Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5760, 18/00042
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5760, 18/00042
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 april 2019
- Datum publicatie
- 12 juli 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:5760
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2018:3, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 18/00042
Inhoudsindicatie
Mrb. Belanghebbende heeft een auto met Frans kenteken feitelijk ter beschikking gehad en is daarmee terecht aangemerkt als houder van die auto. Duur van de naheffingsperiode. Verzuimboete.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00042
uitspraakdatum: 16 april 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)
en het incidentele hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 januari 2018, nummer AWB 17/2731, ECLI:NL:RBGEL:2018:3 in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het tijdvak 24 juni 2014 tot en met 14 september 2016 een naheffingsaanslag in de motorijtuigenbelasting opgelegd. Bij beschikking is een verzuimboete opgelegd.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 26 mei 2017 het bezwaar gegrond verklaard en de naheffingsaanslag dienovereenkomstig verminderd. Daarnaast heeft hij de boete verminderd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor zover het beroep de boete betreft, de uitspraak van de Inspecteur in zoverre vernietigd en de boete verminderd.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 februari 2019. Namens belanghebbende is verschenen zijn gemachtigde mr. [A] . Namens de Inspecteur zijn verschenen [B] en [C] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende staat sinds 20 oktober 2000 in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP) geregistreerd op een Nederlands adres, vanaf 31 maart 2015 op het adres [a-straat 1] te [Z] en vanaf 18 januari 2016 op het adres [b-straat 2] te [Z] . Belanghebbende heeft een partner met de Franse nationaliteit. Zij staat sinds 1 april 2015 ingeschreven in de BRP op het adres [a-straat 1] te [Z] en vanaf 20 mei 2016 op het adres [b-straat 2] te [Z] .
Bij een controle op 15 september 2016 is geconstateerd dat belanghebbende als bestuurder van het motorvoertuig van het merk en type Volkswagen Golf met het buitenlandse (Franse) kenteken [YY000YY] (hierna: de auto) gebruik maakte van de openbare weg in Nederland. De auto is eigendom van de partner van belanghebbende en staat sinds 24 juni 2014 op haar naam in het Franse kenrekenregister geregistreerd. Voor de auto was geen motorrijtuigenbelasting betaald.
Naar aanleiding van de controle heeft de Inspecteur aan belanghebbende de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 2.761 en een boete tot het zelfde bedrag opgelegd. De ingangsdatum van de periode van naheffing was daarbij op 24 juni 2014 bepaald. De einddatum van het tijdvak is 14 september 2016.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur de naheffingsaanslag beperkt tot de periode 26 januari 2016 tot en met 14 september 2016, omdat belanghebbende pas vanaf 26 januari 2016 een rijbewijs bezat. De naheffingsaanslag is verminderd tot een bedrag van € 791. De boete is eveneens verminderd tot een bedrag van € 791.
3 Geschil
In geschil is of de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende terecht is aangemerkt als houder van de auto en zo ja, of de naheffingsaanslag over de juiste periode berekend is en of de heffing in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Tevens is de hoogte van de opgelegde boete in geschil.
De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze ziet op de boete en tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar. Hij betoogt dat een boete van 100% passend en geboden is.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot vernietiging van de aanslag en de boete.