Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4167, 17/00102
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4167, 17/00102
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 8 mei 2018
- Datum publicatie
- 18 mei 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:4167
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:230
- Zaaknummer
- 17/00102
Inhoudsindicatie
OB. Verzuimboete. Verzuim? Uitstel van betaling. Eigenhandige verrekening.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 17/00102
uitspraakdatum: 8 mei 2018
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 1 december 2016, nummer AWB 16/2508, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Breda (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft aangifte omzetbelasting gedaan over het tijdvak oktober 2015 naar een te betalen bedrag van € 1.924. Belanghebbende heeft op deze aangifte € 21 voldaan.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende over hetzelfde tijdvak een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 1.903 en bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 57.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag en de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en zich onbevoegd verklaard voor zover het de afwijzing van de Ontvanger van het verzoek van belanghebbende om verrekening betreft.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 april 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft over het tijdvak september 2013 aangifte omzetbelasting gedaan en daarin verzocht om een teruggaaf van € 1.525.
Belanghebbende heeft over het tijdvak oktober 2015 aangifte omzetbelasting gedaan naar een te betalen bedrag van € 1.924.
Belanghebbende heeft in de brief van 11 november 2015 aan de Inspecteur het volgende geschreven:
“Uit de aangifte omzetbelasting oktober 2015 volgt dat € 1.924,00 dient te worden afgedragen. Door de Belastingdienst worden teruggaven van omzetbelasting verrekend met aangiftes over tijdvakken in 2013. Wij nemen de vrijheid om het bedrag € 1.924,00 verrekenen wij met het openstaande, nog terug te ontvangen bedrag omzetbelasting verhoogt met kosten en rente over het tijdvak september 2013 en de kosten voor het niet tijdig terug betalen van het griffierecht.
In onze aanmaning, ref 5102 van 19 oktober 2015, aan de heer [A] (zie bijgaande kopie) staan kosten vermeld die niet zijn betaald. Deze dienen nog te worden betaald en worden hierbij verrekend.
Te ontvangen griffierecht zaak AWB 14/1335 € 398,00
Ontvangen betaling € 318,00
Nog te ontvangen € 80,00
Volgens onze brief ref 5103 van 20 oktober 2015
Ref brief 5091 € 96,00
Te ontvangen over tijdvak september 2013 € 1.525,00
Rente € 122,00
Kosten wegens te laat betalen € 50,00
Kosten aanmaningen € 30.00
Totaal te ontvangen € 1.903,00
Af te dragen tijdvak oktober 2015 € 1.924,00
Resteert nog te betalen over tijdvak oktober 2015 € 21,00
Deze brief dient aangemerkt te worden als een betaling van de omzetbelasting over het tijdvak oktober 2015, zodat bij het niet betalen van de af te dragen omzetbelasting geen boete van toepassing is.
Mochten wij binnen twee weken geen reactie van u ontvangen dan nemen wij aan dat u het hiermee eens bent.”
Belanghebbende heeft het restant, € 21, betaald.
3 Geschil
In hoger beroep is uitsluitend nog in geschil of de verzuimboete terecht is opgelegd.