Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-02-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1860, 17/00921 t/m 17/00927

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-02-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1860, 17/00921 t/m 17/00927

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
19 februari 2019
Datum publicatie
1 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:1860
Formele relaties
Zaaknummer
17/00921 t/m 17/00927

Inhoudsindicatie

OB en IB/PVV. Handel in computers en computeronderdelen. Ondernemerschap. Werd de onderneming rechtstreeks voor rekening en risico van belanghebbende gedreven? Kwade trouw. Omkering en verzwaring van de bewijslast. Redelijke schatting. Vergrijpboetes.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 17/00921 tot en met 17/00927

uitspraakdatum: 19 februari 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

en het incidentele hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Breda (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 20 september 2017, nummers AWB 14/4568, 16/3071, 16/3072, en 16/3074 tot en met 16/3077, ECLI:NL:RBGEL:2017:4860 en ECLI:NL:RBGEL:2017:4861, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over de jaren 2007 tot en met 2009 een naheffingsaanslag omzetbelasting (hierna OB) opgelegd van € 71.251. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend van € 7.715 en is een boete opgelegd van € 35.625.

1.2.

Aan belanghebbende zijn over de jaren 2007 en 2008 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) naar een verzamelinkomen van respectievelijk € 142.489 (2007) en € 48.141 (2008) en navorderingsaanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) naar een bijdrage-inkomen van respectievelijk € 30.623 (2007) en € 31.231 (2008) opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en zijn boetes opgelegd.

1.3.

Aan belanghebbende zijn voor het jaar 2009 een aanslag IB/PVV naar een verzamelinkomen van € 80.031 en een aanslag Zvw naar een bijdrage-inkomen van € 32.369 opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een boete voor de IB/PVV opgelegd.

1.4.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag OB en de beschikking heffingsrente OB gehandhaafd en de boetebeschikking betreffende de OB verminderd tot € 29.457. Daarnaast heeft de Inspecteur het bezwaar betreffende de (navorderings)aanslagen IB/PVV 2008 en 2009 en de aanslag Zvw 2009 gegrond verklaard en deze aanslagen verminderd naar een verzamelinkomen van respectievelijk € 40.626 (2008) en € 29.954 (2009). De beschikkingen heffingsrente zijn dienovereenkomstig verminderd en de boetes zijn ook verminderd tot € 5.841 (2008) en € 1.565 (2009). De bezwaren zijn voor het overige ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende is in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep (nummer AWB 14/4568) betreffende de OB gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de naheffingsaanslag OB 2007‑2009 verminderd tot € 50.482, de heffingsrente betreffende de OB dienovereenkomstig verminderd, de boetebeschikking betreffende de OB verminderd tot € 9.880, een vergoeding voor immateriële schade en proceskosten toegekend en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht te vergoeden. Ten aanzien van de IB/PVV en Zvw heeft de Rechtbank het beroep (nummers AWB 16/3071, 16/3072, en 16/3074 tot en met 16/3077) niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om vergoeding van de immateriële schade afgewezen.

1.6.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank met nummer AWB 14/4568.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 januari 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is betrokken bij de exploitatie van een handel in computers en computeronderdelen. De ondernemingsactiviteiten bestaan in de onderhavige jaren uit de exploitatie van een webshop en twee winkels.

2.2.

Er zijn van de onderneming voor de in geding zijnde jaren geen jaarrekeningen, met tenminste een winst- en verliesrekening en een balans, opgesteld.

2.3.

Belanghebbende heeft aangegeven dat de voorraden en de inventaris van de computerwinkels toebehoren aan [A] BV, waarvan de aandelen worden gehouden door de heer [B] . Belanghebbende runt de computerwinkels en krijgt hiervoor een managementfee, zijnde een winstaandeel van 65%.

2.4.

Voorafgaand aan het hoorgesprek op 3 september 2013 heeft de toenmalige gemachtigde van belanghebbende schriftelijk aangegeven, dat belanghebbende vanaf 2005 bijna fulltime (meer dan 40 uur) gewerkt heeft voor [C] (hierna: [C] ). De werkzaamheden betroffen naast werkzaamheden voor de administratie vooral leiding en sturing geven aan de webshop en de winkel. Het was geen uitzondering dat belanghebbende werkweken van meer dan 50 uur maakte.

2.5.

Op 23 februari 2010 is [D ] , controlemedewerker bij de Belastingdienst, een boekenonderzoek gestart. Van dit onderzoek is met dagtekening 7 juni 2012 een rapport opgemaakt. Dit rapport vermeldt - voor zover hier van belang - het volgende:

“(…)

2.1.

Rechtsvorm onderneming

De onderneming wordt gepresenteerd als een commanditaire vennootschap.

Volgens de verklaring van de heer [X] is de structuur van de onderneming als volgt:

De eigenaren en andere belanghebbenden van de onderneming zijn:

Beherend vennoot

Naam Stichting [E] B.V.

Adres (…)

Postcode (…)

Plaats (…)

Opgericht d.d. 25 maart 2008

Sofinummer (…)

Relatie Beherend vennoot

Stille vennoot

Naam [F]

Plaats (…)

Van de commanditaire vennoot wilde de heer [X] geen nadere gegevens geven. Dit zou een neef zijn van de heer [X] en zou ook letterlijk een stille vennoot zijn. Hij heeft geen geld ingebracht en is eigenlijk stille vennoot omdat volgens de heer [X] een C.V. een stille vennoot nodig heeft. Na diverse verzoeken om een oprichtingsakte op 08 april 2011 twee aktes ontvangen. Een exemplaar met als titel "modelcontract commanditaire vennootschap". In dit contract/akte staat dat:

Stichting [E] en [G] Limited gevestigd [H] met ingang van 15 mei 2006 een commanditaire vennootschap zijn aangegaan. Opmerkelijk is dat de Stichting [E] B.V. per akte van 25 maart 2008 wordt opgericht. Hoe kan men een overeenkomst aangaan met een rechtspersoon die op het moment van aangaan van de overeenkomst niet bestaat?

Tijdens onderzoek blijkt dat alle ondernemersactiviteiten uitgevoerd worden door de heer [X] . Ook lopen alle vragen en correspondentie via de heer [X] . Kort gezegd: de heer [X] drijft de onderneming geheel zelfstandig. Hier is daarom gewoon sprake van een eenmanszaak die gedreven wordt op naam en risico van de heer [X] . Mijn stelling wordt ook nog eens onderbouwd omdat de meeste privé-uitgaven, zoals betaling hypotheekrente en energiekosten van het privé-pand worden betaald van de "zakelijke" bankrekening, wat in feite een gemengde rekening is voor zakelijke en privé doeleinden. Bovendien is met de commanditaire vennoot geen zakelijke rente afgesproken over zijn privé opnames.

Commentaar de heer [X]

De onderneming is opgericht op 15-05-2006 met als beherend vennoot [G] LTD en stille vennoot [F] die op 15-01-2008 een bedrag heeft geleend aan [C] CV. Dit is een renteloze lening geweest en inmiddels aan [F] is terug betaald. Zie bijlage. Op 15-07-2008 heeft er een wijziging plaatsgevonden de beherende vennoot is geworden de Stichting [E] B.V de stillen vennoot is geworden [G] LTD Dhr. [D ] stelt (en daar heeft hij ook gelijk in) de [I] wordt op 25-03-2008 opgericht, terwijl in de overeenkomst staat dat de [I] per ingang van 15-05-2006 beherend vennoot is, deze fout is ontstaan doordat wij de eerste overeenkomst hebben gewijzigd en daar bij vergeten zijn de datum van 15-05-2006 aan te passen naar 15-07-2008. We willen wel opmerken dat als we naar de historie van de CV kijken bij de K.v.K we wel de juiste beherend vennoot zien staan. Er is dus hier geen sprake van opzet of een moedwillige misleiding, dit berust alleen maar op een verkeerd vermelde datum in de overeenkomst.

Bij de K.v.K staat alles wel op de juiste wijze geregistreerd.

Tevens stelt dhr. [D ] dat dhr. [X] de ondernemingsactiviteiten voert, hij daaruit concludeert dat het gewoon om een eenmanszaak gaat, omdat alle vragen en correspondentie via dhr. [X] liepen, tevens merkt dhr. [D ] op dat de meeste privé uitgaven zoals betaling hypotheek en andere privé kosten werden betaald vanuit de zakelijke rekening van [C] . We willen hier opmerken dat de privé opnames en betalingen gedaan vanuit [C] het salaris is van dhr. [X] , er werd naar behoefte betaald.

Tevens stelt dhr. [D ] dat er aan de stille vennoot geen rente is betaald, dat is ook juist de lening is renteloos verstrekt. In het gesprek van 14 februari 2012 stelt dhr. [D ] ook dat er wel degelijk sprake is van een eenmanszaak, omdat de privé aangifte IB 2009 een bijlage heeft van de administratie van [C] . Bij navraag aan de toenmalig accountant dhr. [J] (die de aangifte IB 2009 heeft gedaan )is gebleken dat dhr. [J] enkel en alleen maar de cijfers van [C] heeft bijgevoegd om te kunnen aantonen wat dhr. [X] aan inkomsten heeft ontvangen. Het is absoluut niet de bedoeling geweest om de cijfers van [C] te gebruiken als opgave IB 2009 voor dhr. [X] . Wij zien [C] wel degelijk als een CV met de daarbij behorende vennoten, en betwisten ook de opmerking van dhr. [D ] dat hij deze vennootschap ziet als een eenmanszaak. Er is hier duidelijk sprake van een CV, dhr. [X] verrichte uitsluitend handelingen voor deze CV, de privé opnames betreffen het inkomen (salaris) voor dhr. [X] . De voormalig accountant heeft voor 2009 de administratie van [C] bijgevoegd om te laten zien wat het inkomen voor 2009 was voor dhr. [X] .

Aanvulling op mijn ingenomen standpunt en reactie op bovenstaande

Volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel (hierna KvK) is de vennootschap opgericht [in] 2006 en ook ingeschreven. Als beherende vennoot is ingeschreven de heer [K] , geboortedatum [in] 1984. Op enig moment heeft men dit als een vergissing gezien en is op 15 mei 2006 de heer [K] als beherend vennoot uitgetreden en is de heer [X] (geboortedatum [in] 1961) als beherend vennoot in functie getreden. De heer [X] is op 19 mei 2006 als beherend vennoot opgevolgd door [L] Limited.

Op 15 juli 2008 treedt [L] Limited uit functie en treedt in functie Stichting [E] B.V. Dit alles strookt niet met wat de heer [X] in zijn commentaar schrijft, namelijk dat met ingang van 15 mei 2006 [L] Limited als beherend vennoot staat ingeschreven (noot: bij de KvK is ingeschreven [L1] in plaats van [L] ). Ten aanzien van de commanditaire vennoot is de heer [X] niet consistent in zijn verhaal. De heer [X] verklaarde eerder dat de commanditaire vennoot geen geld heeft ingebracht.

De Stichting [E] B.V. wordt op 25 maart 2008 opgericht door de heer [X] , deze is bij oprichting voorzitter, secretaris en penningmeester. Met andere woorden: de heer [X] verricht persoonlijk alle werkzaamheden in de onderneming en is tevens de enige bestuurder en oprichter van de 'papieren' beherend vennoot. Deze beherend vennoot zou bovendien al in functie zijn getreden ruim voor dat deze is opgericht, hetgeen uiteraard onmogelijk is. Van enige bemoeienis of investering door de 'commanditaire vennoot' blijkt niets en deze ontvangt hiervoor in ieder geval geen enkele vergoeding.

De uiteenzetting van de heer [X] heeft mij niet van standpunt doen veranderen dat hier is sprake van een eenmanszaak, uitsluitend gedreven op naam en voor rekening en risico van de heer [X] . Subsidiair luidt mijn standpunt dat, aangezien de heer [X] alle werkzaamheden persoonlijk verricht en uit niets blijkt dat door een van de 'vennoten' (dus de Stichting [E] B.V. of [F] ) enige investering is gedaan, aan de heer [X] een arbeidsbeloning toekomt gelijk aan het resultaat van de onderneming.

De aanslag voor de omzetbelasting wordt op naam van de heer [X] gesteld en het resultaat wordt aan de heer [X] toegerekend.

(…)

3 Winstberekening

(…)

3.2.1

Omzet [A]

In de administratie is in 2009 voor totaal € 26.157 management fee aan [A] B.V.

verantwoord. Uit de administratie van [A] B.V. blijkt dat voor een totaalbedrag van € 59.438 aan management fee is gedeclareerd. Het verschil van € 33.281 dient als meer omzet te worden verantwoord en ook de omzetbelasting dient te worden gecorrigeerd.

Correctie meer omzet in 2009 [A] B.V. € 33.281.

(…)

3.3.1

Afwerking faillissement [M] computers

Over de jaren 2007 tot en met 2009 zijn bedragen ten laste van het resultaat gebracht die volgens de omschrijving betrekking hebben op de afwerking van een oud faillissement van [M] computers. In de jaren 2007 en 2008 worden de volgende bedragen ten laste van het resultaat gebracht: € 18.609 en € 706 met als omschrijving afwerking faillissement [M] com-other. Dit betreffen facturen van Stichting [N] . De omschrijving op de factuur is [O] computers Nederland. Dit betreft adviezen met betrekking tot een oud faillissement. Deze kosten kunnen niet ten laste van het resultaat worden gebracht maar dienen als privé te worden aangemerkt

Correctie kosten in 2007 € 18.609

Correctie kosten in 2008 € 706.

Verder worden kosten ten laste van het resultaat gebracht met als omschrijving aflossing. Deze aflossing heeft betrekking op diverse (rechts)personen en heeft betrekking op een faillissement van een andere onderneming te weten [M] . Het is al bijzonder dat een aflossing ten laste van het resultaat wordt gebracht, het adagium is immers "wie zijn schulden betaald verarmt niet. Een aflossing dient niet ten laste van het resultaat te worden gebracht. Bovendien hebben de betalingen geen betrekking op de huidige onderneming. Deze dienen daarom als privé te worden aangemerkt.

Meer winst minder kosten [P] in 2007 € 2.419.

Meer winst minder kosten [Q] in 2007 € 4.190.

Meer winst, minder kosten [Q] in 2008 € 379.

Meer winst, minder kosten [R] in 2008 € 4.800

Meer winst, minder kosten [S] in 2008 € 1.252.

Meer winst, minder kosten [T] in 2008 € 3.000.

Meer winst, minder kosten RABO-bank in 2008 € 2.000.

Meer winst, minder kosten [R] in 2009 € 6.000.

Meer winst, minder kosten [S] in 2009 € 1.252.

Meer winst, minder kosten [T] in 2009 € 1.000.

Meer winst, minder kosten RABO-bank in 2009 € 2.000.

Meer winst, minder kosten [U] in 2009 € 4.500.

Meer winst, minder kosten [V] in 2009 € 800.

(…)

3.3.2.1 Leasekosten

In 2007 en 2008 worden door [W] leasekosten in rekening gebracht van een Mercedes met kenteken [00-YY-YY] . Deze kosten worden ten laste van het resultaat gebracht. De facturen zijn op naam gesteld van [Y] B.V. en in het houderschapssyteem staat de auto op naam van [M] Computers. [M] Computers is [AA] B.V., deze B.V. is overgenomen en hier is geen administratie van te achterhalen. De tenaamstelling op de facturen is derhalve niet juist.

In 2008 wordt door [BB] voor boven staande Mercedes een overnamepremie in rekening gebracht. De factuur staat op naam van [Y] B.V.

Meer winst, minder leasekosten in 2007 € 12.494.

Meer winst, minder leasekosten in 2008 € 6.289.

Meer winst, minder overname premie in 2008 € 1.000.

(…)

3.3.3

Onderhoud

Dit betreffen autokosten van FIAT PUNTO 60 SELECTA met kenteken [YY-YY-00] . Deze auto heeft tot 15 juli 2006 op naam gestaan van mevrouw [CC] e/v [X] . De auto is niet geactiveerd op de balans. Er is geen enkel zakelijk motief om kosten van deze auto ten laste van het resultaat te brengen.

Meer winst, minder onderhoudskosten in 2007 € 1.028.

(…)

3.3.3.1 Verzekeringen

Over de jaren 2007 tot en met 2008 worden verzekeringspremies ten laste van het resultaat gebracht. Bij beoordeling van deze post blijkt dat het autoverzekeringen betreft. Op de balans zijn geen auto's geactiveerd en bij lease-auto's zit de verzekering in de leaseprijs verdisconteerd. De kosten die betrekking hebben op privé auto's dienen in privé te worden gedragen.

Meer winst, minder verzekeringen in 2007 € 455.

Meer winst, minder verzekeringen in 2008 € 228.

(…)

3.3.4.1 Beveiligingskosten

Betreft beveiligingskosten van het woonhuis van belastingplichtige. In 2008 is geen nota aanwezig van de beveiligingskosten. Het betreft een betaling aan hetzelfde beveiligingsbedrijf waarvan in het jaar 2007 de kosten als privé besteding zijn aangemerkt omdat de uitgaaf betrekking heeft op het woonhuis. Buiten het feit dat formeel niet aan de administratieplicht is voldaan, namelijk het bewaren van de factuur, lijkt mij de conclusie gerechtvaardigd dat ook in 2008 de kosten betrekking hebben op het privé woonhuis. Het bewijs van het tegendeel wordt door u niet geleverd.

Meer winst, minder beveiligingskosten in 2007 € 565.

Meer winst, minder beveiligingskosten in 2008 € 231.

Meer winst, minder beveiligingskosten in 2009 € 249.

(…)

3.3.4.2 Energiekosten

De energiekosten die ten laste van het resultaat zijn gebracht zijn kosten van Vitens (water ) en Eneco. Deze kosten hebben in zijn geheel betrekking op het privé pand (woonhuis) van de heer [X] . Daarnaast worden met name in 2009 kosten van NUON ten laste van het resultaat gebracht waarvan geen enkel bescheid in de mij ter beschikking gestelde administratie aanwezig is. Deze kosten zijn privé en kunnen niet ten laste van het resultaat worden gebracht.

Meer winst, minder energiekosten in 2007 € 4.125.

Meer winst, minder energiekosten in 2008 € 3.321.

Meer winst, minder energiekosten in 2009 € 3.745.

(…)

3.3.5.5. Correcties voorraad

In 2007, 2008 en 2009 worden bedragen van respectievelijk € 100.727,61, € 15.000 en € 10.000 ten laste van het resultaat gebracht. Er is hiervan geen specificatie aanwezig. De heer B. [X] is gevraagd een toelichting te geven op deze mutatie. In de aanwezige stukken is geen specificatie van de voorraad aanwezig. Op woensdag 24 augustus 2011 heeft de heer [X] mij de bescheiden toegezegd. Per mail heb ik uitleg gekregen over de afboeking van de voorraad in 2007, in de jaarstukken omschreven als "qb verschillen". Ten aanzien van de voorraadadministratie deelde de heer [X] mij telefonisch mee dat er geen specificatie is van de aanwezige voorraad, omdat er eigenlijke nooit voorraad is. Ten aanzien van de "qb verschillen" heb ik van de adviseur per mail de volgende uitleg gekregen:

Naar aanleiding van onderstaande vraag: in het jaar 2007 wordt een bedrag geboekt van circa € 100.000 met als omschrijving qb verschillen informeer ik je nogmaals voor de goede orde als volgt: in het betreffende boekjaar is geconstateerd dat ten opzichte van een verkocht artikel geen afboeking plaatsvond in de voorraadadministratie.

Anders gezegd: de bijbehorende inkoopwaar de van de omzet werd niet verantwoord in de winst-en verliesrekening over 2007 zodat een vertekend beeld plaatsvond van het resultaat over het desbetreffende boekjaar.

Zoals wij van de week geconstateerd hebben bestaat er een gedetailleerde specificatie van deze

verkochte artikelen waardoor verificatie van deze post ge en enkel probleem is. Destijds is besloten om het totaal van deze individuele posten in een keer af te boeken en te verantwoorden op een afzonderlijke grootboekrekening “qb verschillen" om het bijzondere karakter van deze grootboekrekening te adstrueren.

De adviseur spreekt van een gedetailleerde specificatie van deze afboekingen van de inkoopwaarde van de omzet in 2007. Naar aanleiding van de vraag om uitleg over bovenstaande afboeking heeft de heer [X] mij een bestand ter beschikking gesteld met de naam voorraad. Dit bestand is een telling van bedragen zowel over het jaar 2006 en 2007. Van eerder genoemd afboeking van € 100.727,61 heeft € 62.210,58 betrekking op het jaar 2006, het resterende bedrag € 38.517,03 op het jaar 2007.

Belastingplichtige heeft tot op heden verzuimd de "gedetailleerde specificatie" van de verkochte en de daaraan gerelateerde inkopen aan te leveren. Tot op heden is het gebleven bij de verklaring die door de adviseur mij per mail is aangeleverd.

Bij een detailcontrole is door mij geconstateerd dat een artikel wordt afgeleverd bij een klant van belastingplichtige, maar dat de verkoop niet in de administratie is terug te vinden. Er is nog steeds niet aangetoond dat de zogenaamde qb verschillen als omzet verantwoord is.

De correctieboeking van de voorraad over het jaar 2006 dient in het jaar 2006 te worden gecorrigeerd.

Meer winst, minder afboeking voorraad € 62.210,58.

De afboeking van de voorraad die betrekking heeft op het jaar 2007 dient niet als niet afgeboekte voorraad te worden aangemerkt, maar als niet geboekte verkoop. De totale omzet normale verkopen is in 2007 € 365.975, hiervan is € 276.474 aan [M] computers Er wordt een opslag gehanteerd van afgerond 30%.

Meer verkoop, meer winst in 2007 € 38.517 X 1,3 = € 50.072.

Meer verkoop, meer winst in 2008 € 15.000 X 1,3 = € 19.500.

Meer verkoop, meer winst in 2009 € 10.000 X 1,3 = € 13.000.

Commentaar de heer [X]

Wat betreft dit punt kunnen we kort zijn, we hebben dhr. [D ] al een keer uitgelegd hoe deze voorraad is ontstaan, systeem boekte niet af omdat de voorraad niet op het juiste artikelnummer was ingeboekt. Inmiddels hebben wij de completen voorraad opnieuw ingeboekt, we hebben dat het artikel nummer services gegeven, tevens hebben wij daarop alle verkopen afgeboekt die we ook het artikelnummer services hebben gegeven. Op deze wijze is nu alles volkomen helder en duidelijk, en lijkt ons deze post helemaal van de baan. De meer verkoop meer winst 2007, 2008, 2009 is dus niet meer aan de orde.

(…)

4 Overzicht correcties

4.1

Inkomstenbelasting

Jaar 2007 2008 2009

Correctie meer omzet [A] B.V. € € € 33.281

Correctie afwerking faillissment [M] - 18.609 - 706 -

Correctie kosten [P] - 2.419 - -

Correctie kosten [Q] - 4.190 - 379 -

Correctie kosten [R] - - 4.800 - 6.000

Correctie kosten [S] - - 1.252 - 1.252

Correctie kosten [T] - - 3.000 - 1.000

Correctie kosten RABO-bank - - 2.000 - 2.000

Correctie kosten [U] - - - 4.500

Correctie kosten [V] - - - 800

Correctie leasekosten - 12.494 - 18.263 - 11.638

Correctie overname premie - - - 1.000

Correctie onderhoudkosten Fiat - 1.028 - -

Correctie autoverzekeringen - 455 - 228 - 1.280

Correctie wegenbelasting - 797 - 706 - 432

Correctie beveiligingskosten - 565 - 231 - 249

Correctie energiekosten - 4.125 - 3.321 - 3.745

Correctie administratiekosten - 1.950 - 825 - 296

Correctie advertentiekosten - 357 - -

Correctie commissie - - - 51.394

Correctie contributies - 1.592 - 1.440 -

Correctie voorraad - 62.210 - -

Correctie meer omzet - 50.072 - 19.500 13.000

Correctie diverse kosten - 1.044 - 900 -

Correctie minder dinerkosten - 642 - 294 -

Correctie minder kosten financieel advies - - - 6.635

Correctie minder huur kantoor [AA] - 0 - -

Correctie minder kosten juridisch advies - 1.200 - 1.238 -

Correctie (…) [AA] B.V. - 7.300 - 5.400 -

Correctie minder telefoonkosten - 1.485 675 1.755

Correctie minder kosten betaalde rente - 3.325 5.185

€ 175.859 € 70.343 € 140.257

jaar 2007 2008 2009

Aangegeven verzamelinkomen -33.370 -22.202 -60.226

Correcties 175.859 70.343 140.257

142.489 48.141 80.031

4.2

Omzetbelasting

Jaar 2007 2008 2009 Totaal

Correctie aansluitverschillen € -956 € -12.317 € 7.729 - 5.544

Correctie meer verschuldigde omzetbelasting 9.514 3.705 2.470 15.689

niet geboekte verkoop

Correctie meer verschuldigde omzetbelasting - - 6.426 6.426

management Fee

Correctie niet geaccepteerde voorbelasting 21.482 19.418 13.780 54.681

30.040 10.806 30.405 71.251

(…)

5 Navorderingsaanslag inkomstenbelasting

Over de jaren 2007 en 2008 zal ik navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opleggen. Deze zijn gebaseerd op artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

De aangifte inkomstenbelasting 2009 wordt vastgesteld conform de opstelling onder hoofdstuk 4.1 van dit verslag.

(…)

6.1

Boete inkomstenbelasting

Over de correcties over de jaren 2007, 2009 en 2009 leg ik een boete op.

6.2

Vergrijpboete inkomstenbelasting

Ik ben van mening dat er sprake is van opzet.

Belastingplichtige heeft bewust een andere voorstelling van zaken gegeven dan dat deze feitelijk zijn. Er is namelijk duidelijk sprake van een eenmanszaak waarvan het voordeel bij belastingplichtige dient te worden belast. Ten aanzien van de correcties in de kosten sfeer heeft belastingplichtige bewust kosten ten laste van het resultaat gebracht die geen betrekking hebben op de eigen onderneming.

De niet geboekte omzet is belastingplichtige te verwijten dat deze niet in de administratie is verwerkt. Belastingplichtige heeft bewust het risico genomen dat te weinig belasting zal worden betaald.

Bij opzet bedraagt de boete 50% bij een navordering over de jaren 2007 en 2008.

De boete bedraagt 25% bij primitieve aanslagregeling over het jaar 2009.

De grondslag van de boete is het bedrag van de navorderingsaanslag, dan wel indien verliezen in aanmerking zijn of worden genomen, het bedrag waarop de aanslag zou zijn berekend zonder rekening te houden met de verliezen; een en ander voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet of de grove schuld van de belastingplichtige niet zou zijn geheven.

(…)

7.2

Vergrijpboete omzetbelasting

Naast de naheffingsaanslag leg een vergrijpboete ingevolge artikel 67f Algemene wet inzake rijksbelastingen en paragraaf 25 en 28 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998.

Ik ben van mening dat er sprake is van opzet.

De correctie onder hoofdstuk 3.5.1 van dit verslag leg ik een boete op van 50% omdat ik van mening ben dat sprake is van opzet.

Belastingplichtige heeft bewust verkopen buiten de administratie gehouden met als enige doel dat te weinig belasting zal worden aangegeven.

Ten aanzien van de correcties onder hoofdstuk 3.5.2 van dit verslag leg ik een vergrijp boete op van 50% om dat ik van mening ben dat sprake is van opzet. Belastingplichtige heeft bewust facturen in de administratie verwerkt die geen betrekking hebben op de eigen onderneming en de in rekening gebrachte omzetbelasting als voorbelasting verrekend met als doel dat te weinig omzetbelasting zou worden aangegeven.

De grondslag van de boete is het bedrag van de belasting dat niet of niet tijdig is betaald voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet of de grove schuld va n de belastingplichtige niet of niet tijdig is betaald.

(…)”

2.6.

Overeenkomstig het bepaalde in punt 4. van het hiervoor genoemde rapport heeft de Inspecteur (navorderings)aanslagen IB/PVV 2007 tot en met 2009 en (navorderings)aanslagen Zwv 2007 tot en met 2009 en een naheffingsaanslag OB 2007-2009 opgelegd. Daartegen heeft belanghebbende bezwaar gemaakt.

2.7.

De Inspecteur heeft in één geschrift met dagtekening 26 mei 2014 op de bezwaren beslist. Dit geschrift luidt – voor zover hier van belang – als volgt:

“(…)

Vergrijpboete inkomstenbelasting

Ik heb hiervoor reeds aangegeven dat belanghebbende over 2007 geen aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen heeft ingediend (hoewel hij hiertoe wel was uitgenodigd) en dat belanghebbende over de jaren 2008 en 2009 niet de vereiste aangiften heeft gedaan. Ik heb verder reeds aangegeven dat belanghebbende opzettelijk onjuiste aangiften indiende, door niet zijn volledige omzet te verantwoorden en door ten onrechte zeer substantiële aftrekposten op te voeren, waardoor zijn verzamelinkomen jaarlijks negatief uitkwam.

Met name de voorraadcorrectie van in totaal € 125.728 kan door belanghebbende niet anders dan opzettelijk zijn aangebracht. Belanghebbende moet hebben geweten dat hij ofwel inkoopkosten in aftrek bracht die hij in werkelijkheid niet had gemaakt dan wel dat hij een fors deel van zijn omzet verzweeg, met het oogmerk hierdoor opzettelijk te weinig belasting te betalen, in beide gevallen merk ik dit aan als opzet (dan wel voorwaardelijke opzet).

Ook het ten onrechte boeken van een veelheid aan kleinere en grotere aftrekposten merk ik aan als opzet, dan wel voorwaardelijke opzet. Belanghebbende moet hebben geweten dat hij, door allerlei kosten inzake het faillissement van andere ondernemingen of privékosten te boeken, de volledige winst van de onderneming in feite 'afroomde', waardoor zelfs een verlies resteerde.

De opgelegde vergrijpboeten bedragen 50% voor 2007 en 2009 en 25% voor 2009. Het is mij niet duidelijk waarom de controlerend ambtenaar voor 2009 een lager percentage heeft gehanteerd, terwijl voor elk van de jaren sprake is van opzet. Uiteraard zal ik op dit lagere percentage niet terugkomen. Ik zal dus de gehanteerde boetepercentages van 50% en 25% handhaven. Omdat de grondslag voor de vergrijpboeten omlaag gaat, zal ik de vergrijpboeten dienovereenkomstig verminderen.

Jaar 2007 2008 2009

Boetegrondslag €51.025 € 11.683 €6.263

Boetepercentage 50% 50% 25%

Vergrijpboete €25.513 €5.841 €1.565

(…)

Vergrijpboete omzetbelasting

Ik heb hiervoor geconcludeerd dat belanghebbende opzettelijk een deel van zijn omzet niet fiscaal heeft verantwoord en dat belanghebbende opzettelijk ten onrechte grote bedragen aan vooraftrek heeft geclaimd. Belanghebbende heeft dat gedaan met het doel om te weinig belasting te betalen. Ik acht eén vergrijpboete van 50% dan ook op zijn plaats. Belanghebbende heeft geen strafverminderende omstandigheden aangevoerd en hiervan is mij ook niet gebleken, dus ik handhaaf het boetepercentage van 50%.

Aangezien de naheffingsaanslag weliswaar niet wordt verminderd, maar de samenstelling van de correcties en de verdeling over da jaren wel verandert, zal ik de vergrijpboete slechts handhaven voor zover deze ziet op de oorspronkelijk aangebrachte correcties welke door mij in stand worden gelaten. Dit resulteert in de volgende boetegrondslag:

Jaar 2007 2008 2009 Totaal

Aansluitverschillen € 956 -/- €12.317-/- € 7.729 € 5.544-/-

Omzetcorrectie € 9.514 € 3.705 € 2.470 €15.689

Correctie vooraftrek € 21.482 € 13.507 € 13.780 € 48.769

Totaal € 30.040 € 4.895 € 23.979 € 58.914

Ik verminder op basis van het voorgaande de vergrijpboete tot een bedrag van € 29.457.

(…)”

2.8.

Bij brief van 2 juli 2014 heeft belanghebbende beroep ingesteld. Het beroepschrift luidt – voor zover van belang – als volgt:

“Betreft: Beroepschrift

(…)

1 Eiser had bezwaar ingediend tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting 2007-2009, aanslagnummer (…).

2. Op 26 mei 2014 heeft de Belastinginspecteur (…) een uitspraak gedaan op het bezwaar van eiser. Deze uitspraak wordt als Productie 1 aan U.E overgelegd.

3. Eiser kan zich niet verenigen met deze beslissing en komt hier tegen nadrukkelijk sauverend in beroep.

4. Ter motivatie van het onderhavige beroepschrift verwijst eiser naar de inhoud van zijn bezwaarschrift en aanvullende gronden, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast kan gelden. Deze bescheiden zullen spoedig aan U.E. worden overgelegd.

5. Eiser betwist en ontkent al datgene door verweerder bij uitspraak is gesteld, voor zover een en ander in het hierna volgende niet uitdrukkelijk wordt erkend. Eiser wenst niet geacht te worden enige stelling van verweerder stilzwijgend te hebben erkend.

6. Eiser heeft tegen verweerder meerdere klachten ingediend bij de Nationale Ombudsman, Deze klachten zullen spoedig aan U.E worden overgelegd

7. Eiser acht de bestreden beschikking geheel in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, meer in het bijzonder in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel (ex artikel 3:2 AWB), het motiveringsbeginsel (ex artikel 3:46 juncto 7:12 AWB) en het evenredigheidsbeginsel, nu de voor hem nadelige gevolgen van de beschikking onevenredig zijn in verhouding tot de met de beschikking beoogde doelen (ex artikel 3:4 lid 2 AWB). Eiser meent dat de belangenafweging anders- en wel in zijn voordeel - had dienen uit te pakken.

8. Eiser verzoekt u in deze het totale dossier aan hem te doen toekomen.

9. Eiser behoudt het recht om in een later stadium van deze procedure, indien gewenst, een aanvullend beroepschrift in te dienen

10 Eiser maakt voorts aanspraak op vergoeding van de in het kader van onderhavige procedure gemaakte/te maken kosten.

REDEN WAAROM eiser zich wendt tot uw Rechtbank met het verzoek de bestreden beschikking d.d. 26 mei 2014 te vernietigen, alsmede verweerder te veroordelen in de proceskosten.”

2.9.

In het dossier zit een niet-ondertekend concept-beroepschrift van eveneens 2 juli 2014, waarop in plaats van het faxnummer @@@@ is vermeld. Dit concept-beroepschrift is niet verstuurd en is behoudens punt 1 identiek aan het hiervoor vermelde beroepschrift van eveneens 2 juli 2014. Onder punt 1 wordt vermeld:

“(…)

1. Eiser had bezwaar ingediend tegen:

- Navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2007, [H.77];

- Navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2008, [H.87];

- Aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2009, [H.96];

- Navorderingsaanslag Zorgverzekeringswet 2007, [W.77];

- Navorderingsaanslag Zorgverzekeringswet 2008, [W.87];

- Aanslag Zorgverzekeringswet 2009, [W.96];

- Naheffingsaanslag omzetbelasting 2007-2009, aanslagnummer (…)”

2.10.

In het aanvullend beroepschrift van 10 augustus 2014 van belanghebbende voert belanghebbende onder verwijzing naar het beroepschrift van 2 juli 2014 grieven aan die specifiek zien op de (navorderings)aanslagen IB/PVV.

2.11.

In het dossier bevindt zich een telefoonnotitie van de griffier van de Rechtbank van 9 februari 2015. Deze notitie vermeldt het volgende:

“gemachtigde eiser gesproken, beroep is inderdaad alleen ingesteld tegen de aanslag OB. Voor IB zijn ze nog in overleg met de inspecteur voor evt. herziening. Cliënt had wel gevraagd of IB nog kon meeliften, maar ik heb aangegeven dat daar apart beroep tegen moet worden ingesteld.”

2.12.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2007 opgelegd met dagtekening 30 juni 2010. Belanghebbende heeft eerst in de bezwaarfase een aangifte IB/PVV 2007 ingediend.

2.13.

De Inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2008 opgelegd met dagtekening 22 oktober 2010. Belanghebbende heeft een aangifte IB/PVV 2008 ingediend, waarin hij al resultaat uit overige werkzaamheden enkel het privégebruik auto van een Mercedes en een Fiat heeft aangegeven. Door de aftrek van de kosten van de eigen woning beliep het aangegeven verzamelinkomen € 4.193 negatief.

2.14.

Belanghebbende heeft een aangifte IB/PVV 2009 ingediend, waarin hij als resultaat uit overige werkzaamheden een bedrag van € 60.226 negatief heeft opgenomen. Het aangegeven verzamelinkomen is eveneens € 60.226 negatief.

3 Geschil

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing