Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10509, 19/01077 en 19/01078

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10509, 19/01077 en 19/01078

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 december 2020
Datum publicatie
25 december 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:10509
Formele relaties
Zaaknummer
19/01077 en 19/01078

Inhoudsindicatie

Overdrachtsbelasting. Verkrijging aandelen. Onroerende-zaaklichamen?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/1077 en 19/1078

uitspraakdatum: 15 december 2020

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst

(hierna: de inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 juli 2019, nummers ARN 18/4497 en 18/4498, ECLI:NL:RBGEL:2019:2912, in het geding tussen de inspecteur en

[X] B.V., gevestigd in [Z] ,

(hierna: belanghebbende).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft op 6 oktober 2017 een bedrag van € 29.600 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan in verband met de verkrijging van veertig aandelen in [A] B.V. (hierna: [A] ).

1.2.

Daarnaast heeft belanghebbende op 6 oktober 2017 een bedrag van € 76.400 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan in verband met de verkrijging van veertig aandelen in [B] B.V. (hierna: [B] ).

1.3.

De inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen die voldoeningen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank). De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de inspecteur vernietigd en de in verband met de genoemde verkrijgingen voldane overdrachtsbelasting verminderd tot nihil.

1.5.

De inspecteur heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

De zitting heeft met behulp van digitale communicatiemiddelen plaatsgevonden op 11 september 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Bij akten van levering van 1 september 2017 heeft belanghebbende veertig aandelen in [A] en veertig aandelen in [B] in eigendom verkregen.

2.2.

[A] en [B] (hierna: de vennootschappen) zijn opgericht op 30 maart 1995. Het doel van beide vennootschappen is:

- het exploiteren van één of meer campings en/of bungalowparken;

- het handelen in nieuwe en gebruikte caravans, chalets, mobiele bungalows en aanverwante artikelen;

- het verrichten van andere commerciële en/of financiële handelingen.

2.3.

Volgens de balansen per 31 december 2016 bestaan de bezittingen van [A] voor ongeveer 78% en van [B] voor ongeveer 89% uit onroerende zaken. Beide vennootschappen exploiteren een recreatiepark. Deze parken zijn naast elkaar gelegen, gescheiden door een weg. De exploitatie bestaat uit de verhuur van staanplaatsen voor chalets en mobiele bungalows en de levering van energie en water aan de huurders. Deze chalets en bungalows zijn in eigendom van de recreanten/huurders. [A] beschikt daartoe over 24 jaarplaatsen en [B] over 129 jaarplaatsen. Verder worden regelmatig chalets en bungalows en bijbehorende inventaris van vertrekkende huurders overgenomen die na renovatie aan nieuwe huurders worden doorverkocht. Deze verkoopomzet wordt verantwoord in [A] . Beide parken bevatten groenvoorzieningen, chalets met ondergrond, wegen en paden, een gastank en afvalcontainers. [A] heeft daarnaast een (vis-)vijver, een kantoorgebouw, een showroom ten behoeve van de verkoop, parkeerplaatsen en een beheerderswoning.

2.4.

De vennootschappen verzorgen in eigen beheer het onderhoud aan hagen en overig groen en zorgen voor de aanleg, aansluiting en onderhoud van de infrastructurele voorzieningen. De netwerken voor elektra, gas, water en riolering zijn in beheer bij de vennootschappen. Zij zijn tevens verantwoordelijk voor de afvalinzameling, de brandveiligheid, terreinverlichting en de handhaving van rust en orde. Een beheerder verricht de dagelijkse beheerswerkzaamheden.

2.5.

De (ver)huurovereenkomsten voor de staanplaatsen worden aangegaan voor de duur van een jaar en worden zonder opzegging automatisch verlengd met een jaar. In de praktijk worden de kavels gemiddeld voor acht of negen jaar verhuurd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is het antwoord op de vraag of de aandelen in de vennootschappen moeten worden aangemerkt als fictieve onroerende zaken in de zin van artikel 4, lid 1, onderdeel a, Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 (hierna: Wet BRV).

3.2.

De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep. Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing