Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9557, 19/01515 en 19/01516
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9557, 19/01515 en 19/01516
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 november 2020
- Datum publicatie
- 27 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:9557
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2019:4937, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:668, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 19/01515 en 19/01516
Inhoudsindicatie
VPB. Boekwaarde verkochte onroerende zaken. Vrijval herinvesteringsreserve? Wijziging uiteindelijk belang vóórafgaand aan moment van herinvestering?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers: 19/01515 en 19/01516
uitspraakdatum: 17 november 2020
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) van 4 november 2019, nummer AWB 17/6973 en 17/6974, ECLI:NL:RBGEL:2019:4937, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2011 en 2012 navorderingsaanslagen in de vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd. Tevens is voor het jaar 2011 bij beschikking heffingsrente berekend.
De inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota doorgestuurd naar de inspecteur. Deze pleitnota wordt met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgelezen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2020 via een videoverbinding.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is opgericht op 31 mei 1990 onder de naam [A] Vastgoed B.V. Haar activiteiten bestaan uit de exploitatie van onroerende zaken. Op 31 mei 2000 is een statutenwijziging doorgevoerd, waarbij de naam is gewijzigd in [B] Beheer B.V. Later is haar naam gewijzigd in [C] B.V. en per 20 september 2017 in [X] B.V.
Eveneens op 31 mei 2000 heeft belanghebbende een dochtermaatschappij opgericht onder de naam [A] Vastgoed B.V. (hierna: de vennootschap). Later is de naam van de vennootschap gewijzigd in [D] B.V. en per 20 september 2017 in [X] 2 B.V.
Eveneens op 31 mei 2000 is tussen belanghebbende en de vennootschap een akte van inbreng gesloten. In de akte van inbreng is bepaald dat de door belanghebbende genomen aandelen in de vennootschap zullen worden volgestort door de inbreng van de gehele door belanghebbende gedreven onderneming. De akte van inbreng is op 2 juni 2000 ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers te Arnhem.
Op 13 februari 2008 hebben belanghebbende en de vennootschap een overeenkomst ‘interne reorganisatie’ gesloten, waarin onder meer het volgende is opgenomen, met dien verstande dat onder “Beheer” wordt verstaan belanghebbende en onder “Vastgoed” de vennootschap:
“I.B. Uitwerking en opvolging
Belanghebbenden hebben, in weerwil van de overeenkomst van inbreng, de onderneming niet economisch, feitelijk en boekhoudkundig ingebracht in Vastgoed.
Beheer heeft als vanouds en dus ook na een en dertig mei tweeduizend (31-05-2000) de gehele exploitatie van de onderneming in alle opzichten, zowel feitelijk, economisch en fiscaal, als enige voor haar rekening genomen en verricht. Zij heeft zich gedragen als eigenaar, heeft in alle opzichten het risico van de onderneming gelopen en gedragen en heeft ook fiscaal daarover afgerekend, hetgeen ook blijkt uit de goedgekeurde balansen en verdere (jaar-)stukken. Op haar balans staan nog steeds de registergoederen als activa vermeld.
Vastgoed is na haar oprichting een slapende vennootschap gebleven waarin geen enkele mutatie heeft plaats gevonden, hetgeen ook blijkt uit de goedgekeurde balansen en verdere (jaar-) stukken. Op haar balans staat als enige post het aandelenkapitaal van achttien duizend euro (€ 18.000,00).
Derhalve zijn de economische eigendom en het fiscale belang van de onderneming bij Beheer gebleven, terwijl Vastgoed de registergoederen juridisch op naam heeft. (...)
I.C. Aanpassing en correctie
Belanghebbenden komen tot de conclusie dat de huidige situatie moet worden gecorrigeerd.
Voor een goed begrip van de noodzaak van de reorganisatie is essentieel dat de overeenkomst van inbreng als niet uitgevoerd wordt aangemerkt. (...)
Nu materieel Beheer de onderneming heeft gedreven sluiten belanghebbenden daarbij aan en wensen de registergoederen ten name van Beheer te stellen. Beheer heeft dan niet alleen economisch, maar ook juridisch de eigendom van al hetgeen tot de onderneming behoort zoals door Beheer gedreven.
(...)
Door die inbreng van de onderneming als niet gedaan aan te merken per de datum een en dertig mei tweeduizend (31-05-2000) en terug te draaien tot die datum is het hoofddoel van de reorganisatie relatief eenvoudig te bereiken.
B Besluit/overeenkomst
Ter uitvoering van het bovenstaande wordt tot uitvoering overgegaan van de interne reorganisatie van de onderneming en de vennootschappen en komen Beheer en Vastgoed overeen dat:
1. de overeenkomst van inbreng van de gehele onderneming " [B] ", zoals genoemd in de akte van inbreng, wordt ontbonden met terugwerkende kracht zodat en opdat zij als niet bestaand kan en moet worden aangemerkt;
2. Beheer en Vastgoed sluiten een nieuwe overeenkomst van inbreng en wel door inbreng van contanten achttien duizend euro (€ 18.000,00);
als datum van inbreng wordt aangehouden de datum van oprichting;
Vastgoed zal vanaf die datum tot de datum van ontvangst een rentevergoeding ontvangen tegen een nader overeen te komen percentage;
3. terstond na ontvangst van het in te brengen bedrag zal Vastgoed meewerken aan de wijziging van tenaamstelling van de registergoederen ten gunste van Beheer;
4. de titel van de overdracht zal zijn interne reorganisatie;
voor zoveel nog nodig wordt het bovenstaande als zodanig aangemerkt:
5. er zal door een voor rekening en risico van Beheer een beroep worden gedaan op de vrijstelling van artikel 15 lid 1 letter h Wet Belastingen van Rechtsverkeer;
Beheer is nog steeds houder van alle geplaatste en volgestorte aandelen van Vastgoed zodat voldaan wordt aan het criterium van het zijn van een concern;
6. de kosten van deze akte en haar tenuitvoerlegging komen voor rekening van Beheer alleen;
7. Vastgoed doet afstand van enig recht of aanspraak op vergoeding van schade hoe ook genaamd jegens Beheer wegens wanprestatie, hetgeen Beheer aanneemt.”
De akte van interne reorganisatie is op 14 februari 2008 ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers.
Vanaf 28 februari 2008 vormt belanghebbende met de vennootschap een fiscale eenheid voor de Vpb. Op diezelfde datum heeft de vennootschap het juridisch en economisch eigendom van de vastgoedportefeuille van belanghebbende verworven voor een bedrag van € 8.344.000.
De aandelen in belanghebbende waren van 28 februari 2008 tot en met 12 januari 2012 in bezit van [E] B.V. (31,7%), [F] B.V. (31,7%), [G] B.V. (31,7%) en [H] (4,9%). Op 12 januari 2012 heeft [E] B.V. 18 aandelen en [H] alle aandelen in belanghebbende overgedragen aan [I] B.V.
[J] (hierna: [J] ) was namens [E] B.V. tussen 28 februari 2008 en 25 mei 2012 bestuurder van belanghebbende. [K] (hierna: [K] ) was tussen 26 oktober 2011 en 1 april 2013 en tussen 1 juni 2014 en 6 april 2017 (mede)bestuurder van belanghebbende. [L] (hierna: [L] ) is vanaf 6 april 2017 bestuurder van belanghebbende.
In 2008 is door (de fiscale eenheid) belanghebbende een herinvesteringsreserve (hierna: HIR) gevormd van € 1.324.690 naar aanleiding van de verkoop van de onroerende zaken aan de [a-straat] 177 en 179 te [M] (boekwinst € 322.425), [b-straat] 100 en 102 te [M] (boekwinst € 511.085) en Van [c-straat] 63 te [M] (boekwinst € 491.180). In 2009 is door (de fiscale eenheid) belanghebbende een HIR gevormd van € 381.000 naar aanleiding van de verkoop van 27 garageboxen te Velp (boekwinst € 381.000). Ultimo 2009 bedroeg de HIR € 1.705.690. De bijbehorende herinvesteringsverplichting bedroeg € 1.780.301.
In een e-mailbericht van 2 januari 2011 van [L] aan [K] staat onder meer het volgende:
“goedemorgen [K] ,
deze mail wil ik sturen naar [H] ,
beste [H] ,
hierbij bevestigen [K] en ondergetekende onze interesse in de verwerving van
de aandelen van de [N] structuur (...).
In de huidige structuur zijn de volgende aandachtspunten te definiëren, die onderlinge samenhang vertonen, maw, deze zulen allen opgelost dienen te worden, om de levensvatbaarheid van onderneming in de huidige vorm te secureren :
1. Financiering [O] . (…)
2. Er is sprake van een matige onderhoudssituatie. (…)
3. In de vennootschappen is een herinvesteringsplicht van 2.4 mio. Deze dient ingevuld te worden in 2011 / 2012. Dit betekent dat er vor 2.4 mio vervangend o.g aangekocht dient te worden, om de belastingclaim te kunnen ontlopen. Ervan uitgaande dat een 80 % financiering haalbaar is, dient et dus minimaal 500 K equity aldsan gefourneerd te worden, voor 31-12-2012.
4. Er is sprake van een rec.courant verhouding met de huidige participanten. (…)
5. Er is sprake van een forse belastinglatentie. (…).
6. Er dienen geen fiscale schulden / verplichtingen te bestaan per datum overdracht.ˮ
De [O] N.V. heeft aan de vennootschap en aan [P] B.V. drie financieringen verstrekt op een uitpondpakket te [M] (totaal € 8.287.649). In het kredietdossier van [O] N.V. is het volgende opgenomen:
“I. Financieringsaanvraag
[D] B.V. en [P] B.V. zijn twee vennootschappen met als achterliggende partijen de heer [J] (31,7%), mevrouw [Q] (31,7%), de kinderen van de heer [R] (31,7%) en de heer [H] (4,9%).
Aan deze vennootschappen hebben we drie financieringen (in totaal EUR 8.287.649) verstrekt op een uitpondpakket te [M] . Verkopen lopen niet zoals gepland. Relatie heeft twee partijen (de heren [K] en [L] ) gevonden die de portefeuille willen overnemen door het grootste deel van de aandelen over te nemen. Van de oorspronkelijke kredietnemers zal alleen de heer [J] (10%) aandelen behouden. De nieuwe kredietnemers willen de verstrekte financieringen vroegtijdig gaan verlengen tot 1-9-2018 en de portefeuille als belegging aanhouden.
II. Kredietnemer
Kredietnemers blijven [D] B.V. en [P] B.V. SPV's waaraan geen aanvullend comfort kan worden ontleend.
De aandelen van deze vennootschappen komen in het bezit van de heren [J] (10%), [K] (45%) en [L] (45%), e.e.a. conform onderstaand organogram. De definitieve structuur, waarbij mogelijk vennootschappen tussen kredietnemer en UBO’s toegevoegd worden, alsmede de definitieve transactie (n.g.v. JZ) zijn voorbehoud voor financiering.”
Van de stukken van het geding maakt deel uit een stappenplan van 1 juli 2011 (versie 1). Het plan bevat in hoofdlijnen de volgende stappen:
-
[H] levert zijn aandelen in belanghebbende aan de door hem beheerste vennootschap [I] B.V. [I] B.V. verwerft daarnaast 18 aandelen in belanghebbende van [E] B.V.;
-
Belanghebbende geeft aandelen uit nadat een verhoging van het maatschappelijk kapitaal heeft plaatsgevonden middels een statutenwijziging;
-
Belanghebbende keert dividend uit aan de aandeelhouders waarna verrekening plaatsvindt met de rekening-courantvorderingen van de aandeelhouders.
-
(90% van) de aandelen in belanghebbende worden overgedragen;
-
Belanghebbende stempelt haar aandelenkapitaal af en verrekent de kapitaalterugbetaling met de rekening-courantvorderingen van de aandeelhouders;
-
Alle onroerende zaken van de vennootschap worden overgedragen aan belanghebbende.
Na uitvoering van stap één van het stappenplan zijn de aandelen in belanghebbende in bezit van [E] B.V. (31,6%), [F] B.V. (31,7%), [G] B.V. (31,7%) en [I] B.V. (5,0%) (hierna: de verkopers).
In interne e-mailberichten van de [O] N.V. staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
E-mailbericht van 13 september 2011:
“We zijn inmiddels al enige tijd bezig met de herstructurering van de aan [N] verstrekte uitpondportefeuille van ca. EUR 8,3 mln.
Insteek is dat (het grootste deel van) de aandelen wordt overgenomen door de heren [K] en [L] .”
E-mailbericht van 27 september 2011:
“Nieuwe eigenaren [K] / [L] ( oud Fgh ) en [J] ( bestaand blijft voor 10% ) zijn financieel draagkrachtig , gaan portefeuille fors upgraden ( voor verkoop ) en zijn doende goed o.g aan te kopen en dit in de BV's te brengen .
Andere kopers zijn er op dit moment niet, de deal is op vele fronten in ons belang.”
E-mailbericht van 7 oktober 2011:
“Daarnaast hebben we van de notaris begrepen dat de aandelen [N] niet in bezit komen bij de heren [J] , [K] en [L] zelf, maar bij familieleden en collega’s van deze heren.”
E-mailbericht van 12 december 2011:
“De panden worden door de heren [K] en [L] verkocht aan [N] B.V. De aandelen van deze vennootschap worden overgenomen door 15 privé personen (waaronder de kinderen van de heren [K] en [L] ). De heren [K] en [L] zijn nadrukkelijk bij deze aandelentransactie betrokken aangezien ze beide een lening verstekken. De aandelentransactie staat verder overigens los van deze financiering.”
Op 20 november 2011 is een beknopte koopbevestiging opgesteld inzake de koop en verkoop van het gehele geplaatste aandelenkapitaal van belanghebbende. De beoogde kopers in die koopbevestiging (hierna: de kopers) zijn:
Naam |
Aandelen (percentage) |
Relatie [L] / [K] |
[meerderjarige zoon] |
2.961 (16,45%) |
Meerderjarige zoon [L] |
[minderjarige dochter1] |
2.961 (16,45%) |
Minderjarige dochter [L] |
[meerderjarige dochter] |
1.440 (8,00%) |
Meerderjarige dochter [K] |
[partner1] |
1.458 (8,10%) |
Partner [K] |
[minderjarige dochter2] |
1.458 (8,10%) |
Minderjarige dochter [K] |
[minderjarige dochter3] |
1.458 (8,10%) |
Minderjarige dochter [K] |
[minderjarige dochter4] |
1.458 (8,10%) |
Minderjarige dochter [K] |
[partner2] |
882 (4,90%) |
Partner [L] |
[zoon] |
882 (4,90%) |
Zoon [J] |
[partner3] |
882 (4,90%) |
Partner [J] |
[collega1] |
540 (3,00%) |
Collega [L] / [K] |
[collega2] |
540 (3,00%) |
Collega [L] / [K] |
[collega3] |
360 (2,00%) |
Collega [L] / [K] |
[collega4] |
360 (2,00%) |
Collega [L] / [K] |
[collega5] |
360 (2,00%) |
Collega [L] / [K] |
Totaal: |
18.000 (100%) |
Blijkens artikel 3, lid 3, van de beknopte koopbevestiging maakt een latere versie van het onder 2.12 vermelde stappenplan, de dato 4 november 2011, deel uit van de overeenkomst. De tekst van voornoemd artikel 3, lid 3 en lid 5, luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Levering en overige uitgangspunten
Artikel 3.
(…)
3. De door de respectieve Kopers te betalen koopprijzen aan de respectieve Verkopers bedragen € 1,00. De koopprijzen zijn gebaseerd op de pro forma geconsolideerde balansen 2010 van de Vennootschap, nadat de stappen 1 tot en met 20 uit het aangehechte stappenplan de dato 04 november 2011 (bijlage) zijn geëffectueerd. Alsdan worden voorafgaand aan de overdrachtsdatum de herwaarderingsreserves van de Vennootschap omgezet in aandelenkapitaal, het aandelenkapitaal van de Vennootschap vervolgens afgestempeld en samengevoegd tot 18.000 aandelen van € 1,00 nominaal voor de respectieve Vennootschap, de schulden in rekening-courant van de Verkopers verrekend met de door de Vennootschap aan Verkopers te verrichten terugbetalingen en geschieden er dividenduitkeringen aan de Verkopers van in totaal één miljoen zeshonderd éénenveertigduizend éénhonderd negen euro (€ 1.641.109,00) door [C] B.V., voornoemd en éénhonderd tachtigduizend achthonderd zesenzestig euro (€ 180.866,00) door [S] B.V., voornoemd, welke eveneens worden verrekend met de schulden in rekening-courant van Verkopers.
(…)
5. Uitgangspunt van Partijen is casu quo slotsom van het voornoemde aangehechte stappenplan moet zijn dat Verkoper III uiteindelijk € 153.277,- ontvangt van [C] B.V., voornoemd en Verkopers van de respectieve Kopers verder slechts een koopprijs ontvangen van € 1,00. Overigens zullen er geen betalingen aan Verkopers geschieden en komt de Verkopers ook niets toe uit het vermogen van de Vennootschap. Verkopers doen hierbij afstand van alle overige vorderingen op de Vennootschap en/of dé Kopers terzake, die hen toekomen uit welke hoofde dan ook. De Vennootschap en de Kopers aanvaarden bedoelde afstand door de Verkopers bij dezen.”
Op 12 december 2011 stuurt [L] een e-mail aan de [O] N.V. met – onder andere – de volgende inhoud:
"Door verkopers wordt ter financiering van de aankoop door [N] een lening verstrekt van circa 650 K ieder, de koopsom van [N] wordt dus grotendeels gefinancierd door verkopers. Het lijkt me dat door deze transactie [N] cs geholpen wordt, immers, [N] had geen middelen genoeg om de herinvesteringsverplichting van 2 4 Mio te kunnen realiseren .Door deze transactie en de bereidheid zijdens [K] / [L] om de onroerende goederen te leveren zonder afrekening van de koopsom, wordt er een stevig probleem binnen [N] opgelost, zou ik zeggen.”
Op 16 december 2011 heeft (de fiscale eenheid) belanghebbende van [T] B.V. gekocht [d-straat] 2 en 2a en [e-straat] 3a en 3b te [U] voor € 1.395.000 en van [K] en [L] [f-straat] 171 en 171a te [V] voor € 500.000. De aankoop is gedeeltelijk gefinancierd door de [O] N.V. en gedeeltelijk door [L] en [K] zelf. Op deze investeringen heeft (de fiscale eenheid) belanghebbende de HIR afgeboekt.
Op 29 december 2011 stuurt [L] , cc [K] , aan een medewerker van [O] N.V. een e-mail met de volgende inhoud:
“De koopovereenkomst mbt de verkoop van de aandelen is ondertekend en het wachten is nu op de aanpassing in het kapitaal van [C] en [S] . Dit is een zuiver juridisch item, waarvor een wettelijke termijn staat van 2 maanden.Daarna kan de levering plaatsvinden.
Is het een idee om elkaar dan maar halverwege te vinden en de nieuwe rente per 01-01-2012 in te laten gaan ? Dat lijkt me een mooi compromis, zeker waar wij al een fiscaal probleem binnen [N] hebben opgelost door inbreng van de panden in [W] etc.
Het zou ons ook cashflowmatig helpen, dat moge duidelijk zijn.”
De definitieve koopovereenkomst van de aandelen in belanghebbende is op 3 mei 2012 gesloten. De juridische aandelenoverdracht heeft plaatsgevonden op 24 mei 2012.
De inspecteur heeft op 1 april 2017 aan belanghebbende voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag Vpb opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 1.698.395. Tevens is bij beschikking € 126.458 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft op 15 april 2017 aan belanghebbende voor het jaar 2012 een navorderingsaanslag Vpb opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 7.259.
Op 26 september 2017 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden tussen de inspecteur, [L] en de gemachtigde van belanghebbende.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, de inspecteur en de minister voor Rechtsbescherming veroordeeld tot het vergoeden van een immateriële schadevergoeding van € 100 respectievelijk € 400, de inspecteur en de minister van Rechtsbescherming ieder veroordeeld in de helft van de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 240 en de helft van het betaalde griffierecht ten bedrage van € 166,50.
3 Geschil
In geschil is:
-
Of de boekwaarde van de verkochte panden in 2008 te laag is vastgesteld?
-
Of de feitelijke overgang van de aandelen in belanghebbende plaats heeft gevonden vóórafgaand aan het moment van herinvestering waardoor de HIR dient vrij te vallen op basis van artikel 12a, lid 1, letter a, Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb)?
-
Zo nee, of in 2011 een herinvesteringsvoornemen aanwezig was bij belanghebbende als bedoeld in artikel 3.54, lid 1, Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)?
-
Zo ja, of sprake is van fraus legis?
Belanghebbende beantwoordt vragen 1 en 3 bevestigend en vragen 2 en 4 ontkennend. De inspecteur is de tegengestelde mening toegedaan.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vernietiging van de navorderingsaanslagen 2011 en 2012.
De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.