Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7345, 19/01394 t/m 19/01400
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7345, 19/01394 t/m 19/01400
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 3 augustus 2021
- Datum publicatie
- 20 augustus 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:7345
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2019:4979, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:1739
- Zaaknummer
- 19/01394 t/m 19/01400
Inhoudsindicatie
BPM. Vermindering (afschrijving).
Uitspraak
Locatie Arnhem
nummers 19/01394 tot en met 19/01400
uitspraakdatum: 3 augustus 2021
Uitspraak van de elfde enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 30 september 2019, nummers AWB 18/2535 tot en met AWB 18/2537 en AWB 18/2539 tot en met AWB 18/2542, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van zeven auto’s op aangifte bedragen aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) voldaan. De daartegen door haar gemaakte bezwaren zijn bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar door de Inspecteur ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep met zaaknummer AWB 18/2536 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar in die zaak vernietigd en de verschuldigde BPM in die zaak vastgesteld op € 871. De Rechtbank heeft de overige beroepen ongegrond verklaard. De Inspecteur is daarbij veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.024. Tevens is de Inspecteur opgedragen het in die zaak betaalde griffierecht ten bedrage van € 338 aan belanghebbende te vergoeden, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Rechtbank tot aan de dag van algehele voldoening.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter digitale zitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord [naam1] namens belanghebbende, alsmede als gemachtigde van belanghebbende [naam2] . Namens de Inspecteur zijn verschenen [naam3] en [naam4] .
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft in het buitenland zeven gebruikte auto’s gekocht (hierna: de auto’s).
Nr. auto |
Merk |
Type |
Kenteken |
Land van herkomst |
Datum eerste toelating |
Datum aangifte |
Datum tenaamstelling |
BPM volgens aangifte |
1 |
Volvo |
XC60 2.4 D5 Summum |
[kenteken1] |
Duitsland |
28-09-2011 |
1-12-2017 |
8-12-2017 |
€ 3.715 |
2 |
Mini |
Mini Cabrio 1.6 J. Cooper Works |
[kenteken2] |
Duitsland |
7-11-2007 |
1-12- 2017 |
8-12-2017 |
€ 886 |
3 |
BMW |
1-serie Coupé 3.0i M |
[kenteken3] |
België |
17-07-2012 |
30-11-2017 |
6-12-2017 |
€ 4.612 |
4 |
Volkswagen |
Golf Plus 1.4 TSI Comfortline |
[kenteken4] |
Duitsland |
18-03-2010 |
1-12-2017 |
8-12-2017 |
€ 728 |
5 |
Mercedes-Benz |
A-klasse 180 CDI Classic |
[kenteken5] |
Duitsland |
7-12-2006 |
29-11-2017 |
14-12-2017 |
€ 471 |
6 |
Fiat |
500 1.4-16V Pop |
[kenteken6] |
Zwitserland |
9-12-2008 |
28-11-2017 |
7-12-2017 |
€ 280 |
7 |
Volvo |
XC60 2.4 D5 Momentum |
[kenteken7] |
Duitsland |
27-09-2011 |
28-11-2017 |
5-12-2017 |
€ 3.655 |
Belanghebbende heeft de auto’s doen overbrengen naar Nederland en laten registreren in het Nederlandse kentekenregister. In verband hiermee heeft belanghebbende BPM op aangiften voldaan. De relevante gegevens van de auto’s luiden als volgt:
Belanghebbende heeft tegen de voldoeningen vergeefs bezwaar gemaakt.
De Rechtbank heeft het beroep met betrekking tot auto 2 gegrond verklaard en de in verband met die auto verschuldigde BPM met € 15 verminderd tot € 871, omdat tijdens de zitting was komen vast te staan dat belanghebbende voor die auto recht had op toepassing van het gunstigere tussenliggende tarief voor 2009. De Rechtbank heeft de overige beroepen ongegrond verklaard.
3 Geschil
Tussen partijen is in geschil of de BPM die belanghebbende ter zake van de auto’s op aangiften heeft voldaan te hoog is. Daarnaast zijn verschillende punten van Unie- en formeelrechtelijke aard in geschil.