Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8275, 20/00078

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8275, 20/00078

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
31 augustus 2021
Datum publicatie
10 september 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:8275
Formele relaties
Zaaknummer
20/00078

Inhoudsindicatie

OB. Levering onroerende zaak. Bouwterrein?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00078

uitspraakdatum: 31 augustus 2021

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 december 2019, nummer AWB 18/4529, ECLI:NL:RBGEL:2019:6061, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2015 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 311.610. Bij beschikkingen is belastingrente berekend van € 5.278 en is een boete opgelegd van € 20.081.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur betreffende de boete vernietigd, de boetebeschikking vernietigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en tot vergoeding van de immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn en gelast dat de Inspecteur het betaalde griffierecht vergoedt.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juli 2021. Aldaar zijn verschenen en gehoord namens belanghebbende de gemachtigde mr. [naam1] , bijgestaan door [naam2] en namens de Inspecteur mr. [naam3] en mr. [naam4] . Van de zitting is een procesverbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

[naam5] BV (hierna: [naam5] B.V.) heeft het perceel grond gelegen aan de [adres] , te [plaats1] (hierna: het perceel) van 1 februari 2012 tot en met 30 april 2013 verhuurd aan [naam6] (hierna: [naam6] ) en vervolgens van 1 mei 2013 tot en met 31 oktober 2015 aan Stichting [naam7] .

2.2.

Op het perceel was een semipermanent verzorgingshuis gevestigd. De woonunits hiervan bestonden uit 154 portacabins. Deze portacabins besloegen ongeveer 1/3 deel van het terrein. Het andere deel bestond uit een parkeerplaats van klinkerbestrating en stelconplaten (1/2 deel van het terrein) en uit stoeptegels, een grasveld, een fietsenstalling en een hek om vuilcontainers aan het zicht te onttrekken (voor 1/6 deel van het terrein).

2.3.

De woonunits zijn in opdracht van [naam6] geplaatst door [naam8] B.V. die de woonunits heeft verhuurd aan [naam6] . De kosten voor de toekomstige demontage en verwijdering van de woonunits heeft [naam6] vooraf aan [naam8] B.V. voldaan. Na 1 mei 2013 heeft [naam5] B.V. de woonunits van [naam8] B.V. gehuurd.

2.4.

Op 6 oktober 2015 heeft [naam9] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 17 woningen op het perceel.

2.5.

Op 28 oktober 2015 heeft [naam5] B.V. het perceel geleverd aan belanghebbende. De koopsom bedroeg € 1.186.800.

2.6.

Op dezelfde dag heeft belanghebbende het perceel voor een bedrag van € 1.484.000 doorgeleverd aan Stichting [naam10] (hierna: de stichting). In de akte van levering is in artikel 5, derde lid onder meer het volgende opgenomen:

“Verkoper verklaart jegens Koper in te staan voor de door de verkoper (bedoeld wordt [naam5] , aanvulling Hof) van Verkoper op zich genomen saneringsverplichting als ware het de eigen verplichting van Verkoper jegens Koper. Bij tekortschieten door Verkoper is het bepaalde onder het kopje BOETE van toepassing. Ter uitwerking van deze verplichting komen Verkoper en Koper het volgende overeen. Nadat de feitelijke levering heeft plaatsgevonden zal in opdracht van de Koper doch voor rekening van de Verkoper de op het Registergoed aanwezige bebouwing en bestrating worden verwijderd en het Registergoed bouwrijp worden gemaakt. Vervolgens zal Koper de grond beschikbaar stellen aan de Verkoper casu quo diens verkoper om de noodzakelijke saneringswerkzaamheden uit te voeren als hiervoor benoemd."

2.7.

Begin november 2015 zijn de portacabins gedemonteerd en verwijderd van het perceel. Daarna is de bestrating (deels) verwijderd en heeft belanghebbende saneringswerkzaamheden uitgevoerd waarna de rest van de bestrating is verwijderd. Al deze werkzaamheden zijn conform de afspraken zoals neergelegd in artikel 5, derde lid, van de akte van levering uitgevoerd.

2.8.

De stichting heeft vervolgens op het perceel 17 woningen gerealiseerd.

3 Geschil

In geschil is of op de levering van het registergoed door belanghebbende aan de stichting de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel a van de Wet op de omzetbelasting 1986 (hierna: Wet OB) van toepassing is. Specifiek is in geschil of een bouwterrein in de zin van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, onder 1o juncto artikel 11, zesde lid, van de Wet OB is geleverd (standpunt Inspecteur) of een bestaand gebouw dat langer dan twee jaren geleden voor het eerst in gebruik is genomen (standpunt belanghebbende).

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing