Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-06-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5990, 17/00866 t/m 17/00869

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-06-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5990, 17/00866 t/m 17/00869

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
26 juni 2018
Datum publicatie
27 juli 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:5990
Formele relaties
Zaaknummer
17/00866 t/m 17/00869

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Uitgaven monumentenpanden. Onderhoudskosten park aftrekbaar?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers: 17/00866 tot en met 17/00869

uitspraakdatum: 26 juni 2018

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 1 augustus 2017, nummers AWB 16/6296 tot en met AWB 16/6299, in het geding tussen

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende) en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn over de jaren 2008, 2009, 2010 en 2012 aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, alsmede beschikkingen heffingsrente (2008 tot en met 2010) en belastingrente (2012).

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren inzake de aanslagen IB/PVV en de beschikkingen heffings- en belastingrente ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard en de aanslagen IB/PVV, alsmede de beschikkingen heffings- en belastingrente verminderd.

1.4.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juni 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en bewoner van Landgoed [A] aan de [a-straat] te [Z] . Op het landgoed bevinden zich verschillende monumenten, waaronder het Springerpark (hierna: het park). Het park is een zelfstandig rijksmonument en is ongeveer 12 hectare groot.

2.2.

Door familie, vrienden en vrijwilligers worden (onderhouds)werkzaamheden in en aan het park verricht. Deze werkzaamheden bedragen ongeveer 350 à 400 uren per jaar en de personen die deze werkzaamheden verrichten, ontvangen hiervoor geen vergoeding. Daarnaast verrichten externe professionele partijen (onderhouds)werkzaamheden in en aan het park.

2.3.

Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV voor de onderhavige jaren onderhoudskosten voor het park als onderdeel van de persoonsgebonden aftrek in aanmerking genomen. De Inspecteur heeft de totaal te verrekenen persoonsgebonden aftrek steeds in afwijking van de aangifte vastgesteld.

Jaar

Persoonsgebonden aftrek

Aangegeven bedragen

Geaccepteerde bedragen

2008

€ 102.360

€ 91.074

2009

€ 134.329

€ 122.528

2010

€ 182.489

€ 173.881

2012

€ 61.262

€ 55.662

2.4.

Na verrekening van de door de Inspecteur geaccepteerde persoonsgebonden aftrek is het belastbaar inkomen uit werk en woning en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen als volgt vastgesteld:

Jaar

Belastbaar inkomen uit werk en woning

Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

2008

nihil

€ 188.683

2009

nihil

€ 135.044

2010

nihil

€ 101.756

2012

nihil

€ 246.080

3 Geschil

3.1.

In geschil zijn de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2008, 2009, 2010 en 2012. Meer in het bijzonder is in geschil in hoeverre de gemaakte onderhoudskosten voor het park kwalificeren als uitgaven voor monumentenpanden in de zin van artikel 6.31 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001). Tussen partijen is in geschil welk deel van de onderhoudskosten moeten worden bestempeld als zogenoemde huurderslasten.

3.2.

Belanghebbende stelt dat alle gemaakte onderhoudskosten voor het park kwalificeren als aftrekbare uitgaven voor monumentenpanden, met uitzondering van een bedrag van € 400 per jaar dat kwalificeert als niet-aftrekbare huurderslast.

3.3.

De Inspecteur stelt dat rekening moet worden gehouden met een drempel inzake de onderhoudskosten van de monumentale tuin van € 10.000 .

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing