Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-04-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:3253, 19/00731 t/m 19/00733
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-04-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:3253, 19/00731 t/m 19/00733
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 21 april 2020
- Datum publicatie
- 1 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:3253
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2019:1764, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1970
- Zaaknummer
- 19/00731 t/m 19/00733
Inhoudsindicatie
OB. Omzetbelasting verschuldigd wegens privégebruik woning?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers 19/00731 tot en met 19/00733
uitspraakdatum: 21 april 2020
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] VOF te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 april 2019, nummers LEE 18/2773 tot en met 18/2775, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft over de tijdvakken 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2015, 1 oktober 2016 tot en met 31 december 2016 en 1 oktober 2017 tot en met 31 december 2017 omzetbelasting op aangifte voldaan.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Met instemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende verricht met omzetbelasting belaste activiteiten en kwalificeert in verband hiermee als ondernemer voor de omzetbelasting. De firmanten van belanghebbende zijn [A] en [B] . De firmanten zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden.
In 2009 en 2010 hebben de firmanten op grond die hun eigendom is een woning laten bouwen (hierna: de woning). Belanghebbende heeft de voorbelasting op de bouw van de woning in aftrek gebracht.
De woning is in 2010 in gebruik genomen. De woning wordt grotendeels gebruikt door de firmanten (privé) en deels door belanghebbende (zakelijk, in werkruimten). Belanghebbende betaalt voor het zakelijke gebruik geen vergoeding aan de firmanten. Voor de inkomstenbelasting is de woning tot het privévermogen gerekend.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van de omzetbelasting wegens privégebruik van de woning in de laatste aangifte van de jaren 2015, 2016 en 2017. De Inspecteur heeft de bezwaren afgewezen.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat het arrest van de Hoge Raad van 30 oktober 2015, nr. 14/03007, ECLI:NL:HR:2015:3175 (hierna: het champignonkwekerij-arrest) betrekking heeft op een andere situatie. In dat geval was sprake van een maatschap met drie maten (vader, moeder, dochter), die gebruik maakte van een pand dat slechts eigendom van twee van hen was. In de onderhavige zaak zijn de firmanten van belanghebbende dezelfde personen als de eigenaren van de woning. Belanghebbende heeft naar het oordeel van de Rechtbank de omzetbelasting over het privégebruik terecht voldaan.
3 Geschil
In geschil is of belanghebbende omzetbelasting is verschuldigd vanwege privégebruik van de woning. Het geschil spitst zich toe op de vraag of van belang is dat, in afwijking van de situatie waarover de Hoge Raad in het champignonkwekerij-arrest heeft geoordeeld, de woning ter beschikking staat van alle firmanten van belanghebbende in plaats van een deel van hen. Belanghebbende leidt uit het champignonkwekerij-arrest af dat de woning ten onrechte tot het bedrijfsvermogen is gerekend en dat daarom geen omzetbelasting is verschuldigd wegens privégebruik. Het is niet belanghebbende die de woning privé gebruikt, maar de firmanten. De Inspecteur bestrijdt deze conclusies.