Home

Hoge Raad, 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1954, 18/03518

Hoge Raad, 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1954, 18/03518

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 december 2019
Datum publicatie
13 december 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1954
Formele relaties
Zaaknummer
18/03518

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 18/03518

Datum 13 december 2019

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 juli 2018, nr. 17/00920, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 16/3019) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking tot aansprakelijkstelling voor de van Stichting [A] te [Z] nageheven loonbelasting en premie volksverzekeringen over de tijdvakken maart 2014 tot en met december 2014.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing