Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-02-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1288, 17/00980

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-02-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1288, 17/00980

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
12 februari 2019
Datum publicatie
15 februari 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:1288
Formele relaties
Zaaknummer
17/00980

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is geen instelling voor collectieve beleggingen in effecten, maar heeft wel recht op de vrijstelling voor vermogensbeheerdiensten.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 17/00980

uitspraakdatum: 12 februari 2019

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 14 september 2017, nummer LEE 15/3140, ECLI:NL: RBNNE:2017:3848, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft over het tijdvak 1 juli 2012 tot en met 30 september 2012, € 68.099 aan omzetbelasting op aangifte voldaan.

1.2.

Tegen deze voldoening op aangifte heeft belanghebbende bezwaar gemaakt.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraak van 3 juli 2015 het bezwaar ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 november 2018 te Leeuwarden. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteert een effectenkantoor dat aan particuliere beleggers verschillende belegginsprofielen aanbiedt. De beleggingsprofielen worden aan de klanten gepresenteerd onder de naam “ [A] ”.

2.2.

Belanghebbende hanteert vier verschillende beleggingsprofielen: het [B] , het [C] , het [D] en het [E] . Beleggers kunnen een keuze maken uit deze mozaïeken en daarnaast een keuze maken voor een risicoprofiel (uitgezonderd het [E] ). De verschillende risicoprofielen waar tussen kan worden gekozen, zijn zeer defensief, defensief, neutraal, offensief en zeer offensief.

2.3.

Belanghebbende beheert de genoemde mozaïeken. Belanghebbende bepaalt aan de hand van het door de belegger gekozen mozaïek in combinatie met het gekozen risicoprofiel, welke beleggingen worden aangekocht en verkocht. Belanghebbende sluit met de beleggers een vermogensbeheerovereenkomst, waarop de Algemene informatie inzake Vermogensbeheer en de Algemene Voorwaarden Vermogensbeheer van toepassing zijn. Beleggers hebben, behalve hun profiel- en risicokeuze, geen keuze welke beleggingen worden aangekocht en verkocht. Wel kunnen beleggers hun profielkeuze wijzigen of stoppen met beleggen.

2.4.

In de tussen belanghebbende en de beleggers gesloten vermogensbeheerovereenkomst staat - voor zover hier van belang - het volgende:

“(…)

Met het ondertekenen van de Overeenkomst geeft u [X] volmacht om voor u een [X] Beleggingsrekening te openen en het op uw [X] Beleggingsrekening onder te brengen vermogen te beheren op basis van een door u gekozen Beleggingsbeleid.

(…)

5 Uw Beleggersprofiel en uw Beleggingsbeleid

(…)

Discretionair vermogensbeheer is een vorm van beleggingsdienstverlening die geheel op maat wordt aangeboden. Omdat het Beheer wordt toegesneden op uw Beleggersprofiel, wordt dit ook wel individueel vermogensbeheer genoemd. Indien u zelf invloed wenst te houden op uw beleggingen en uw Orders zelf wenst te bepalen, vraag dan uw Adviseur naar andere mogelijkheden. (…)”.

2.5.

De beleggers krijgen een administratief identificatienummer toegekend.

2.6.

Belanghebbende heeft met de Stichting [F] (hierna: [F] ) een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarbij is afgesproken dat [F] de aangekochte beleggingen bewaard. Zodra een belegger geld stort op de rekening van [F] voor de aankoop van effecten, verkrijgt de belegger een geldvordering op [F] . Nadat [F] hiervan effecten heeft gekocht, wordt de vordering van de belegger omgezet in een vordering in effecten. Er wordt geen beleggingsrekening voor de deelnemende belegger geopend. [F] administreert slechts welke beleggingen (voor haarzelf) bij de beleggersgiro (de Kas Bank) worden aangehouden, en de Kas Bank administreert op haar beurt enkel dat de desbetreffende beleggingen toebehoren aan [F] . [F] voert per fondsenmozaïek een afzonderlijke administratie onder de naam van het betreffende mozaïek.

2.7.

[F] houdt een beleggingsadministratie aan, die op grond van de samenwerkings- overeenkomst wordt beheerd door belanghebbende. De beleggersadministratie bevat een louter administratieve verslaglegging van de omvang van de vordering luidende in effecten en geld die de belegger op [F] heeft.

2.8.

Bij een storting dan wel een opname door een belegger wordt het aantal effecten dat [F] aanhoudt verhoogd dan wel verlaagd, naar rato van de samenstelling van de effecten conform het afgesproken risicoprofiel in het Mozaïekfonds. Bij een storting wordt de totale vordering van de belegger op [F] groter, maar blijft de procentuele vordering in de onderverdeling van de vordering gelijk. In de administratie wordt de totale waarde van de vordering getoond door per type belegging het aantal, de koers en de waarde aan te geven. De waarde fluctueert, maar de samenstelling van het gekozen Mozaïekfonds blijft conform het afgesproken risicoprofiel. De administratie geeft tevens inzicht in het totaal door [F] aangehouden vermogen waar [F] juridisch eigenaar van is. Beleggers met hetzelfde Mozaïek en hetzelfde risicoprofiel hebben op hetzelfde moment dezelfde samenstelling (procentueel) aan effecten.

2.9.

De Autoriteit Financiële Marken (hierna: AFM) heeft aan belanghebbende een vergunning verleend als bedoeld in artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) om als beleggingsonderneming beleggingsdiensten te verrichten. Er is geen vergunning verleend voor het aanbieden van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 2:65 van de Wft. Belanghebbende is geen instelling voor collectieve belegging in effecten (hierna: ICBE) in de zin van Richtlijn 85/611/EG van de Raad van 20 december 1985, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 (hierna: de ICBE-Richtlijn).

2.10.

Een Mozaïek is geen zelfstandige entiteit maar een profielnaam, en beschikt dan ook niet over een vergunning op grond van de Wft en geldt evenmin als een ICBE.

2.11.

Op basis van de vermogensbeheerovereenkomst brengt belanghebbende aan de beleggers een beheer-fee variërend van 1% tot 1,5 % van het beheerde vermogen in rekening.

3 Geschil

4 Proceskosten

5 Beslissing