Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8257, 17/01354 en 17/01355
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8257, 17/01354 en 17/01355
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 18 september 2018
- Datum publicatie
- 28 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:8257
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2017:5956, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 17/01354 en 17/01355
Inhoudsindicatie
OB. Correcties n.a.v. boekenonderzoek.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 17/01354 en 17/01355
uitspraakdatum: 18 september 2018
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] C.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 november 2017, nummers AWB 16/8014 en AWB 16/8015, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd van € 5.338. Gelijktijdig is daarbij bij beschikking belastingrente in rekening gebracht. Tevens is bij beschikking een boete opgelegd van € 1.334.
Aan belanghebbende is voorts over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 maart 2014 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd van € 3.379. Gelijktijdig is daarbij bij beschikking belastingrente in rekening gebracht. Tevens is bij beschikking een boete opgelegd van € 844.
Op het bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de bezwaren ongegrond verklaard en de naheffingsaanslagen en de beschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 23 november 2017 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaak betrekking hebben.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 augustus 2018 te Arnhem. Daarbij is verschenen en gehoord drs. [A] namens de Inspecteur, bijgestaan door [B] . Belanghebbende is niet verschenen. Uit het dossier blijkt dat belanghebbende de uitnodiging voor de zitting op 13 juni 2018 in ontvangst heeft genomen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende, een commanditaire vennootschap, stond met ingang van 3 augustus 2011 als samenwerkingsverband ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel. Blijkens een uittreksel uit dat register dat tot de stukken van het geding behoort, is op 13 januari 2015 geregistreerd dat de onderneming is opgeheven met ingang van 15 december 2014.
Als vennoot van belanghebbende stond ingeschreven [C] Ltd., gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, en als volledig gevolmachtigde [D] te [Z] (hierna: [D] ). [D] is enig aandeelhouder van [C] Ltd. Belanghebbende had geen personeel in dienst.
Belanghebbende heeft in de onderhavige tijdvakken opleidingen verzorgd op het gebied van beschermingsbewind, schuldhulpverlening en budgetcoaching, waaronder een opleiding voor het praktijkdiploma boekhouden. De opleidingen worden verzorgd door [D] die ook het lesmateriaal schrijft.
[D] opereerde – onder meer – onder de namen [E] UA en [F] CV. Opzet was om in laatstgenoemde CV, die onder meer met het UWV een overeenkomst had gesloten, een leerwerkbedrijf te starten. Die opzet is niet geslaagd.
Belanghebbende heeft aangifte gedaan voor de omzetbelasting op basis van het zogenoemde kasstelsel. In haar aangiftes heeft zij – onder meer – de volgende bedragen vermeld:
Omzet OB Voorbelasting Saldo
1e kwartaal 2013 € 257 € 54 € 670 € 616 -/-
2e kwartaal 2013 € 438 € 92 € 648 € 556 -/-
3e kwartaal 2013 € 2.952 € 620 € 2.468 € 1.848 -/-
4e kwartaal 2013 € 9.000 € 1.890 € 1.720 € 170 -/-
Totaal € 12.647 € 2.656 € 5.506 € 2.850 -/-
1e kwartaal 2014 € 4.000 € 840 € 3.728 € 2.888 -/-
De Inspecteur heeft bij belanghebbende een onderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van – onder meer – bovenstaande aangiften. Van de bevindingen bij het onderzoek is een rapport opgemaakt, gedagtekend 17 december 2015. In het rapport is – onder meer – het volgende opgenomen:
“ 2.4 Administratie
De heer [D] verzorgt de dagelijkse administratie. Dit betreft het verwerken van de bankafschriften, inkoopfacturen, en het boeken van de administratie in een boekhouding. Belastingplichtige houdt geen kasboek bij.
(…)
Boeken van de administratie
Na een eerste beoordeling van de administratie blijkt dat relatief veel zaken niet of niet juist in de administratie zijn verwerkt en heb ik belastingplichtige de mogelijkheid gegeven de administratie opnieuw te boeken. Nadat de administratie opnieuw is geboekt heeft belastingplichtige een summiere kolommenbalans en alleen de grootboekkaarten debiteuren, crediteuren, BTW af te dragen, BTW te vorderen, inkopen hoog, inkopen overig en verkopen hoog aan mij ter beschikking gesteld. (…)
In de administratie zijn gebreken aanwezig. Voorbeelden van de gebreken zijn:
- de boekingen zijn gemaakt aan de hand van de bankafschriften;
- een aantal in- en verkoopfacturen is niet geboekt;
- de voorbelasting wordt niet voor het juiste bedrag in de boekhouding verwerkt. De omzetbelasting wordt berekend met een tarief van 19% terwijl er in sommige gevallen geen of een ander tarief op de factuur is vermeld;
- in de administratie zijn facturen geboekt van andere rechtspersonen;
- over de verkopen wordt 19% omzetbelasting geboekt terwijl er 21% op de factuur is vermeld;
- er is ten onrechte voorbelasting geclaimd over privé-uitgaven;
- de verkoopfacturen voldoen niet aan de factuureisen. Het btw-nummer van belastingplichtige en het factuurnummer wordt niet of niet altijd op de verkoopfacturen vermeld;
- op de facturen staan geen boekingsnummers die corresponderen met de gegevens in de boekhouding;
- de administratie is niet direct toegankelijk.
(…)
Aansluitingsverschillen
De aangiften sluiten niet aan bij de gevoerde administratie. De aansluitingsberekeningen over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2014 verlopen als volgt:
2013 1e kw 2014
Omzet 19% (A) € 12.796 7.982
Tarief
omzetbelasting 19% van (A) € 2.431 1.516
Voorbelasting volgens administratie € -1.772 -420
Verschuldigd volgens administratie € 659 1.096
Terugontvangen op aangifte € 2.850 2.888
Aansluitingsverschillen en correctie € 3.509 3.984
Vereiste aangifte
Er zijn aansluitingsverschillen geconstateerd. De verschillen zijn zowel absoluut als relatief dusdanig groot dat gesteld wordt dat belastingplichtige de vereiste aangifte niet heeft gedaan. Dit heeft tot gevolg dat belastingplichtige in de eventuele bezwaar- en beroepsfase moet bewijzen dat de correcties onjuist zijn.
(…)
Voorbelasting
(…)
In de hierna berekende correcties voorbelasting staat in de laatste kolom een codenummer dat correspondeert met onderstaande toelichting:
1. Geen factuur aanwezig in de administratie.
2. Onjuiste tenaamstelling op de factuur.
3. Privé uitgave BTW is niet aftrekbaar.
4. Dubbel verwerkt in de boekhouding of bij een andere rechtspersoon.
5. Factuur zonder vermelding van BTW.
6. BTW bedrag fout verwerkt in de boekhouding.
7. Factuur is aanwezig in de administratie maar niet geboekt in de boekhouding.
8. Factuur overgebracht naar [F] CV.
(…)(Hof: volgt een lijst met details en correctiecode van 88 facturen)
Het gevolg van het bovenstaande is dat de voorbelasting (Hof: voor 2013) met een bedrag ad € 1.589 wordt gecorrigeerd.
(…)
(Hof: volgt een lijst met details en correctiecode van 34 facturen)
Correctie: minder aftrek voorbelasting 2014 € 201
Resumé correcties
2013 1e kw 2014
(…)
Totaal correctie € 5.338 € 6.267
==============
(…)
4 Naheffingsaanslagen
Belastingplichtige heeft over het 1e kwartaal 2014 een aangifte omzetbelasting ingediend en hierop is een teruggave ad € 2.888 gevraagd. Deze teruggaaf is niet verleend door de Belastingdienst en zal worden afgewezen. Het hiervoor genoemde bedrag wordt in mindering gebracht op de correcties uit dit onderzoek.
(…)”
Op grond van de resultaten van het boekenonderzoek heeft de Inspecteur een naheffingsaanslag van € 5.338 opgelegd over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 en een naheffingsaanslag van (€ 6.267 minus € 2.888, ofwel) € 3.379 over het eerste kwartaal van 2014. Naast de correcties vanwege de aansluitverschillen, het tariefverschil tussen 19 en 21 percent en de voorbelasting, zijn in de naheffingsaanslag over het vierde kwartaal – onder meer – begrepen een correctie in verband met een factuur die is uitgereikt aan [G] en andere op bankrekeningen ontvangen bedragen waarvan geen facturen aanwezig zijn.