Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10718, 20/00782

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10718, 20/00782

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 november 2021
Datum publicatie
26 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:10718
Formele relaties
Zaaknummer
20/00782

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer: 20/00782

uitspraakdatum: 16 november 2021

Uitspraak van de tweede enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 17 juli 2020, nummer UTR 19/3571 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikking van 28 februari 2019 heeft de heffingsambtenaar op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak aan de [adres1] 4 in [woonplaats] (hierna ook: de woning) voor het belastingjaar 2019 vastgesteld op € 259.000 naar de waardepeildatum 1 januari 2018.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak van 1 augustus 2019 de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 17 juli 2020 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Het hogerberoepschrift gedateerd 31 augustus 2020 is op 1 september 2020 ontvangen door het Hof.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft op 6 april 2021 een verweerschrift ingediend.

1.6.

Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 september 2021. Namens belanghebbende is verschenen mr. [naam1] (hierna: [naam1] ). Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen [naam2] en [naam3] (taxateur).

2 Feiten

Belanghebbende is eigenaar van de hoekwoning, bouwjaar 1977, in de wijk [de wijk] met een gebruiksoppervlakte van 103 m² en een kaveloppervlakte van 195 m². Bij de woning behoort een berging.

Aan belanghebbende is een Taxatieverslag Woning gestuurd, waarin bij de waardering van de woning ervan is uitgegaan dat deze over twee bergingen beschikt. Tussen partijen is niet in geschil dat de woning over één berging beschikt. De vastgestelde waarde van de woning is met 19,35% gestegen in vergelijking met de vastgestelde waarde van het vorige jaar (€ 217.000).

3 Geschil

In geschil is of de WOZ-waarde van de onroerende zaak door de heffingsambtenaar te hoog is vastgesteld. Belanghebbende stelt dat de waarde van de woning niet hoger kan zijn dan € 249.000. De heffingsambtenaar betoogt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing