Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-10-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10008, 20/00340
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-10-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10008, 20/00340
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 oktober 2021
- Datum publicatie
- 5 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:10008
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:1499
- Zaaknummer
- 20/00340
Inhoudsindicatie
BPM. Vermindering (afschrijving).
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 20/00340
uitspraakdatum: 26 oktober 2021
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 24 december 2019, nummer AWB 19/162, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM), aanslagnummer [nummer1] , opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar van de Inspecteur vernietigd, en de naheffingsaanslag en beschikking belastingrente verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 29 september 2021. Bij deze zitting waren aanwezig belanghebbendes gemachtigde mr. [naam1] en [naam2] , en namens de Inspecteur mr. [naam3] en mr. [naam4] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft op 14 april 2017 aangifte BPM gedaan voor een Ford Transit Custom 300 (hierna: de auto) met als datum eerste toelating 23 maart 2016. Tenaamstelling in het kentekenregister heeft plaatsgevonden op 28 april 2017. De verschuldigde BPM heeft belanghebbende aan de hand van een taxatierapport van [naam5] van [naam6] berekend op € 6.415 en voldaan op aangifte. Het taxatierapport vermeldt een waarde van de auto van € 16.735. De waarde in onbeschadigde staat is op basis van een koerslijst van Eurotaxglass’s bepaald op € 24.837. Hierop heeft de taxateur een waardevermindering vanwege schade toegepast van € 8.102. Blijkens de overgelegde Zulassungsbescheinigung Teil I betreft het een ex-huurauto.
De Inspecteur heeft belanghebbende uitgenodigd de auto op 19 april 2017 bij de dienst Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ) te tonen. DRZ heeft met dagtekening 4 mei 2017 een verslag van haar bevindingen gemaakt.
Met dagtekening 11 juni 2018 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 2.080, vermeerderd met € 36 belastingrente. De Inspecteur heeft de waarde van de auto vastgesteld op € 22.652. Dit is de waarde volgens een koerslijst van Eurotaxglass’s van € 24.325, verminderd met een correctie van € 1.673 wegens schade. Bij het opleggen van de naheffingsaanslag heeft de Inspecteur rekening gehouden met een extra leeftijdskorting van één maand.
De Rechtbank heeft, rekening houdend met een waardevermindering van 79% van de schadeherstelkosten en een korting van 5% wegens de marktsituatie van de handelaar, de handelsinkoopwaarde van de auto vastgesteld op € 21.000. De Rechtbank heeft de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.459.
3 Geschil
In geschil is of de onderhavige naheffingsaanslag – na te zijn verminderd door de Rechtbank – tot een te hoog bedrag is vastgesteld.