleid geformuleerd aan de hand waarvan belastingplichtigen die aardbevingsschade bij de NAM of Centrum Veilig Wonen (CVW) hebben gemeld en van de NAM of CVW een schaderapport hebben ontvangen, het in het rapport vermelde schadebedrag in mindering kunnen laten brengen op de voor het belastingjaar 2015 vastgestelde WOZ-waarde. Het schadebedrag komt volgens dit beleid voor aftrek in aanmerking als de aardbevingsschade nog niet is hersteld en er overeenstemming is tussen de betreffende belastingplichtige en de NAM of CVW over het schadebedrag. Daartoe kunnen belastingplichtigen een verzoek indienen in het jaar 2015. Dit beleid is voorafgaand aan het vaststellen van de WOZ-beschikkingen vastgesteld en als bijsluiter bij de WOZ-beschikking kenbaar gemaakt.
In de evenvermelde bijsluiter is – onder meer – het volgende vermeld:
„Aardbevingsschade en WOZ waarde
Heeft u aardbevingsschade gemeld bij de NAM of Centrum Veilig Wonen en heeft u inmiddels een schaderapport, geeft u dit dan door aan de gemeente. (Het gaat om aardbevingsschade die nog niet is hersteld). Het schadebedrag wordt dan afgetrokken van de WOZ waarde voor 2015. Dit kan per post of per mail.
Heeft u aardbevingsschade gemeld, maar komt u er samen met de NAM niet uit, dan wil de gemeente ook hier graag van op de hoogte worden gebracht”.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar beleidsmatig een aftrek op de waarde per waardepeildatum 1 januari 2014 toegepast ter grootte van de kosten die zijn gemoeid met het herstel van de zichtbare fysieke aardbevingsschade (€ 15.000). De waarde van de onroerende zaak, € 390.000, is met dit bedrag verminderd.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar, gelet op de door hem overgelegde waardematrix en de toelichting daarop ter zitting, aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld. Voorts heeft de Rechtbank geoordeeld dat belanghebbende recht heeft op vergoeding van de proceskosten voor de bezwaarfase.
3 Geschil
In hoger beroep is uitsluitend in geschil of aan belanghebbende een proceskostenvergoeding toekomt in verband met de behandeling van het bezwaar, welke vraag door de heffingsambtenaar ontkennend en door belanghebbende bevestigend wordt beantwoord.
De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat de genomen WOZ-beschikking niet kan worden aangemerkt als een onrechtmatig besluit. Van de gemeente kon niet worden verwacht dat zij in de eerste acht weken van het kalenderjaar alle schadegevallen in kaart zou brengen. Bij de beschikking was een bijsluiter gevoegd, waarin staat dat belastingplichtigen schade konden melden. Belanghebbende hoefde de kosten van bezwaar niet te maken om de schade in aanmerking te laten komen. De jurisprudentie inzake de vergoeding van proceskosten voor de bezwaarfase is te ruimhartig voor belanghebbende.
Belanghebbende heeft het standpunt van de heffingsambtenaar gemotiveerd betwist.