Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-10-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9440, 17/00918

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-10-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9440, 17/00918

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 oktober 2018
Datum publicatie
9 november 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:9440
Formele relaties
Zaaknummer
17/00918

Inhoudsindicatie

OB. Vermelding omzetbelasting op factuur. Herziening gefactureerde omzetbelasting mogelijk? Gevaar voor verlies van belastinginkomsten tijdig en volledig uitgeschakeld?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 17/00918

uitspraakdatum: 30 oktober 2018

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 augustus 2017, nummer AWB 16/1647, ECLI:NL:RBGEL:2017:4307, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 maart 2009 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd van € 47.500. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een boete opgelegd van € 23.750.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar hiertegen ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar betreffende de boete vernietigd, de boete verminderd tot € 21.375, de Inspecteur en de Staat veroordeeld tot een vergoeding van geleden immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn en de Inspecteur en de Staat ieder voor de helft veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Enig aandeelhouder en bestuurder van belanghebbende is [A] (hierna: [A] ).

2.2.

Belanghebbende heeft in de periode 1 december 2006 tot 29 december 2008 een horecagelegenheid geëxploiteerd aan [de a-straat] te [Z] . Op wedstrijddagen heeft de horecagelegenheid dienst gedaan als supportershome van [B] .

2.3.

Per 29 december 2008 heeft [C] B.V. (hierna: [C] ) de exploitatie van de horecagelegenheid op zich genomen.

2.4.

In een niet gedateerde en alleen door [C] ondertekende koopovereenkomst tussen belanghebbende (als verkoper) en [C] (als koper) is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:

“(…)

Artikel 1 – Koop en verkoop

1. Verkoper verkoopt en draagt hierbij aan koper over (…) alle rechten en verplichtingen die verband houden met de exploitatie van het horecabedrijf dat wordt uitgeoefend in het pand aan [de a-straat] te [Z] . In deze koop en verkoop is begrepen:

- de goodwill, waaronder begrepen het klantenbestand alsmede de geplaatste boekingen per leveringsdatum;

- een gedeelte van de inventaris (…) zoals omschreven in de bijlage van deze koopovereenkomst.

De bijlage maakt integraal deel uit van de onderhavige overeenkomst.

2. De levering van het bedrijf vindt plaats op maandag 29 december 2008 (…).

(…)

5. De koopsom bedraagt € 250.000,- (…) exclusief BTW (…).”

2.5.

In een tweede, niet gedateerde en niet ondertekende koopovereenkomst tussen belanghebbende (als verkoper) en [C] (als koper) is, voor zover van belang, het volgende vermeld:

“(…)

Artikel 1 – Koop en verkoop

1. Verkoper verkoopt en draagt hierbij aan koper over (…) alle rechten en verplichtingen die verband houden met de exploitatie van het horecabedrijf dat wordt uitgeoefend in het pand aan [de a-straat] te [Z] . In deze koop en verkoop is begrepen:

- de goodwill, waaronder begrepen het klantenbestand alsmede de geplaatste boekingen per leveringsdatum;

- de inventaris van het pand aan [de a-straat] (…) zoals omschreven in de bijlage van deze koopovereenkomst;

- de op de datum van levering tot het horecabedrijf behorende voorraden.

2. De levering van het bedrijf vindt plaats op maandag 29 december 2008 (…).

(…)

5. De koopsom bedraagt € 250.000 (…).

6. Partijen gaan ervan uit dat de koopsom op grond van artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting 1968 is vrijgesteld van omzetbelasting. Indien de verkoper evenwel ter zake van deze koop en verkoop toch omzetbelasting moet afdragen, zal de koopsom ter zake met die omzetbelasting worden verhoogd en verplicht de koper zich alsnog de omzetbelasting aan de verkoper te vergoeden.”

2.6.

Een van belanghebbende afkomstige factuur van 11 december 2008 luidt, voor zover van belang, als volgt:

Factuurdatum

: donderdag 11 december 2008

Factuurnummer

: [00000]

Afhandeling openstaande posten supporters vereniging

Openstaande 2de deel huur 2007/2008

9000,00

Schade aan inventaris 2007/2008

1501.47

1ste deel huur 2008/2009

6000,00

Uitkoop portiers en beveiliging

6 personen x 6 uur x 8 wedstrijden a €32,00 p.u.

9216,00

Onkosten vergoeding beveiliging supportersvereniging

2250,00

Vrijwilligersvergoeding personeel supportershome

(over deze post word geen BTW gerekend)

9000,00

Totaal exclusief B.T.W.

36967,47

19% B.T.W.

5313,82

6% B.T.W.

Totaal inclusief B.T.W.

42281,29

Betaling per omgaande op rekeningnummer [00001] ABN Amro [Z] o.v.v. factuurnummer.”

Op de factuur is niet vermeld aan wie deze is gericht.

2.7.

Op of omstreeks 11 december 2008 heeft [C] een bedrag van € 42.281,29 voldaan op een privérekening van [D] , bestuurder van [C] . Dat bedrag is op 12 december 2008 doorgestort naar de bankrekening van belanghebbende, met als omschrijving “ [C] Het [X] Spoedopdracht factuur [00000] inzake [X] / [C] ”.

2.8.

Een van belanghebbende afkomstige en aan [C] (i.o.) gerichte factuur van 2 januari 2009 (factuurnummer 2009_01) luidt, voor zover van belang, als volgt:

FACTUUR

(…)

Conform afspraak brengen wij u in rekening het inleveren van de huurrechten voor de locatie [de a-straat] te [Z] en daarmee afstand doen van toekomstige exploitatie inkomsten

Euro

250.000,00

Subtotaal

Euro

250.000,00

BTW 19%

Euro

47.500,00

Totaal

Euro

297.500,00

Zoals overeengekomen wordt dit bedrag telefonisch overgemaakt op 2 januari 2009

bankrekeningnummer [00001] ”

2.9.

Op 8 januari 2009 heeft [C] een bedrag van € 255.218,71 naar belanghebbende overgemaakt, met als omschrijving “ [X] Spoedopdracht GW/INV 297500 incl. BTW -/- voorschot ad 42281,29”.

2.10.

[C] heeft ter zake van het in rekening gebrachte bedrag aan omzetbelasting van € 47.500 vooraftrek genoten.

2.11.

Een e-mail van 13 maart 2009 van [E] van [B] aan [F] (de boekhouder van belanghebbende; hierna: [F] ) luidt, voor zover van belang, als volgt:

“Zoals je weet heeft de betaling overname [X] reeds plaatsgevonden, echter nu blijkt dat de facturering niet juist is geweest en er geen BTW in rekening had mogen worden gebracht, art 31 WOB.

Ik wil je dan ook vragen Number Four een nieuwe factuur te sturen voor € 250.000,- en de betaalde BTW ad € 47.500,- terug te storten op rekening van [B] (…).

Mocht e.e.a. niet duidelijk zijn dan wil ik je verzoeken contact op te nemen met [G] , de accountant van [C] , [H] .”

2.12.

Belanghebbende heeft het op de factuur van 2 januari 2009 vermelde bedrag aan omzetbelasting van € 47.500 niet op aangifte over het eerste kwartaal van 2009 voldaan.

2.13.

In juni 2011 heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden naar de aanvaardbaarheid van (onder meer) de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. De transactie met [C] en de in verband hiermee uitgereikte facturen zijn in dit kader ook onderzocht. Dit heeft ertoe geleid dat het op de factuur van 2 januari 2009 vermelde bedrag aan omzetbelasting bij de onderhavige naheffingsaanslag is nageheven. In verband hiermee is een vergrijpboete opgelegd van 50% van de nageheven belasting.

2.14.

In bezwaar heeft belanghebbende aangevoerd dat over de met [C] overeengekomen koopsom geen omzetbelasting is verschuldigd. In een aanvulling hierop heeft belanghebbende aangegeven dat de factuur van 2 januari 2009, waarop ter zake hiervan een bedrag aan omzetbelasting is vermeld, onjuist en hersteld is, maar dat bewijs van herstel niet voorhanden is.

2.15.

Bij uitspraak op bezwaar zijn de naheffingsaanslag en de boete gehandhaafd.

2.16.

De Rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een overgang van een algemeenheid van goederen als bedoeld in artikel 31 (oud) van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet OB) en dat ter zake van de verkoop aan [C] terecht € 47.500 aan omzetbelasting is nageheven. Ten overvloede heeft de Rechtbank nog overwogen dat dit bedrag op grond van artikel 37 van de Wet OB had moeten worden voldaan, aangezien belanghebbende het als omzetbelasting op de factuur van 2 januari 2009 heeft vermeld en zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij pogingen heeft gedaan de door haar gestelde omissie te herstellen waardoor niet kan worden aangenomen dat het gevaar voor verlies van belastinginkomsten tijdig en volledig is uitgeschakeld. De Rechtbank heeft de opgelegde boete passend en geboden geacht, maar wel (ambtshalve) aanleiding gezien de boete te verminderen wegens overschrijding van de redelijke termijn. Wegens overschrijding van de redelijke termijn is op verzoek van belanghebbende een immateriëleschadevergoeding toegekend.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de naheffingsaanslag en de boete terecht zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vragen:

-

of de transactie met [C] kwalificeert als een overgang van een algemeenheid van goederen als bedoeld in artikel 31 (oud) van de Wet OB,

-

of de op de factuur van 2 januari 2009 vermelde omzetbelasting verschuldigd is op grond van artikel 37 van de Wet OB, en

-

of het aan de opzet of grove schuld van belanghebbende is te wijten dat te weinig belasting is betaald.

3.2.

Belanghebbende komt verder op tegen de door de Rechtbank toegekende proceskostenvergoeding.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing