Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-07-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:6093, 17/00920

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-07-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:6093, 17/00920

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 juli 2018
Datum publicatie
27 juli 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:6093
Formele relaties
Zaaknummer
17/00920

Inhoudsindicatie

Invordering. Aansprakelijkstelling bestuurder. Toelaten weerleggen bewijsvermoeden?

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummer 17/00920

uitspraakdatum: 3 juli 2018

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 augustus 2017, nummer AWB 16/3019, ECLI:NL:RBGEL:2017:4343, in het geding tussen belanghebbende en

de ontvanger van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Ontvanger)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende is bij beschikking van 22 mei 2015 tot een bedrag van € 117.417 aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven loonbelastingschulden van Stichting [A] (hierna: de Stichting).

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juni 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

De Stichting is op 23 juli 2012 opgericht. Volgens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bestaan de activiteiten van de Stichting uit het ondersteunen en het geven van begeleiding opdat re-integratietrajecten kunnen slagen en de specifieke doelgroepen van sociaal achtergestelden gestructureerd vooruit geholpen worden en meer in het bijzonder het geven van dagbesteding. De Stichting is aan de heffing van vennootschapsbelasting onderworpen.

2.2.

Belanghebbende heeft in de periode van 2 september 2013 tot 26 mei 2015 als voorzitter van de Stichting ingeschreven gestaan in het handelsregister. Als voorzitter was hij gezamenlijk met de andere bestuurders bevoegd. De heer [B] (hierna: [B] ) was in de periode van 2 september 2013 tot 19 mei 2016 directeur (met algehele volmacht) van de Stichting. [C] was in de periode van 2 september 2013 tot 26 mei 2015 penningmeester van de Stichting en gezamenlijk met de andere bestuurders bevoegd. [D] was in de periode van 1 maart 2013 tot en met 26 mei 2015 adjunct directeur en bezat een volledige volmacht.

2.3.

Aan de Stichting zijn, conform de ingediende aangiftes, over de maanden maart 2014 tot en met december 2014 de volgende naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd:

Tijdvak

Aanslagnummer

Dagtekening

Bedrag aansprakelijkstelling in €

Maart 2014

[0000.000] .A01.4030

23-05-2014

10.153

April 2014

[0000.000] .A01.4040

24-06-2014

10.281

Mei 2014

[0000.000] .A01.4050

24-07-2014

27.315

Juni 2014

[0000.000] .A01.4060

22-08-2014

23.838

Juli 2014

[0000.000] .A01.4070

24-09-2014

15.276

Augustus 2014

[0000.000] .A01.4080

24-10-2014

15.677

September 2014

[0000.000] .A01.4090

24-11-2014

11.242

Oktober 2014

[0000.000] .A01.4100

24-12-2014

2.620

November 2014

[0000.000] .A01.4110

28-01-2015

585

December 2014

[0000.000] .A01.4120

13-03-2015

430

2.4.

De Stichting heeft de verschuldigde loonheffingen niet op aangifte afgedragen. Een melding betalingsonmacht is niet gedaan. De invordering van de belastingschuld bij de Stichting heeft geen resultaat opgeleverd. Alle naheffingsaanslagen zijn tot op heden onbetaald gebleven.

2.5.

Op 22 mei 2015 heeft de Ontvanger alleen belanghebbende bij beschikking aansprakelijk gesteld op grond van artikel 36 van de Invorderingswet 1990 (hierna: IW) voor de loonbelastingschulden van de Stichting.

3 Geschil

3.1.

In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld voor de onbetaald gebleven loonbelastingschulden van de Stichting.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de beschikking aansprakelijkstelling.

3.3.

De Ontvanger beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing