Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-11-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9679, 18/00355

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-11-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9679, 18/00355

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
12 november 2019
Datum publicatie
15 november 2019
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:9679
Formele relaties
Zaaknummer
18/00355

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag MRB is niet een bezwarend besluit dat is gebaseerd op nationale bepalingen die uitvoering geven aan voorschriften van de EU. Het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 18/00355

uitspraakdatum: 12 november 2019

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 27 maart 2018, nummer LEE 17/2753, ECLI:NL:RBNNE:2018:1052, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen/kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 29 december 2015 tot en met 28 december 2016 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd. Bij beschikking is een boete opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweer gevoerd.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Op 28 december 2016 om 10.29 uur hebben controleurs van de Belastingdienst geconstateerd dat met een motorrijtuig, een Opel Movano met handelaarskenteken [00-00-YY] (hierna: het motorrijtuig), op de openbare weg was geparkeerd op de [a-straat] te [A] , waar een medewerker van belanghebbende woonachtig is. Aan het motorrijtuig was een reparatie uitgevoerd. Om er zeker van te zijn dat de auto juist was gerepareerd, heeft de medewerker een testrit naar zijn woonadres gemaakt. De volgende dag heeft hij het motorrijtuig weer naar het bedrijfsadres van belanghebbende gebracht.

2.2.

Naar aanleiding van de controlebevindingen heeft de Inspecteur belanghebbende voor het tijdvak 29 december 2015 tot en met 28 december 2016 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd ten bedrage van € 425 en een boete van eveneens € 425. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbende bij brief van 29 mei 2017 medegedeeld dat het bezwaarschrift in behandeling was genomen en belanghebbende erop gewezen dat zij het recht had haar bezwaar mondeling toe te lichten.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de Inspecteur het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel heeft geschonden, welke vraag door belanghebbende bevestigend en door de Inspecteur ontkennend wordt beantwoord.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de door haar gestelde schending van evenvermeld beginsel moet leiden tot terugwijzing naar de Inspecteur. Zij concludeert voorts ertoe dat de Inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten en dat hem wordt gelast het betaalde griffierecht terug te betalen, vermeerderd met een adequate rente.

3.3.

De Inspecteur heeft het standpunt van belanghebbende gemotiveerd betwist.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing