Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-02-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1896, 17/00514, 17/00515 en 17/00516

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-02-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1896, 17/00514, 17/00515 en 17/00516

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 februari 2018
Datum publicatie
9 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:1896
Formele relaties
Zaaknummer
17/00514, 17/00515 en 17/00516

Inhoudsindicatie

Rioolheffing. Gemeente Steenwijkerland. Verbindendheid verordening 2014 en 2015. Overschrijding opbrengstlimiet?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 17/00514, 17/00515 en 17/00516

uitspraakdatum: 27 februari 2018

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Steenwijkerland (hierna: de heffingsambtenaar)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 29 maart 2017, nummers AWB 14/2689, 16/1004 en 16/1056, ECLI:NL:RBOVE:2017:1413, in het geding tussen de heffingsambtenaar en

Stichting [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2013, 2014 en 2015 aanslagen in de rioolheffing opgelegd.

1.2.

Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd, de aanslagen rioolheffing vernietigd en vergoedingen toegekend voor immateriële schade, proceskosten en griffierecht.

1.4.

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 januari 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is een woningstichting. Zij is eigenaar van enkele duizenden verhuurde woningen en appartementen in de gemeente Steenwijkerland (hierna: de gemeente). De heffingsambtenaar heeft belanghebbende aangeslagen in de rioolheffing voor het eigenarendeel, omdat zij het genot heeft krachtens eigendom van deze onroerende zaken.

2.2.

De gemeenteraad van de gemeente heeft voor de jaren 2013, 2014 en 2015 afzonderlijke verordeningen op de heffing en invordering van rioolheffing (hierna: de Verordeningen) vastgesteld. In de drie Verordeningen is onder meer het volgende bepaald:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

(…)

d. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

(…)

g. woning: een woning in de zin van artikel 220a, tweede lid, van de Gemeentewet, of een (recreatie)woonschip;

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam “rioolheffing” wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De belasting wordt geheven:

a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel, verder te noemen: eigenarendeel; en

b. (…)

2. Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

3. (…)”

In de Verordeningen zijn onderling verschillende bepalingen opgenomen over maatstaf van heffing en tarief. Deze bepalingen luiden:

“Artikel 5 Maatstaf van heffing (tekst 2013)

1. Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel, verhoogd met een vast bedrag indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

2. (…)”

“Artikel 4 Maatstaf van heffing (tekst 2014 en 2015)

1. Het eigenarendeel voor woningen wordt geheven naar een vast bedrag per perceel, verhoogd met een vast bedrag indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

2. (…)

3. Het eigenarendeel voor niet-woningen wordt geheven naar de waarde van het perceel, verhoogd met een vast bedrag indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

4. (…)”

“Artikel 6 Belastingtarieven (tekst 2013)

1. Het eigenarendeel bedraagt per perceel € 37,36.

2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt verhoogd met € 105,68

indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

3. (…)”

“Artikel 5 Belastingtarieven woningen (tekst 2014)

1. Het eigenarendeel bedraagt per perceel € 37,10.

2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt verhoogd met € 104,96

indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

3. (…)”

“Artikel 6 Belastingtarieven niet-woningen (tekst 2014)

1. Het eigenarendeel bedraagt per perceel 0,075% van de waarde, tot een maximum

van € 37,10.

2. Het op voet van het eerste lid bepaalde bedrag wordt verhoogd met € 104,96

indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

3. (…)”

“Artikel 5 Belastingtarieven woningen (tekst 2015)

1. Het eigenarendeel bedraagt per perceel € 36,73.

2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt verhoogd met € 103,91

indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

3. (…)”

“Artikel 6 Belastingtarieven niet-woningen (tekst 2015)

1. Het eigenarendeel bedraagt per perceel 0,074% van de waarde, tot een maximum

van € 36,73.

2. Het op voet van het eerste lid bepaalde bedrag wordt verhoogd met € 103,91

indien het perceel direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

3. (…)”

2.3.

De heffingsambtenaar heeft een berekening van het dekkingspercentage rioolheffing 2013 en enkele versies van de “Kostprijsberekening rioolheffing jaar 2013” overgelegd. Hieruit volgt dat de gemeente voor het jaar 2013 de lasten op € 5.697.428 en de baten op € 5.692.870 heeft geraamd. De geraamde omzetbelasting over deze lasten bedraagt € 839.713.

2.4.

Tot de lasten is gerekend een totaal bedrag van € 862.546 aan baggerkosten en kosten van onderhoud van oevers, sloten en vaarwegen en veegkosten (hierna: de baggerkosten en kosten van onderhoud oevers). De opbouw van dit bedrag is (bedragen in €):

Activiteiten Bedrag (..) Toerekening (..) Verhaalbare kosten BTW

(…)

Baggeren watergangen 567.662 100% 567.662 119.209

Onderhoud oeverbeschermingen 102.500 100% 102.500 21.525

Beheer en onderhoud

vaarwegen waterschap 269.652 33% 89.884 0

Maaien en onderhoud sloten 213.542 48% 102.500 21.525

2.5.

Belanghebbende heeft in hoger beroep een Kostprijsberekening rioolheffing jaar 2013 overgelegd die de heffingsambtenaar in een andere procedure heeft overgelegd. De totale lasten zijn daarin eveneens op € 5.697.428 geraamd. Bij de toelichting op de doorbelasting van verschillende afdelingen, staat bij een bedrag van € 50.000 vermeld: “Betreft 1 fte vegen dat voor 50% wordt toegerekend aan reiniging”. Hierover heeft de heffingsambtenaar ter zitting opgemerkt, dat is besloten de arbeidskosten van het vegen niet via het rioolrecht in rekening te brengen.

2.6.

De heffingsambtenaar heeft een berekening van het dekkingspercentage rioolheffing 2014 en een “Kostprijsberekening rioolheffing jaar 2014” overgelegd. Hieruit volgt dat de gemeente voor het jaar 2014 de lasten op € 5.610.970 en de baten op € 5.443.945 heeft geraamd. De geraamde omzetbelasting over deze lasten bedraagt € 804.945.

2.7.

Uit de “Kostprijsberekening rioolheffing jaar 2014” blijkt dat voor 2014 in totaal een bedrag van € 874.195 aan baggerkosten en kosten van onderhoud van oevers is toegerekend. Deze kosten zijn als volgt opgebouwd (bedragen in €):

Activiteiten Bedrag (..) Toerekening (..) Verhaalbare kosten BTW

(…)

Baggeren watergangen 1.150.650 50% 575.325 120.818

Onderhoud oeverbeschermingen 103.885 100% 103.885 21.816

Beheer en onderhoud

vaarwegen waterschap 91.100 100% 91.100 0

Maaien en onderhoud sloten 216.427 48% 103.885 21.816

2.8.

De heffingsambtenaar heeft een berekening van het dekkingspercentage rioolheffing 2015 en een “Kostprijsberekening rioolheffing jaar 2015” overgelegd. Hieruit volgt dat de gemeente voor het jaar 2015 de lasten € 5.597.502 en de baten € 5.405.100 heeft geraamd. De geraamde omzetbelasting over deze lasten bedraagt € 774.800.

2.9.

Uit de “Kostprijsberekening rioolheffing jaar 2015” blijkt dat voor 2015 in totaal een bedrag van € 904.000 aan baggerkosten en kosten van onderhoud van oevers is toegerekend. Deze kosten zijn als volgt opgebouwd (bedragen in €):

Activiteiten Bedrag (..) Toerekening (..) Verhaalbare kosten BTW

(…)

Baggeren watergangen 1.150.000 50% 575.000 120.750

Onderhoud oeverbeschermingen 105.000 100% 105.000 22.050

Beheer en onderhoud

vaarwegen waterschap 90.000 100% 90.000 0

Maaien en onderhoud sloten 276.750 48% 134.000 28.140

2.10.

In de in hoger beroep overgelegde kostprijsberekeningen voor de jaren 2013, 2014 en 2015 is de volgende toelichting gegeven bij de voornoemde kostenposten:

Baggeren watergangen Baggerwerkzaamheden in Giethoorn, Belt Schutsloot en Oldemarkt en planvoorbereiding voor baggerwerkzaamheden in de Oostermeenthe.

Onderhoud oeverbeschermingen Werkzaamheden om de oevers op hun plaats te houden.

Beheer en onderhoud vaarwegen waterschap Baggerwerkzaamheden door Waterschap in opdracht van gemeente mede voor beheer en onderhoud van vaarwegen. De gemeente draagt bij voor 1/3 deel.

Maaien en onderhoud sloten Jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden door derden om de berging en afvoer van sloten te garanderen. Maaien en het op diepte houden van de sloten.

Straatreiniging (waaronder vegen) Het vegen van de wegen. Van de totale kosten voor straatreiniging is een deel van de kosten veegkosten. Zie toelichting Rioolheffing voor de berekening.

2.11.

De heffingsambtenaar heeft het Baggerplan Gemeente Steenwijkerland van 24 maart 2004 overgelegd (hierna: het Baggerplan). In dit rapport wordt opgemerkt, dat in de gemeente meerdere kernen liggen met wateren die een kwantiteitsprobleem kennen en dat er overal achterstand in het baggeren is, omdat de gemeente niet structureel heeft gebaggerd. In het baggerplan is er daarom vanuit gegaan dat alle wateren binnen 16 jaar gebaggerd moeten worden. De kosten van het baggeren van waterbodems worden in het rapport geschat op gemiddeld € 1.000.177 per jaar (incl. btw).

2.12.

Verder heeft de heffingsambtenaar het rapport “Verbreed GRP Steenwijkerland 2009-2015” van 4 mei 2009 overgelegd (het gemeentelijk rioleringsplan, hierna: het GRP), waarin de omgang met het hemelwater op een basis tot laag niveau wordt gewaardeerd en wateroverlast door hemelwater vanuit het oppervlaktewater op een laag niveau wordt gewaardeerd. Uitvoering van onderhoudswerkzaamheden (zoals baggeren en vervangen van oevervoorzieningen) is volgens het rapport in de achterliggende jaren tot een minimum beperkt geweest, waardoor niet ingelopen is op het achterstallig onderhoud. Door het achterstallig onderhoud is de afvoerfunctie van de watergangen in het geding. Dit betekent een grotere kans op sloten die bij regenbuien buiten hun oevers treden.

3 Geschil

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de Verordeningen algeheel dan wel partieel onverbindend zijn, in het bijzonder omdat de geraamde baten van de rioolheffing de geraamde lasten ter zake overtreffen (overschrijding opbrengstlimiet), in de jaren 2014 en 2015 in de Verordeningen twee heffingen zijn opgenomen en de Verordeningen in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en de heffingsambtenaar beantwoordt deze ontkennend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing