Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8254, 18/00004
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8254, 18/00004
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 18 september 2018
- Datum publicatie
- 28 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:8254
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:1274
- Zaaknummer
- 18/00004
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Objectafbakening en waardevaststelling sportcomplex.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00004
uitspraakdatum: 18 september 2018
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 30 november 2017, nummer UTR 16/5371, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Laren (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2015 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2016 vastgesteld op € 1.094.000. Tegelijk met deze beschikking zijn aanslagen onroerendezaakbelasting 2016 (OZB) eigenaren en gebruikers vastgesteld.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslagen gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 juli 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
De onroerende zaak betreft een sportcomplex, plaatselijk bekend als [a-straat 1] te [Z] . Het sportcomplex is gelegen op verschillende kadastrale percelen ( [00000] , [00001] , [00002] , [00003] , [00004] , [00005] , [00006] en [00007] ). De totale oppervlakte van de kadastrale percelen bedraagt blijkens de gegevens in het kadaster 60.249 m2. Het sportcomplex bestaat onder meer uit all-weather tennisbanen, een kunstgras voetbalveld, sportvelden, een jeu-de-boulesbaan, een clubgebouw met een kantine, was- en kleedruimten en terras, fietsenstalling en lichtmasten.
De kadastrale percelen horen in eigendom toe aan de gemeente Laren. Belanghebbende heeft met betrekking tot deze percelen of een deel ervan een recht van erfpacht. De erfpachtovereenkomst vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:
“(…)
1. Erfpachtster is verplicht de in erfpacht uitgeven grond met opstallen in een goede staat van onderhoud te houden overeenkomstig de in artikel 5 genoemde bestemming.
(…)
Artikel 5 Bestemming
1. Het is de erfpachtster uitsluitend toegestaan de in erfpacht uitgegeven gronden met de daarop gestichte opstallen te gebruiken als sportterrein ten behoeve van de voetbal, tennis en touwtrek.
Het op de in erfpacht uitgegeven grond aangelegde/ aan te leggen parkeerterrein mag door de gemeente worden gebruikt als openbaar parkeerterrein onder de verplichting dat de gemeente het parkeerterrein dient te onderhouden.
2. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders mag de onder 1. genoemde bestemming van het terrein niet worden veranderd.
Artikel 6 Verbod tot overdracht aan derden
1. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders mag het erfpachtrecht en/ of het recht van opstal niet aan derden worden overgedragen of gesplitst of met hypotheek worden belast. Aan deze toestemming kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden verbinden.
(…)
Artikel 7 Verbod tot verhuur/ ingebruikgeving
1. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders is het de erfpachtster niet geoorloofd de in erfpacht uitgegeven grond en/ of opstallen aan derden te verhuren dan wel in gebruik te geven. Aan deze toestemming kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden verbinden.
2. De gemeente heeft het recht gedurende ten hoogste tien door haar na overleg met erfpachtster te bepalen dagen per jaar over het terrein te beschikken voor het gebruik van veldsporten, voor dit gebruik is de gemeente geen vergoeding aan erfpachtster verschuldigd.”
3 Geschil
In geschil is de belastingplicht, de objectafbakening alsmede de waarde van de onroerende zaak.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.