Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-11-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9450, 18/01238
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-11-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9450, 18/01238
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 5 november 2019
- Datum publicatie
- 15 november 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:9450
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2018:4865, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1836
- Zaaknummer
- 18/01238
Inhoudsindicatie
OB. Omzetbelasting verschuldigd wegens privégebruik woning?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/01238
uitspraakdatum: 5 november 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
Vennootschap Onder Firma [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 november 2018, nummer 17/2880, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft over het tijdvak 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2015 omzetbelasting op aangifte voldaan.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende exploiteert een kwekerij en kwalificeert in verband hiermee als ondernemer voor de omzetbelasting. De vennoten van belanghebbende zijn de heer en mevrouw [A] . De vennoten zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.
De vennoten hebben een woning laten bouwen (hierna: de woning). De bouw is gestart in 2008 en de woning is in 2011 in gebruik genomen. De facturen die zijn uitgereikt in verband met de bouw zijn gericht aan [A1] of aan [A2] . Belanghebbende heeft de woning op basis van het Advocaten-arrest (HR 5 januari 1983, ECLI:NL:HR:1983:AW9011) tot haar bedrijfsvermogen gerekend en alle voorbelasting op de bouw in aftrek gebracht. Belanghebbende heeft jaarlijks omzetbelasting voldaan over het privégebruik van de woning.
Belanghebbende heeft in het vierde kwartaal van 2015 omzetbelasting aangegeven en voldaan over het privégebruik van de woning.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van de omzetbelasting over het privégebruik van de woning. De Inspecteur heeft het bezwaar afgewezen.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat het arrest van de Hoge Raad van 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3175 (hierna: het Champignonkwekerij-arrest) betrekking heeft op een andere situatie. In dat geval was sprake van een maatschap met drie maten (vader, moeder, dochter), die gebruik maakte van een pand dat slechts eigendom van twee van hen was. Dan ligt het voor de hand te oordelen dat de maatschap van drie maten het goed niet zowel privé als zakelijk gebruikt. In de onderhavige zaak zijn de vennoten van belanghebbende dezelfde personen als de eigenaren van het pand. Er is, aldus de Rechtbank, geen enkele aanwijzing dat de Hoge Raad ook voor die situatie heeft beoogd af te wijken van de hoofdregel die volgt uit het arrest Charles en Charles-Tijmens. In zoverre is naar het oordeel van de Rechtbank ook het Advocaten-arrest niet achterhaald.
3 Geschil
In geschil is of belanghebbende omzetbelasting is verschuldigd vanwege privégebruik van de woning. Het geschil spitst zich toe op de vraag of van belang is dat, in afwijking van de situatie waarover de Hoge Raad in het Champignonkwekerij-arrest heeft geoordeeld, de woning ter beschikking staat van alle vennoten van belanghebbende in plaats van twee van de drie vennoten. Belanghebbende leidt uit het Champignonkwekerij-arrest af dat de woning ten onrechte tot het bedrijfsvermogen is gerekend en dat daarom geen omzetbelasting is verschuldigd wegens privégebruik. Het is niet belanghebbende die de woning privé gebruikt, maar de heer en mevrouw [A2] . De Inspecteur bestrijdt deze conclusies.